NEWSLETTER 31 AFRICA CO-OPERATIVE SAVIN6S AND CREDIT ASSOCIATION ASSOCIATION DES COOP. D EPARGNE ET DE CREDIT D AFRIQUE SILOPARK HOUSE. NAIROBI. KENYA P. O BOX 43278. TEL 23710 CABLE: ACOSCA NAIROBI July-September, 1972 TUNISIAN MINISTER OP PINANCE AD2BES3ES TENTH ANKUAL CONFERENCE CM ACÜÜCA CCBPSJfEHC TUNISTUNISIASKPTBKEË.i 12-15TH li OP PINANCE ADORE 'ÖV TxjCaI Sa^CI55'":" His Excellenoy, M. Mohamed Fitouri, Tunisian Minister of Pinanoe, in the key note speech at the opening session said that credit uniono had been estoblished in Tunisia to make credit available to farmers v/ho have no access to oonventional sources. He called upon the con ference to provide uolutions to the intricate queations of thrift in Africa. He concluded by saying: "Our own countries have alrcady made substantial etrides in this field. This can only encourage us to be more dynamlc and imaginative so that an ever-increasing flow of sarlngs may lead our countries to the road of progress and pros per ity" The Hon. Benedict Mukong, ACOSCA President, welcomed guests and participanta to the opening session. Additional speeches were given by El Hadj Bamba Sourang, ACOSCA representative for the Northern Region, and Mr. Ivan Alphonse, representative of the World Council of Credit Unions. More than 70 participants representing 14 A^ObCA affiliates and 15 agencies working with credit unions in Africa participated in the four-day conference. The Idieme for this year s conference was "Building Strong National Associations in the Seventies"Country ro, orts on the taobilization of local savings were presented by representatives from 17 countries. Söcial events included receptions offered by the Government of Tunisia and ACOSCA. IMPORTANT DEC IS I OM 3 TAKEN BY OGhBGATES TQ THIR1) AHNUAL MEETING; Under the chairiiianship of Hon. B.N. Mukong delegates meeting in a .../2 kringen van Acosca. In de eerste plaats hoe te bevorderen dat de aangesloten organisaties meer self supporting worden. Men beseft dat de eigen inkomsten moeten stijgen. Naast verhoging of invoering van bijdrageregelingen - bijdragen in de kosten van de nationale organisaties - is door een tweetal organisaties al besloten over te gaan tot de oprichting van een Centrale Bank. Dit zijn de landen Cameroon en Ghana. Over dit onderwerp is ook in Tunis uitgebreid gesproken. Het is tot nu toe niet gebruikelijk in het patroon van een credit unions organisatie conform de Amerikaanse opzet met een Centraal Bankinstituut te werken. De overtollige middelen die een kredietcoöperatie op een bepaald moment heeft, worden nu gedeponeerd bij bijvoorbeeld een handelsbank. In Afrika - trouwens ook in de Verenigde Staten - heeft men beseft, dat het bundelen van de liquiditeitsfunctie grote voordelen heeft. Doch dat niet alleen, door middel van een Centrale Bank zal men ook in staat zijn grotere projecten te financieren dan via de kleine kredietcoöperaties plaatselijk mogelijk is. Het is te verwachten, dat op dit spoor in een nabije toekomst verder wordt gegaan. Al met al een ontwikkeling waarvan men voor de toekomst nog grote verwachtingen mag hebben. Het is een werk waar zegen van uitgaat. Een van de bulletins, die werden uitgegeven tijdens de voorbereidingen van de conferentie in Tunis. spaargelden stegen in dezelfde periode van 4,22 miljoen tot 5,20 miljoen, terwijl de kredieten een niveau bereikten van 3,25 miljoen. Naar Nederlandse maatstaven gemeten is dit alles bescheiden, doch onze maatstaven mogen hier niet gelden. Het is bijzonder verheugend, dat deze ontwikkeling zich met name de laatste twee jaar in een snel tempo voltrekt. Het is tegen deze achtergrond, dat het enthousiasme bij de Afrikanen meer te begrijpen valt. Twee onderwerpen hebben nu bijzondere aandacht in de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 33