inflatiebestrijding 14 landbouwproblemen vóór de verkiezingen herhaalt de heer Van Riemsdijk zijn reeds in 1968 gedane suggestie voor een toeslagenstelsel. Hij gaat er vanuit, dat het huidige peil van landbouwprijzen te hoog is en hij wil de inkomsten daaruit afromen en vervolgens de zo beschikbaar gekomen gelden in directe inkomenstoesla gen omzetten. Deze toeslagen zouden alleen voor de huidige generatie gelden; de volgende generatie moet voor het lagere prijspeil produceren of er helemaal niet aan beginnen en de landbouw verlaten. Minister Lardinois zei weinig te zien in welk stelsel van inkomenstoeslagen ook, maar aan het einde van het debat toonde hij zich in zoverre toegeeflijk, dat hij toezegde vóór de verkiezingen een commissie in te stellen ter bestudering van deze kwestie. Nu is de kwestie van toeslagen en/of prijzen altijd actueel in de landbouwpolitiek. Zou men op het ogenblik toeslagen gebruiken als aanvulling op de prijzen, dan wordt dat een zware last voor de schatkisten. Overigens heeft de Europese Commissie beloofd een rapport over het invoeren van inkomenstoeslagen samen te stellen. Prof. Van Riemsdijk meent, dat de huidige landbouwprijzen te hoog zijn en dat daarin een financieringsbron voor gerichte toeslagen gevonden kan worden. De commissie van de heer Lardinois zal wel enige tijd nodig hebben om te bepalen of en in hoeverre de huidige prijzen te hoog zijn. Het probleem van de rechtvaardige prijs is een leerstuk, waarover men sinds de middeleeuwen reeds doende is; bovendien op een moment, dat de suiker- en tarwemarkt geleidelijk uit hun overschotsituatie komen, en de ontwikkelingslanden hun doelstelling van voedsel- produktie niet realiseren, zal het moeilijk zijn om eens luidende uitspraken over het meest juiste prijspeil te doen. Op de zgn. topconferentie van de oude en nieuwe E.E.G.- landen op 19 en 20 oktober in Parijs werden geen con crete besluiten genomen, maar de lidstaten hebben zich wel voorgenomen om de komende jaren het een en ander nader overeen te komen. Een eerste onderwerp kwam al op 30 en 31 oktober aan de orde, nl. de gezamenlijke bestrijding van de inflatie. Veel heeft dit niet opgeleverd; het enige concrete is de schorsing van de helft van het invoerrecht op rundvlees tot 1 februari 1973. Vooral voor ons land kan dit tot daling van producentenprijzen leiden; de slagers lieten aanstonds weten, dat de consument niets van deze prijsdaling zou merken. In feite gaat het hier om een schijngebaar op verlangen van de Franse regering, die zo de indruk wil geven iets aan de kosten van levensonderhoud te doen. In feite haalt het ook daar niets uit, maar aan de in het Franse menu heilig geachte koe is althans de nodige politieke eer bewezen. In de Nederlandse politiek is het sociaal contract de basis van de bestrijding van de inflatie - behoort dat althans te zijn. Het prijspeil voor de consument zou volgens het concept-contract niet verder mogen stijgen dan met 5,75 In Brussel kwamen de E.E.G.-landen een streefcijfer van 4% overeen; het verschil zou moeten worden goedge maakt door de verhoging van de indirecte belastingen, waarvan bij het Brusselse cijfer is afgezien. Of die rekensom klopt, kan op dit moment niet worden nage gaan. Wel is bekend, dat de Regering op aandrang van de sociale partners alleen het normale tarief heeft verhoogd van 14 tot 16% (invloed op kosten van levensonderhoud 0,8 punt). Het zgn. verlaagd tarief, dat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 16