19 middelharnis twintig jaar na de watersnoodramp zijn niet ongemerkt voorbijgegaan. We zijn geen „autochtonen" meer. Er worden hier fouten gemaakt, ook „politieke" fouten. Maar men gaat de zaken al meer ruimer en groter zien. Het Europoort-gebied is een unieke plaats en strekt zich potentieel uit tot Breda toe en ook Goeree-Over- flakkee behoort ertoe. Al zijn prognoses altijd gevaarlijk, ik zie die Europoort als een geraamte voor de industrie, dat voorzien moet worden van vlees, spieren en hersens. aan de afzonderlijke banken de grote leiding geeft. Voeg daartussen een flink kringbestuur, dat met de banken in we derzijds vertrouwen overleg pleegt, dan heb je een prachtapparaat om de toekomst het hoofd te bieden. De heer Van Rumpt heeft nog een hele boel meer ideeën en gedachten. Hij weet ze bovendien overtuigend te brengen. In de ringvergaderingen zal men het wel merken. En wie het niet met hem eens mocht zijn - zijn visie op streekoverleg, over de rentetarieven zal mogelijk niet aste directeur die zijn bank omhoog wil stuwen in de vaart van de ontluikende eilandwereld. Nauwelijks minder welspre kend uit zich de heer Doornbos, want ook deze is gegrepen door de drift naar ont wikkeling van de bank. Beiden waren zeer aimabele gastheren, die gelukkig ook goed wisten te „incasseren" en die niet onmid dellijk naar de scheidsrechter zullen hol len als ze zelf eens een duwtje krijgen. De heer De Krey heeft de cijfers paraat. In 1966 ƒ10 miljoen balanstotaal, nu I 36 Hier zullen mensen komen te wonen, of men het al wil afremmen of niet, het is niet tegen te houden. Wij zullen een „toeleveringsbedrijf" worden voor de Eu ropoort: mensen, levensmiddelen en recre atie. Als banken krijgen we straks de plicht die mensen op te vangen. Nu is het nog rustig. De piek zal straks komen. De bankbestu- ren moeten reeds nu de vinger aan de pols houden en er zich zelf èn hun personeel op voorbereiden. Dat is de latente span ning, die ik in de ontwikkeling ontwaar. Tegenover de fusie van Utrecht en Eind hoven sta ik heel positief. Ons belang in de grote bankwereld is daarmee gediend en de heilloze rivaliteit is gelukkig wegge vallen. Ook het voorstel voor de nieuwe kringindeling ondersteun ik. Ondanks wat onderlinge verschillen zullen we wel kun nen samenwerken. Dat zal ook veel van de voorzitter afhangen. Dat samengaan van Utrecht en Eindhoven maakte op ons nog wel een wat verwar rende indruk. Je moest je als het ware heroriënteren. Nu, na zo'n half jaar komt er gelukkig meer lijn en tekening in. Er komt meer rust en de onevenwichtigheid verdwijnt. Laten we vooral nooit vergeten, dat onze grootste kracht is de zelfstandigheid van de plaatselijke banken. Op die basis aan vaard ik de Centrale Bank als de top van de organisatie, die aan het geheel dus ook ieder zonder meer delen! -- zal dunkt ons ervaren, dat men best met hem van me ning kan verschillen. Dat is toch ook wat waard in het bestuur van ring of kring! Middelharnis: centrum van het eiland, de grootste plaats, in ieder streekplan belast met de centrale verzorgingsfunctie en, last but not least, zetel van de grootste raiffei- senbank op Goeree-Overflakkee. Dit alles, het laatste niet te vergeten, moet men binnen de relativiteit van de grenzen van het door ons bezochte gebied goed afwe gen, want wij kregen hier en daar soms de indruk, dat niet ieder die grote positie van Middelharnis in dank afneemt. Wij zijn niet genoeg in de „eilandpolitiek" doorge drongen, om er het fijne van te beschrij ven, maar wat Middelharnis betreft, heeft die politiek beslist iets te maken met het probleem „klein en groot". De heren Doornbos en De Krey, resp. voorzitter van het bestuur en directeur, vinden in ieder geval hun bank groot. Een hele grote zelfs in vergelijking tot de rest van het eiland. En dat heeft nogal wat consequenties, vinden ze zelf. Kenmerkend voor ons bezoek aan Middel harnis waren de uitgesproken meningen, die er gedebiteerd werden. Zeer fris van de lever. Je moet „erop zitten - fel wezen" zeiden onze gastheren. De heer De Krey doet niets liever; extravert en exu berant in zijn spreken, is hij de enthousi- Foto links: de heer C. van Rumpt Foto rechts: de heren H. R. de Krey en J. A. Doornbos miljoen. Vorige week met de spaargelden de 26 miljoen gepasserd. Dat gaat tegenwoordig met zo'n ƒ4 mil joen per jaar omhoog! Er is (nog) maar weinig import. In 1966 had de bank 29% als spaarder, nu 56 van de bevolking. Deze bank, die in 1969 een mooi groot nieuw kantoor betrok, heeft dus haar groei moeten halen uit de bestaande be volking. Hoe? Dat is het geheim en de trots van de heer De Krey en zijn bestuur. Ze hebben „erop gezeten" en daar willen ze best wat over kwijt. Voor de spaaraanwas betekende dit: veel publiciteit en „stunts". Bij elke 5 miljoen een „actie". De laatste was een snipper- puzzle-wedstrijd. Moeilijk uit te leggen, maar „iedereen" was ermee bezig. Elk kind dat op de bank komt, krijgt altijd een kleine verrassing. Persoonlijke bena dering doet wonderen. De heer Doornbos zegt, dat men de per soonlijke kant vanouds gewend is. Vroe ger was het altijd al „de bank van Joppe", de naam van de kassier. En dan de slagvaardigheid van het be stuur. Delegatie aan twee leden. Binnen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 21