wob wob 4 financiële consequenties welke voortvloei en uit de arbeidsvoorwaarden, waarbij het nimmer de bedoeling zal zijn dat iemand achteruit gaat. Het zal wel een enkele maal kunnen voorkomen dat even de pas wat wordt ingehouden en in uitzonderingsgevallen kan het voorkomen, dat de stap vooruit b.v. over twee jaren wordt verdeeld. Het moet echter duidelijk zijn dat het hier een advies betreft binnen de organisatie, waarin niemand er belang bij heeft dat er onderling grote verschillen zijn en dat derhalve een zo groot mogelijke opvolging van het advies van grote betekenis is. Zulks ook in verband met mogelijke fusies en doorstroming van personeel. In deze geest heeft de Commissie van 24 haar advies opgesteld en heeft de Raad van Beheer van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A. dit over genomen en aan de organisatie uitge bracht. BESTUURSLEDEN VOOR DE NIEUWE KRINGEN Het wordt even moeilijk voor onze raiffei- sen- en boerenleenbanken. De fusie komt nu echt dicht bij huis, want de oud vertrouwde kring- en ringindeling ver dwijnt en er wordt een nieuwe kringinde ling op poten gezet, die zo spoedig moge lijk moet gaan werken. Hoe dat gebeurt, behoeven we hier niet meer uiteen te zetten. Alle banken hebben er op hun in deze weken gehouden of nog te houden „oude" kring- en ringvergaderingen mee te maken. En als iemand het nog eens pre cies wil nalezen, kan hij het vinden in het verslag van de in oktober gehouden Cen trale Kring- en Ringvergaderingen, dat in dit nummer gegeven wordt. Nu is er straks een nieuwe kring, met laten we dat aannemen leden, die vroeger tot twee of meer verschillende kringen of ringen behoorden. Er is ook een mooi nieuw reglement, maar echter nog geen kringbestuur, want dat wordt er niet au tomatisch bijgeleverd. Het reglement gaat er vanuit, dat er al een kringbestuur met een voorzitter is! De vraag is dus: Wie roept de kringvergadering bijeen? Wie stelt kandidaten voor het kringbe stuur? De kring kan immers alleen kiezen als er kandidaten zijn. Wie treedt als voorzitter op, zolang er geen „reglemen taire" voorzitter is? Het lijkt moeilijker dan het is, want we mogen hier naar de redelijkheid te werk gaan, op een wijze, die zoveel mogelijk de bedoeling van het reglement benadert. Allereerst de bijeenroeping. De eerste bij eenkomst van de nieuwe kring zal door de Centrale Bank worden bijeen geroepen. Deze komt daar toch zonder meer als eerste voor in aanmerking. Bij die bijeen roeping worden de banken tegelijkertijd uitgenodigd desgewenst kandidaten te stellen voor kringbestuursleden, zulks met inachtneming van art. 12 van het regle ment. Kandidaatstellingen in te dienen bij de districtsdirecteur. Er is immers nog geen kringbestuur! Daaraan voorafgaande zal echter een apart overleg plaatsvinden. Het zal im mers de bedoeling en verwachting van ieder kringlid zijn, dat hij „vertrouwde gezichten" in het nieuwe kringbestuur terugziet. De districtsdirecteur gaat daar om praten met de binnen de nieuwe kring wonende personen, die lid waren van het bestuur van een oude ring of kring. Daar bij gaat het dan natuurlijk over de sa menstelling van het nieuwe kringbestuur, wie komen voor een kandidatuur in aan merking, wat moet de getalsverhouding zijn in dat bestuur tussen vertegenwoordi gers van de boerenleenbanken en die van de raiffeisenbanken? Als er binnen deze groep van oud-(k)ringbestuurders in dit overleg een overeenstemming omtrent kandidaten zou blijken te bestaan, zouden de banken van die oud-bestuurders er toe over kunnen gaan de betrokken personen kandidaat te stellen. Daar dit alles zich in een soort vooroverleg zal afspelen, zal de Centrale Bank reeds bij haar oproeping tot de eerste kringvergadering kunnen meedelen, dat die en die reeds kandidaat gesteld zijn. Dat zijn dus vermoedelijk „bekende gezichten". Zoals reeds gezegd, zullen na ontvangst van de oproep de banken de gelegenheid tot het stellen van (andere) kandidaten krijgen. En dan nog de voorzitterskwestie. Men laat, zolang er geen gekozen voorzitter is, de oud-bestuursleden van de oude ringen en kringen onderling uitmaken of zij dat voorzitterschap dooi één van hen dan wel door de districtsdirecteur willen laten waarnemen. Op deze wijze zullen de formaliteiten van de eerste kringvergadering zonder al te veel moeite overwonnen kunnen worden. Hier en daar zal de kandidaatstelling en verkiezing van bestuursleden, evenals de aanwijzing van vertegenwoordigers voor de Centrale Kringvergadering, voor de leden van de kring misschien niet eenvou dig zijn. Wij doelen hier op de omstandig heid, dat boerenleenbanken en raiffeisen banken zich voor het eerst binnen dezelf de kring bijéén zien. Vragen van meer of minder invloed ko men dan haast vanzelf bij zulke verkie zingen boven. Dat is begrijpelijk, maar laat deze vragen niet gaan overheersen, want de kant van blokvorming moeten we beslist niet uit. Men leze in dit nummer de wijze woorden, die in de Centrale (K)Ringvergaderingen gewijd zijn aan de kwestie „pariteit en minderheid"!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 6