coöperatieve centrale boerenleenbanken liquidatie terugblik en vooruitzicht afscheid van de coöperatieve centrale raiffeisen-bank 4 Indien nog vóór 1 januari 1973 de Coöpe ratieve Centrale Boerenleenbank en de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank in liquidatie zullen zijn getreden nadat alle activa en passiva zullen zijn ingebracht in de Coöperatieve Centrale Railfeisen-Boe- renleenbank past allereerst een terug blik. Daarbij gaan onze gedachten naar de pioniers van het eerste uur, zoals Pater Van den Eisen, rector Van der Marck en Vincent van den Heuvel, die in samenwer king met de raiffeisencommissies van de andere provinciale bonden van de Neder- landsche Christelijke Boerenbond geijverd en gestreden hebben voor de oprichting van plaatselijke banken en van één cen trale bank. Zij hebben zó vurig geijverd en gestreden, dat zowaar twee centrale banken zijn tot stand gekomen, waarschijnlijk meer als gevolg van persoonlijke tegenstellingen dan van onenigheid over zaken. In ieder geval was men het erover eens, ook toen tenslotte twee centrale banken werden opgericht, dat de algehele aan sprakelijkheid grondslag zou moeten zijn van de op te richten plaatselijke leenban ken, waarbij die algehele aansprakelijk heid door Van den Eisen op het voetspoor van Raifleisen werd gezien als een daad van christelijke naastenlietde. Op die grondslag hebben Vincent van den Heuvel, Piet Truyen en Al bert Fleskens en de voorzitters van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank die na hen kwa men tot en met de huidige voorzitter Gérard Mertens, het boerenleenbankwerk steeds gezien als een samenwerking van allen voor één op basis van coöperatieve verbondenheid. Was die samenwerking aanvankelijk vooral gericht op de be staansmogelijkheid van boer en tuinder, naderhand is zij meer en meer beleefd als een onontbeerlijk hulpmiddel voor de handhaving en ontplooiing van de zelf standige ondernemer als behorende tot een maatschappelijke groepering, die slechts door samenwerking zijn positie in de maatschappij kan handhaven en verbe teren. In de Centrale Boerenleenbank is dat verenigingskarakter als samenbundeling van alle krachten, zowel zedelijk, maat schappelijk en financieel, in een coöpera tief verband steeds de drijfveer geweest van het sociaal en economisch handelen in de plaatselijke banken en in de samen werking van deze banken met de Centrale Bank. Dat vond zijn uitdrukking in de spelregels, de statuten en reglementen, zowel van aangesloten banken als van de Centrale Bank, die nimmer een scheidslijn hebben betekend, doch veeleer een ge meenschappelijk platform voor gelijkge richte activiteiten. De autonomie van de plaatselijke bank werd niet ervaren als een formeel begrip doch veeleer als een vanzelfsprekendheid, die niet in de weg behoefde te staan aan een sterke integra tie van de activiteiten van de plaatselijke banken en van de Centrale Bank, waar door iedere plaatselijke bank, hoezeer zelf dikwijls slechts uitgerust met beperkte krachten en mogelijkheden, toch als een volwaardige bank een maximale dienst verlening aan leden en cliënten kon leve ren. Het coöperatief samenwerken in vereni gingsverband zou hebben kunnen leiden tot een zekere zelfgenoegzaamheid en een bewust zijn van voldoende te hebben aan eigen kracht. Mede als gevolg van de nauwe samenwerking met standsorganisa ties en met andere coöperaties heeft de Centrale Boerenleenbankorganisatie steeds naar openheid gestreeld en vroegtijdig al deelgenomen in internationale samenwer king met geestverwante instellingen in het buitenland. Interne reorganisaties en structuurwijzi gingen zijn steeds aan de orde geweest doch vooral sinds het midden van de vijftiger jaren sterk geïntensiveerd gewor den. Namen als van mr. Edm. Delhougne, prof. mr. F. F. X. Cerutti en ir. Ridder de van der Schueren zijn daaraan onverbreke lijk verbonden. In die struktuurveranderingen die onder hun leiding werden tot stand gebracht is met name gestreeld naar grotere slagvaar digheid en naar inspraak in het beleid van de Centrale Bank door vertegenwoordi gers van plaatselijke banken. Die inspraak werd uitgeoefend via de kringvergaderingen en de kringbesturen, waarin de directeuren van de plaatselijke banken van meet af aan hun eigen plaats en eigen stemrecht hadden gekregen. Ook daardoor is een sterke integratie in ver enigingsverband met name ook uit mense lijk en sociaal oogpunt bevorderd. De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boe- renleenbank c.q. de Rabobank-organisatie komt niet alleen tot stand door inbreng van activa en passiva; veel belangrijker is de inbreng van de geestelijke en maat schappelijke waarden, die eigen zijn aan de beide nu officieel van het toneel ver dwijnende centrale banken. Het zal de belangrijkste taak zijn van de leiding van de nieuwe centrale bank in samenwerking met de plaatselijke banken om een een heid te smeden, die een grotere financiële en maatschappelijke kracht zal moeten ver tegenwoordigen dan de optelsom van alles wat er aan economische en sociale krach ten in de beide bestaande organisaties aan wezig is. Daartoe zal de nieuwe eenheid extra kracht moeten vinden door openheid naar binnen en naar buiten langs efficiënte kanalen van communicatie en presentatie. Deze nieuwe eenheid zal echter ook moe ten worden gekenmerkt door openheid voor samenwerking met andere daarvoor in aanmerking komende instellingen en instanties in binnen- en buitenland ten einde aan leden en cliënten die service te kunnen geven, die in een steeds kleiner wordende wereld slechts kan worden be reikt door in de plaatselijke bank ook de toegang tot het financieel bestel van Eu ropa en van de wereld mogelijk te ma ken. Samenwerking in plaatselijk verband en in nationaal verband zal daartoe niet voldoende zijn. Die belangrijke plaats, die onze nationale coöperatieve bankorganisa- tie ook in de overgang naar de jaren tweeduizend zal moeten waarmaken zal slechts kunnen wordejp bereikt indien de bundeling van krachten niet tot de gren zen beperkt zal blijven. Internationale samenwerking in een we reld, die meer en meer door internationale bundeling van krachten wordt beheerst, is niet alleen een noodzaak om ook in de jaren tweeduizend onze onmisbare rol op passende wijze te kunnen blijven vervul len, maar evenzeer om te kunnen bijdra gen tot het gestalte geven aan een wereld, die de idealen van rechtvaardigheid en naastenliefde weerspiegelt, zoals die voor ogen stonden aan de pioniers van weleer. Zij stonden voor taken en verantwoorde lijkheden, die eigen waren aan de over gang van de negentiende naar de twintig ste eeuw. Aan ons zal het zijn gegeven om die taken en verantwoordelijkheden waar te maken in de overgang naar de volgende eeuw, waarin welvaart en welzijn op grondslag van rechtvaardigheid en naastenliefde nog slechts zullen kunnen worden bevorderd in een coöperatieve solidariteit, ook over de nationale grenzen heen. Mogen wij in een steeds groter wordende eenheid van plaatselijke banken en Cen trale Bank de kracht vinden om die doelstellingen en idealen nationaal en in ternationaal te verwezenlijken. Ph. C. M. van Campen De jubileumboeken, zowel van de Centra le Bank als van de aangesloten banken, bewijzen het: de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en haar leden, de lokale banken, waren niet alleen bank, maar ook drager van een maatschappelijk ideaal. Het bewustzijn landelijk en lokaal een bijzondere taak in de gemeenschap te hebben, spreekt uit al deze geschriften. De naam Raiffeisen is met deze sociale inslag ten nauwste verbonden. Hij, Frie- drich Wilhelm Raiffeisen, is het grote

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 6