(wat ons bezighoudt) wob 3 NIEUWE NAAM VOOR ONS BLAD Dit is het laatste nummer, dat onder de naam „Raiffeisen Boerenleenbank" ver schijnt. Volgend jaar, vanaf het januari nummer, zal de naam luiden: DE RABO BANK. Toen in januari van het huidige jaar ons blad voor het eerst verscheen, heeft het zich uitdrukkelijk gepresenteerd als het gemeenschappelijke maandblad voor de beide organisaties: de boerenleenbanken en de raiffeisenbanken. Die stonden toen nog als zelfstandige eenheden naast el kaar, al zaten ze ook midden in de fusie- problematiek en al hadden ze ook in Amstelveen hun gemeenschappelijke sa- menwerkingscoöperatie. Het was toen, begin 1972, voor de redactie allereerst zaak het begrip tussen die twee groepen te vergroten, het gemeenschappe lijke voor beide naar voren te brengen, het „nieuwe" van het samengaan waar mogelijk duidelijk te maken en vooral dat samengaan zelf te bevorderen. Daarom is toen gekozen voor de naam „Raiffeisen Boerenleenbank", leder der groepen kan zichzelf in die naam herkennen en er zich door aangesproken gevoelen. Thans zijn we bijna een jaar verder en ligt de zaak anders. Boerenleenbanken en raiffeisenbanken horen tot eenzelfde orga nisatie en zijn aangesloten bij eenzelfde Centrale Bank. En zo willen ze zich presenteren ook! Daarvoor zal de korte naam Rabobank dienen. Die naam is nog niet ingeburgerd, in feite nog nauwelijks bekend. Hij moet nog „gebracht" worden. We kijken er zelf, eerlijk gezegd, nog vreemd tegenaan. Maar op ons aller blad hoort die naam! Zo spoedig mogelijk, want dan wordt die naam het snelst aan allen vertrouwd en - dat is het belangrijkste - krijgt hij de inhoud en de betekenis, die we er zelf aan willen geven. De tot nu toe gebruikte naam heeft het overigens goed gedaan. We hadden er wat dat betreft best mee door kunnen gaan, want hij was een heel eind op weg om bij raiffeisen- en boerenleenbanken een ver trouwde plaats te krijgen. Dat zal DE RABOBANK ook wel gelukken en om dat te bevorderen, zal de omslag en het verde re uiterlijk van het blad in 1973 nagenoeg onveranderd blijven. Alleen de naam wordt gewijzigd en er komt een andere kleur in plaats van het rood op de omslag. De nieuwe naam betekent dan ook geen koersverandering in het beleid. Hij brengt slechts tot uitdrukking, dat het in 1973 niet maar een maandblad is, dat twee groepen van banken gemeenschappelijk hebben, maar dat het dan het blad is voor alle banken van dezelfde organisatie: de Rabobanken. AAN VRAAG MOGELIJKHEID RENTE SUBSIDIES Als eerste land binnen de Europese Econo mische Gemeenschap heeft Nederland met ingang van 15 november 1972 voo<r akker bouw-, veehouderij- en gecombineerde be drijven de mogelijkheid geopend een aan vrage voor rentesubsidie in te dienen. De ondernemers, die werkzaam zijn in één van de voornoemde sectoren, kunnen op deze wijze onder bepaalde voorwaar den en omstandigheden voor bepaalde in vesteringen een rentesubsidie verkrijgen. De hoogte en de tijdsduur van de rente subsidie zijn afhankelijk van de aard der investeringen. Voor investeringen in bouw werken en rundveestallen bedraagt de ren tesubsidie 4 gedurende een periode van ten hoogste 15 jaar. Voor investeringen in werktuigen en aankoop van schapen be draagt de subsidie eveneens 4%, maar ge durende slechts 6 jaar. De aankoop van rundvee kan gehonoreerd worden met een rentesubsidie van 1 gedurende ten hoog ste 6 jaar, indien deze aankoop een onmis bare voorwaarde blijkt te zijn voor het be reiken van het moderniseringsdoel. De indiening van de aanvragen zal moeten plaatsvinden bij de Districtsbureauhou ders. Indien op deze aanvrage de goed keuring wordt verkregen, zal de onder nemer zich tot de bank wenden voor de financiering van de investering. Een van de voorwaarden voor het verkrijgen van de goedkeuring is, dat de te subsidiëren lening ten minste 20.000,- bedraagt. Welke invloed van deze rentesubsidierege ling zal uitgaan en in welke omvang de regeling zal worden toegepast, is nog moei lijk te overzien. De onderhavige regeling vormt slechts het begin. Op korte termijn kan een regeling m.b.t. de fruitteelt worden tegemoetgezien. Ook is een studie gaande of de rentesubsidie van toepassing moet worden verklaard voor de glastuinbouw. Indien daarbij rekening wordt gehouden met het feit, dat de rege ling van rentesubsidies een van de beleids instrumenten gaat vormen van het Euro pese landbouwbeleid, kan de betrokken heid van onze banken hierbij belangrijk worden. CENTRALE KRING EN CENTRALE RINGVERGADERING VOOR HET LAATST BIJEEN In de laatste week van november zijn de Centrale Kringvergadering en de Centrale Ringvergadering oude stijl, voor het laatst bijeen geweest. Uitvoerig kunnen wij daar niet op ingaan, omdat op het moment, dat wij dit schrijven, het blad reeds ter perse is, en ons slechts deze enkele kolom ter beschikking staat. Toch lijkt het juist om hier enige impressies te noteren, zij het kort en onvolledig. Dat de leden van de beide centrale ver gaderingen goede pleitbezorgers zijn, is ook nu weer eens gebleken, want aan dis cussie heeft het ook in deze laatste ver gadering niet ontbroken. Tegelijkertijd is nog weer eens duidelijk geworden, dat het samengaan van de twee Centrale Banken en alles wat daarmee samenhangt (in dit geval: voorlopige kringindeling, li quiditeitsregeling en renteregeling), maar niet een zaak is van de bestuursorganen van de Centrale Bank alléén. De Cen trale Kring- en Ringvergadering hebben, daartoe gevoed door het overleg in krin gen en ringen, daar een belangrijk stem pel op gedrukt. Zo bleek uit het Gewijzigd Ontwerp-Kring- indeling, dat daarin met vele wensen, naar voren gekomen tijdens het overleg van de laatste maanden, rekening is gehouden. Uiteraard konden niet alle wensen op dit moment gehonoreerd worden, maar na de resterende vraagpunten nog eens te heb ben doorgepraat en toegelicht, konden de Centrale Kring en de Centrale Ring zich met het gewijzigd ontwerp verenigen. Dit te gereder, nadat nog eens was benadrukt, dat het hier om een voorlopige kringinde ling gaat, waaraan nog bijgeschaafd kan worden als er in de praktijk mee gewerkt is. In gelijke mate gaf ook de liquiditeitsrege ling nog stof tot spreken, waaruit bleek dat de laatste Centrale Ring en Kring geen gezellige onderonsjes waren ter af sluiting van een veelbewogen jaar, maar echte werkvergaderingen. Met name spitste het beraad zich toe op het pleidooi van en kele afgevaardigden om aan de „bijzondere overgangsregeling voor bedrijfsgebouwen" een permanent karakter toe te kennen; een opvatting, die door andere afgevaardigden werd bestreden. Een amendement met be trekking tot bovengenoemde overgangs regeling behoefde niet in stemming te wor den gebracht, omdat de vergadering zich ten slotte met de liquiditeitsregeling en evenzo met de renteregeling kon verenigen, onder voorbehoud, dat daarop volgend jaar zal worden teruggekomen. Met name het aanvaarden van de stukken zoals zij ter tafel lagen en de toezegging van de zijde van de bestuurscolleges deze in 1973 opnieuw aan de orde te stellen, heeft, dachten wij, zeer verhelderend ge werkt. Daardoor is een sfeer van vertrou wen geschapen, die bij de start van de nieu we Centrale Bank onontbeerlijk is. De be sprekingen in de Centrale Kring- en Ring vergadering hebben daartoe in grote mate bijgedragen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 5