moderne factoring Het kasteel van Amboyna, een zwaar versterkte handelsfactorij van de V.O.C., in 1607. (Uit Klompmaker, Handel in de Gouden Eeuw). De oorsprong van het woord factoring voert ons terug in de geschiedenis van de internationale handel. De factoor was de in de koloniën gevestigde handelsagent, die in opdracht van de leveranciers in het moederland producten verkocht. Immers, de factoor kende de afnemers, de markt, de betalingsgewoonten, etc. In de tijd van de Vereenigde Oostindische Com pagnie was de factoor bovendien nog in koopagent voor zijn opdrachtgever, en zorgde ervoor, dat de schepen met koloni ale waren beladen weer huiswaarts kon den keren. De factoor was in die tijd de contactman, die de goederenhandel regel de voor een handelsfirma op de verre markten. De huidige factoring is meer terug te voeren op de functie, die de Engelse verkoopagenten aan het begin van de 19e eeuw hadden op de Amerikaanse markt. Op deze in betekenis toenemende Ameri kaanse markt wilden de Engelse textiel- exporteurs zich niet alleen van de afzet verzekeren, maar vooral ook van de beta ling. De verkoopagent diende voor de soliditeit van de verre afnemer in te staan, ja, hij diende de vordering vóór te financieren en zelf de aankoop- en debi teurenadministratie bij te houden. Door de geleidelijk toenemende industrialisatie werden de Verenigde Staten minder af hankelijk van importen. Bovendien zorgden hoge beschermende rechten voor het weren van vreemde produkten. De agent zag geen brood meer in het verzorgen van importen en schakel de in bepaalde gevallen over op het finan cieren van de binnenlandse industrie. De goederenhandel viel weg. Het overne men en beheren van debiteurenposten werd het nieuwe métier van de factoor. De commerciële functie werd losgelaten, de kredietfunctie werd de hoofdzaak. Het moderne factoringbedrijf is een vorm van gespecialiseerde dienstverlening, wel ke zich concentreert op de debiteuren van het bedrijfsleven. Het verkopen van goe deren of het leveren van diensten kan aanzienlijke debiteurenposten doen ont staan. Dit betekent, dat een deel van het vermogen tijdelijk wordt vastgelegd, dat een debiteurenadministratie gevoerd moet

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 34