die ouwe centrale bank E la 7 Ik doe het toch! Ik moet iets kwijt over die eigen, goede, oud-ver trouwde, veel gesmade, onvolprezen Centrale Bank van mij, die gaat verdwij nen. Toegegeven, soms twijfel ik of dat nu wel zo nodig is. Wat is zo n Centrale Bank nou uiteindelijk meer dan een papieren fictie, een opgedirkte imitatiepersoonlijkheid? ledereen zal het wel gek vinden, wat ik daarover wil zeggen. Ik weet dat allemaal deksels goed. Maar ik doe het toch. Want wil er allemaal even rekening mee houden, dat er voor mij tot nu toe maar één Centrale Bank geweest is, heel wat jaartjes lang. En er was voor mij maar één organisatie! Ik wil het hier maar eens goed zeggen: het doet je toch wel wat, als die ene Centrale Bank gaat verdwijnen! Dat die andere Centrale Bank ook ver dwijnt ligt heel anders. Zeker, het is van groot belang, ingrijpend zelfs, iets dat je een moedige financieet-economische enzo voort stap noemt maar wat raakt dat mij nou helemaal? Nee, dan mijn eigen Centrale Bank. Dat die met naam en plaats in het verleden gaat verdwijnen, dat gaat me niet zo maar langs de koude kleren heen. De mensen van die andere Centrale Bank zullen hetzelfde ervaren, maar ik schrijf nu louter vanuit de ge dachten, herinneringen en gevoelens, die het lot van mijn eigen Centrale Bank opwekt. Kijk het is als met een huis, waarin je bent opgegroeid, waarin je jaren hebt gewoond. De verhuizing naar dat betere, mooiere en grotere huis is met enthousias me voorbereid. Je hebt er zin in. Maar als die verhuiswagen voor de deur staat om je boeltje mee te nemen, merk je dat je iets achterlaat. Een deel van je leven? Dat zeggen ze soms. Want zo'n huis met zijn straat en zijn buurt is wat voor je gaan betekenen en dat raak je nooit meer kwijt. Zó ongeveer is het ook met de Centrale Bank en haar organisatie. ledereen beschouwde die als „onze", het werden in je gedachten onge merkt een soort levende dingen, met een eigen taal, gedrag en sfeer. Niet iedereen zal me dit zo na zeggen, je moet er na tuurlijk een aantal jaren voor mee gelo pen hebben. Zulke mensen zijn er echter genoeg, ook bij de aangesloten banken. Zij zullen begrijpen wat ik bedoel. Dat zijn allemaal mensen, die in denken en werken Utrechtswaren, ol Eindho- vens" waren. Ze hebben allemaal in „dat oude huis, de straat ol de buurt" gewoond, zin ol geen zin, met succes ol tegenspoed, plezier ol ergernis. Daarom mag, na alle moois dat over de fusie terecht gezegd, geschreven en beslo ten is, hier voor één keer ook wel eens even gezegd worden, dat we ook wat zullen gaan missen. Ik doe het in ieder geval. Want die ouwe Centrale Bank met zijn organisatie komt niet terug. Over vijl ol tien jaar zullen de mensen zich nauwe lijks goed meer kunnen voorstellen, dat er ooit twee organisaties waren. Ze zullen er wel rare gedachten over krijgen. Laten we daarom voor die mensen hier iets vastleggen. Inderdaad, het werd tijd, dat de twee de handen inéén sloegen. We verhuizen graag naar dat nieuwe grote huis". Maar als jullie denken, dat we er niet even omgekeken hebben naar dat oude huis, dan heb je het goed mis! Want die oude Centrale Bank met zijn banken was zó gek nog niet. Dat is voor ons iets aparts geweest - je kon er tegen schop pen ol het prijzen - het was op de een ol andere wijze de instelling, waarbij je je thuis voelde! Wees gerust, we gaan echt geen grafschrift schrijven. Onze lusie be tekent immers heel wat anders dan een „zand erover". Ik beken zelfs, dat de rechtlijnigheid van mijn betoog op dat andere dreigt stuk te lopen. Wat al staat die Centrale Bank van mij op het punt opgeheven en geliquideerd te worden, de bedoeling daarvan is, dat ze met de andere oude in de nieuwe blijft voortleven. Wonderlijk genoeg kan dat allemaal, maar vraag me nu niet het uit te leggen. De nieuwe neemt zelfs rustig het geboortejaar aan van de beide oude Cen trale Banken en wordt dus volgend jaar al 75 jaar! Die oudjes zijn taaier dan je denkt; opgeheven en toch voortleven, je raakt ze niet kwijt! Ik vind het best zo. Er is wel iets dat verdwijnt, sommige dingen zul je niet terugvinden. Zo is het trouwens altijd geweest. De oude Centrale Bank zorgde er toch ook voor, dat ze in zeg 10 jaar enorm veranderde. Dat zullen we ook met die nieuwe Centrale Bank willen mee maken. En dan, na dit alles weet ik nu toch niet goed wat te zeggen tegen die ouwe Cen trale Bank: Adieu! of Vaarwel ook in je nieuwe huis! Van allebei een beetje lijkt het beste. J.R.H.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 9