flexibel systeem Links: de heer J. de Wilde van de Ring Overijssel aan het woord tijdens de Centrale Ringvergadering van 4 okt. jl. Rechts: de heren F. A. Gevaert en M. L. R. iJsebaert van de Kring Zeeland in gesprek tijdens de Centrale Kring vergadering van 5 oktober jl. moest vooraf nog eens gezegd worden, dat dit punt niet ter beslissing aan de vergadering wordt voorgelegd. Het gaat om een voorlopig ontwerp voor een indeling, die straks door de nieuwe Centrale Bank zal worden toege past. Om die indeling zo goed mogelijk in overleg met de in te delen banken te kiezen, worden de instellingen van de oude Centrale Banken erover gepolst: de (k)ringen met hun centrales. Het is een soort „hearing-procedure". De Centrale Ring- en Centrale Kringvergadering geven in eerste instantie hun opmerkingen, dan komen de kringen en ringen afzonderlijk aan de beurt en daarna weer - in november - de centrale vergaderingen, die dan hun oordeel kunnen geven. Na dat alles wordt, voor zover nodig en mogelijk na aanpassingen aan de gemaakte opmerkingen, de nieuwe kringindeling voorlopig vastge steld door de nieuwe Centrale Bank. Tenslotte volgt de definitieve vaststelling in 1973 door de eerste Algemene Vergadering. Omdat de leden van de vergadering zich op prijzens waardige wijze beperkingen oplegden bij het aanvoeren van gewenste kleine grenscorrecties ten behoeve van of ten gunste van een bepaalde kring - dit zijn zaken, die zo nodig in de kringen zelf aan de orde kunnen komen - konden enkele algemene punten behandeld worden. Zo werd de vraag geopperd: waarom 45 kringen? De vraagsteller vond dit aantal te groot. Het is bewerkelijk voor de Centrale Bank en heeft tevens tot gevolg, dat het aantal leden van de Centrale Kringvergadering (3 per ring) zo groot wordt. Bovendien zouden door de komen de fusies van plaatselijke banken de verhoudingen binnen zo'n kleine kring te snel scheef kunnen komen te liggen, ook ten opzichte van andere kringen. Een andere spreker ondersteunde dit. Hij wees op de komende gewestvor ming in regio's en pleitte ervoor bij de grenzen van die regio's aansluiting te zoeken voor de kringindeling. Binnen die regio's zal voor de banken volop gelegenheid zijn samen te werken en elkander bij te springen. Geantwoord werd hierop, dat het ontwerp voor de kringindeling goed overdacht is. De ervaring wijst uit, dat een ringvergadering niet te groot moet zijn, want anders komt het niet tot goed contact en goede discussie. Ook worden in de eerstkomende jaren nog geen honderden fusies verwacht. Trouwens, niets belet ons om zo nodig bij veel fusies ringen samen te voegen of grenzen te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 11