een schets van de
economische ontwikkeling
in 1972
financieel overzicht
19
drs. h. visser
Het is veelal gebruikelijk bij het naderen van de jaarwisse
ling terug te blikken naar de meest opvallende gebeurte
nissen en ontwikkelingen in het bijna afgelopen jaar. Ook
thans wordt op dit gebruik geen uitzondering gemaakt.
In conjunctureel opzicht kunnen we stellen, dat in 1972
reeds in het eerste kwartaal een conjuncturele kentering
heeft plaatsgehad.
De gemiddelde dagproduktie van de nijverheid lag in het
eerste kwartaal van 1972 31/2 boven het niveau in de over
eenkomstige periode van 1971. Ook in de volgende kwarta
len was de produktie hoger, zij het nog steeds aan de be
scheiden kant. De opleving in het conjuncturele gebeuren is
dan ook aan de matige kant. Zeer duidelijk blijkt dit uit de
werkloosheidscijfers. De gemiddelde werkloosheid wordt
voor 1972 in de buurt van de 120.000 geschat. Voor seizoen
gecorrigeerd liep de werkloosheid in oktober terug naar
de 124.500. Eind september bedroeg deze nog 129.100.
Volledigheidshalve moeten wij hieraan toevoegen, dat in
juli van het verslagjaar de werkgelegenheidssituatie voor
het eerst een lichte verbetering te zien gaf. Het behoeft geen
nadere uitleg, dat de combinatie van een aanzienlijke werk
loosheid en toenemende produktie de arbeidsproduktiviteit
heeft doen oplopen: deze wordt voor 1972 op 5,5 geschat.
Deze arbeidsproduktiviteitsstijging deed zich in sterke mate
voor in de bouwnijverheid - 7 - alwaar de woningbouw-
produktie in tegenstelling tot de utiliteitsbouw met maar
liefst 12 toenam en de verwerkende industrie - 9 %-.
Het aantrekken van de conjunctuur geschiedde evenals bij
vorige conjunctuuromslagen grotendeels via de buiten
landse vraag. Een sterke stijging in de exportorders en de
exportproduktie resulteerde in een toename van het volume
der goederenuitvoer van 11 Voegt men hier de geringe
stijging (5,5 van de goedereninvoer, die door de import-
vervangende produktie en het achterblijven van de inves
teringen aan de bescheiden kant is gebleven, aan toe, dan
is een positief saldo op de lopende rekening van de be
talingsbalans geen verrassing. Dit saldo wordt op 2 miljard
geschat en dat is 2,5 miljard meer dan in 1971.
Een bedenkelijke ontwikkeling bij deze vormt, zoals gesteld,
het achterblijven van de investeringen. Het volume der
bruto-investeringen in bedrijven zal in 1972 met circa 8,5
afnemen. Het conjunctuurherstel is kennelijk geheel vanuit
de consumptieve sfeer gekomen en dit maakt, dat de kente
ring in de conjunctuur niet te optimistisch geïnterpreteerd
mag worden. Van groot belang voor de investeringsgeneigd
heid zijn de winst c.q. rendementsverwachtingen. In 1971
was het rendement na belastingen op het geïnvesteerd ver
mogen naar de 3,6 gezakt en deze daling heeft vele
ondernemers tot enige aarzeling gebracht.
Een paar apart vormen nog steeds de lonen en de prijzen.
Ondanks alle waarschuwingen zijn beide grootheden weder
om fiks gestegen. Naar het zich laat aanzien, zal de inflatie
dit jaar een record - 8,5 - bereiken. Ook de loonsom per
werknemer steeg zoals in 1970/71 met 12,5 Met recht kun
nen we stellen, dat de inflatiespiraal geheel los is komen te
staan van de conjuncturele ontwikkelingen. Vandaar dan
ook dat er gezocht is naar nieuwe wegen, di° leiden naar
inflatiebeteugeling. Momenteel ziet het er naar uit dat de
werkgevers, werknemers en de overheid in het sociaal con
tract één van die wegen gevonden hebben. Bij dit sociaal
contract streeft men naar geen reële verbetering van het
contractloon. Een andere weg is de zogenaamde prijscal-
culatiebeschikking. Deze beschikking die met terugwer
kende kracht tot 15 augustus ingaat, houdt in dat alleen de
kostenstijgingen in de prijzen doorberekend mogen worden.
Een stuk winstneming van de zijde der ondernemers is der
halve niet geoorloofd.
Voor 1973 wordt, nu in het laatste kwartaal de prijzen weer
relatief snel zijn opgelopen, wederom op een prijsstijging
van 7 gerekend. De loonsom zal met 13 toenemen, uit
gaande van de veronderstelling dat het sociaal contract zal
doorgaan. De investeringen zullen, in volume gemeten, met
circa 8 stijgen, dit mede door de verwachte rentabiliteits-
verbeteringen. De werkloosheid zal zodoende afnemen en
naar schatting het niveau van de 100.000 behalen. Het
volume der particuliere consumptie zal in 1973 2 lager
zijn dan het niveau van 5 in 1972. Het aantrekken van de
investeringen heeft ook tot gevolg dat de importen zullen
toenemen.
Met de nodige voorzichtigheid wordt 1973 het jaar van het
voortgaande conjuncturele herstel en helaas het jaar van
de voortgaande loon- en prijsspiraal. Worden de jaren
zeventig toch het decennium van de inflatie?