21 Biemond, is het initiatief tot het stichten van de bank pas laat gekomen, omdat er geen hechte gemeenschap was. Onze in druk is, dat dit laatste nu wel, mede dankzij de bank, sterk verbeterd is. De Bank Stellendam is echter vooral op vallend door de visserij. Ze is groot ge worden door de visserij, daarover zijn de heer Biemond en de heer L. Visser, de voorzitter van de Raad van Toezicht, het roerend eens. De laatste is tevens wethou der van de gemeente Goedereede, maar vond gelukkig gelegenheid ons bij zich thuis te ontvangen. Die twee voorzitters zijn beiden landbouwer van beroep, een vak, dat ze beslist niet verwaarlozen en waarvan ze de kennis ook inbrengen in hun functie, maar als je ze als bankbe- stuurder echt warm wil hebben, praat dan over de visserijfinanciering! De heer Vis ser heeft wat meer „dienstjaren" en is er geleidelijk ingegroeid, maar de heer Bie mond werd in 1970, toen hij op 33-jarige leeftijd voorzitter van het bestuur werd, voor de taak gesteld zich helemaal in de visserijfinancieringsproblemen te verdie pen. Het is hem gelukt. „Het heeft mijn hart gegrepen", zegt de heer Biemond. „Als ik even de tijd heb, zit ik aan de haven". Aardig is, dat noch in het bestuur noch in de Raad van Toezicht een visser zit. Men vertelt ons, dat de vissers dat juist een goede situatie vinden! Laat geen visser in je visserszaken neu zen. De vorige voorzitter van het bestuur, de thans overleden heer Snijder, wiens naam met veel respect wordt genoemd, heeft de start aan de huidige visserij en aan de contacten van de bank met de vissers gegeven. Men mag met enige trots zeggen, dat wat in Stellendam in de visserij tot stand is gekomen, eigen werk is, „van binnen uit", zegt de heer Visser, zowel bij de vissers, de gemeente als ook bij de bank. Thans hebben wij, aldus de heer Biemond, heel veel vissersleden. Hier in de haven zijn zo'n 50 schepen, daarvan de helft met een financiering bij ons, een ander deel bij de Raiffeisenbank Ouddorp en bij de Am- robank. De afdamming van het Haring vliet is een impuls voor de uitbreiding geweest. Er is overgeschakeld van kustvis serij op zeevisserij. Snijder was de ver trouwensman van de vissers en heeft hen met succes opgewekt om niet af te wach ten, maar om te bouwen of tot nieuwbouw te besluiten. Er zijn nu schepen van 32 33 meter lengte en 1.200 PK motorvermo gen (de grootste). Het rendeert! Maar de Foto links: de heren J. Th. IV. Hopmans en R. A. Winkels Foto midden: de heer J. A. Biemond Foto rechts: de heer L. Visser tong is een dure vis en je vraagt je wel eens af of de goede tijden met de platvis zullen standhouden. De heer Visser beaamt dat. Het gaat nu allemaal prima. Maar de bankier is wel kwetsbaar als het slechter met de visserij zou gaan. Die eenzijdige financiering, hoe succesvol ook tot nu toe (de vissers zijn ook goede spaarders!), geeft ons wel eens zorgen. Hij vindt het daarom ook jammer, dat de Centrale Bank geen eigen speciale visserij-expert heeft. Dat zou ons erg welkom zijn. De heer Biemond denkt hier ook aan een intensiever contact met zusterbanken, die zich ook met visserijfinanciering bezig houden. Wij moeten op dit punt in de toekomst marktgericht gaan denken. Kun nen we het kostenvraagstuk oplossen? De bank zelf moet redelijk renderen, anders zou je bedrijf in de knoei komen. Dat is tegenwoordig geen eenvoudige zaak. Zo'n kotter kost 1,3 a ƒ1,4 miljoen. Gefinancierd wordt in samenwerking met de Nationale Investeringsbank. Het deel van de bank, meestal 50% van het totaal der financiering, wordt in tien jaar afge lost. Daartoe wordt telkens ca. 25% van de bruto-besomming door de bank geblok keerd. Dit werk heel goed in de praktijk, al moeten in het begin de vissers er wel even aan wennen. Over de Centrale Bank is men in Stellen dam heel goed tevreden, volgens de heer Biemond. De fusie is geen probleem. Die ligt wat achter de horizon. De heer Visser zegt letterlijk: die Centrale Bank kunnen we beslist niet missen, alleen ben je wel eens bang, dat de „afstand" „straks" te Vier gesprekken op Goeree-Over- llakkee. Alles kon niet „uit de verf" komen; daarop was ons palet ook niet berekend. Maar wij hebben, als waren het impressies van een wan deling, met enkele streken de con touren en de kleur willen aange ven van de beelden, die de ge sprekken bij ons opriepen. Wij ho pen, dat die beelden herkenbaar zijn, vooral voor onze banken op het „eiland". groot zal worden. Hij is ook wat ge schrokken van de plaats, die de Raad van Toezicht in de nieuwe model-statuten wordt toebedeeld. Nu leef je mee, maar straks blijft daar, naar de heer Visser meent, niet veel van over. In Stellendam is een werkwijze gegroeid, die, terwijl ze de afzonderlijke verantwoordelijkheid van Bestuur en Raad van Toezicht onverlet laat, de Raad van Toezicht bij belangrijke zaken, met name financieringen, een oor deel laat geven. In de praktijk voldoet dat heel goed. De heer Visser vreest echter, dat als de Raad van Toezicht zich tot haar in de nieuwe statuten afgemeten terrein moet beperken, de taak van het bestuur onevenredig zwaarder zal worden. Wij kunnen daar in dit geval natuurlijk geen oordeel over vellen, maar wij durven te zeggen, dat een bank als Stellendam met leiders als de heren Biemond en Vis ser, die met zoveel zelfvertrouwen en ent housiasme over hun bank spreken, ook met dit probleem wel klaar zullen komen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 23