2
Bij het ter perse gaan van dit nummer bereikten ons de beide hierna volgende berichten van de Raad van Beheer
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A.
In ons nummer van januari hopen wij hierop nader terug te komen.
Op zijn verzoek is aan mr. Ph. C. M. van Campen, voor
heen algemeen directeur van de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven, wegens het bereikt hebben
van de pensioengerechtigde leeftijd met ingang van 1 april
1973 eervol ontslag verleend uit zijn functie van lid van de
Hoofddirectie van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank G.A.
Na zijn terugtreden uit de Hoofddirectie zal mr. Ph. C. M. van
Campen op verzoek van de Raad van Beheer aan de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank verbonden
blijven in de functie van algemeen adviseur.
De Raad van Beheer stelt het op prijs, jegens mr. Ph. C. M.
van Campen uiting te geven aan zijn grote erkentelijkheid
voor de belangrijke arbeid, die hij in Nederland en daar
buiten heeft verricht ten behoeve van het coöperatief georga
niseerde landbouwkredietwezen, zowel in het kader van de
boerenleenbankorganisatie als in het belang van het samen
gaan van deze organisatie met de raiffeisenbankorganisatie
binnen de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank.
Ir. J. W. Hudig, voorheen directeur van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht, zal in verband met zijn
leeftijd met ingang van 1 januari 1973 aftreden.
Hem zal met ingang van deze datum eervol ontslag worden
verleend uit zijn functie van lid van de Hoofddirectie van
de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A.
De Raad van Beheer stelt het op prijs, jegens ir. J. W. Hudig
uiting te geven aan zijn grote erkentelijkheid voor de be
langrijke arbeid, die hij heeft verricht ten behoeve van het
coöperatief georganiseerde landbouwkredietwezen, zowel in
het kader van de raiffeisenbankorganisatie als in het belang
van het samengaan van deze organisatie met de boerenleen
bankorganisatie binnen de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank.