uit onze historie
de boerenleenbank in het zeer oude heeze
Inderdaad: het zeer oude Heeze, waarvan al vele honderden jaren geleden gewag
gemaakt wordt. „Midden in het oude hertogdom Brabant een uitgestrekte heerlijkheid,
Heeze-Leende, die wel een zeer aanzienlijke, een der voornaamste, een der grootste
en voordeligste in de Meierij van 's-Hertogenbosch is genoemd" (citaat ontleend aan
het boekje „Heeze").
Het was en is maar niet „zo maar een dorpje". Er bestaat een Kronijk van merkwaar
dige voorvallen geschreven door H. G. van Moorsel; er zijn ettelijke verhandelingen
en boekwerkjes over geschreven en in 1929 bestond het St. Jorisgilde reeds vijf
eeuwen.
schuur, waar de tienden, zoals elke tiende
garve van de graanoogst moesten worden
gebracht.
Het „Tempora Mutantur in de vesti
bule van de bank wordt nog eens extra
onderstreept door een schilderij in de
vergaderkamer dat de eertijds primitieve
toestanden uitbeeldt. Een haast onverge
lijkbaar verschil met het heden, alhoewel
het vroeger niet alles „slecht" en thans
zeker niet alles „goed" is.
Ook nu nog heeft de Boerenbond, waaruit
de bank ontsproot, het recht om candida-
ten te stellen voor bestuur of raad van
toezicht van de boerenleenbank, in welke
colleges o.a. een econoom en een politico
loog naast agrariërs „zitten" en waarvan
de meerderheid lid moet zijn van een
erkende „standsorganisatie".
En de traditie weegt zwaar, want „Heeze"
dat een van de mede-oprichters was van
de Centrale Bank te Eindhoven, meldde
zich op 25 augustus 1972, precies op de
vijfenzeventigste verjaardag aan als lid
van de „nieuwe" Centrale organisatie (De
Raiffeisen-Boerenleenbank). Een zeer zin
vol gebaar.
En in dat oeroude, intens levende Heeze
werd 75 jaar geleden een boerenleenbank
opgericht. Nu niet bijzonder vermel
denswaard (want nü bestaan ettelijke
honderden van deze „zo nuttige instellin
gen") maar toén toch wel een pioniersdaad
ten behoeve vooral van de talrijke econo
misch zwakkeren.
In de notulen van het verhandelde in de
vergaderingen van de Noordbrabantse
Christelijke Boerenbond „afdeling Heeze"
te Heeze vinden wij, dat op 16 augustus
1897 door het provinciaal bestuur (van de
N.C.B.) 150,- wordt uitgekeerd aan de
eerste tien leenbanken.
Dit wordt niet gefluisterd aan dovemans
oren en 150,- is ook niet te verwerpen,
dus werden reeds op 18 augustus de
statuten voor eene Boerenleenbank uitvoe
rig behandeld en aangenomen, zij het na
enige latere wijziging, die niet verhinder
de, dat de 150,- toch binnengehaald kon
worden. De oprichtingsakte moest wel
snel verleden worden, want ook „Leende"
deed mee aan de wedren van de eerste
tien. Aardig is, dat in een van de verga
deringen aan de oprichting gewijd, werd
gesproken over de stichting van een „Raif-
Er bestaat een Kronijk van merkwaardige voorvallen
Er is in deze rooms-katholieke omgeving
al honderden jaren lang een protestantse
enclave. Het kasteel „De Heeze" is nu nog
in bezit van Baron van Tuyll van Seroos-
kerken en er „stond" een predikant, Johan-
nes Leonardus Arnoldus Kremer van
1825-1867, die genaamd werd de „oogen
dominee", omdat hij op zeer bijzondere
wijze oogzieken kon genezen, waarom vele
patiënten naar Heeze kwamen, soms wel
200 a 300 per jaar.
Er was geharrewar over kerkelijke goede
ren en politiek, wat niet kon verhinderen,
dat ook nieuwe - protestantse - baron
nen met Brabantse feestelijkheden (en dat
zegt wat!) werden „ingehaald".
Er is ook nu nog een grote verdraagzaam
heid en verbondenheid, die - zoals overal
- tengevolge van de groei der gemeente
langzamerhand aan betekenis gaat verlie
zen. (Maar geen medaille zonder keer
zijde; van deze groei profiteert vanzelf
sprekend de Boerenleenbank).
Er was ook daar het „tiendrecht", waarte
gen zelfs een keer het „volk" in opstand
kwam, en het huidige bankgebouw staat
op de plaats van de vroegere rentmees
terswoning van het kasteel, de zgn. Tiend-