37 Boven: De Kerkstraat in Geldrop van voor heen. Rechts op toto de plaats van de hui dige Boerenleenbank. Onder: Leende. De Beheerders" met Gees telijk Adviseur, bij het 60-jarig jubileum. hij het zo goed deed, werd hij ook nog herkozen in 1912. Het bleek den heer Tijssen (voorzitter van de Raad van Toezicht) in 1914, dat „onze vereeniging meer spaarbank dan leenbank is" (iets dat, zoals bekend, moeilijk lang vol te houden is voor een bank). Er worden veel te weinig voorschotten opgenomen. Hij heeft wel eens als reden hiervoor horen opgeven, dat de leden bang zijn voor openbaarheid, maar dit openbaren van geheimen uit vergaderingen als an derszins zal wel niet voorkomen, daar hier op een boete staat van 10,- en (suiker op de pil) alle bestuursleden eerlijke man nen zijn. (Let op de volgorde naar argu menten s.v.p.). Toch is het goed dat mogelijk schenden van geheimen bekend wordt gemaakt. Dan doet ieder lid een goed werk met het Be stuur of den Raad van Toezicht daarvan in kennis te stellen. (Oprichting dus van de eerste B.V.D. oftewel Bank-Veiligheids- dienst?) De groei van Geldrop logenstraft de ver onderstelde angst voor het schenden van geheimen afdoende. Men wantrouwde de praatzucht blijkbaar veel minder dan dat men de eerlijkheid van de bestuurders vertrouwde. Geldrop dus maar verder op eigen benen laten staan en „het zoeklicht gericht op Leende". LEENDE Het zoeklicht daarop ontmoet niet veel details. Met andere woorden; zoals elk oud stadje of dorp en zoals elke, al be jaarde plaatselijke bank, is er wel degelijk een grote of kleine historie en wemelt een mogelijke kroniek daarvan, van herinne- ringswaardige bijzonderheden en anec- dotes, dus Leende, op een kruispunt van wegen in het goede Brabantse land ge legen zal metterdaad kunnen bogen op een interessant „levensverhaal". Dat te schrijven is goed voor heemkundigen. Echter, de detailhistorie van de plaatse lijke Bank, en daar gaat het Terugblikker in hoofdzaak om, komt, door gemis aan gegevens, jammer genoeg niet in het dag licht of „uit de verf". Terugblikker zag geen notulenboeken of andere historische gegevens. Maar zag wel, dat in het oude dorpscentrum een bouwplaats aanwezig is waar de bank in een nieuw onderkomen gevestigd zal wor den. (De gastvrije ontvangst door voorzit ter Vogels en directeur Rutten vond plaats in een noodgebouwtje). Groei, expansie moet dus wel inderdaad aantoonbaar zijn uit de zeer vele cijfers die in 75 jaren werden neergeschreven. Uit het geanimeerde gesprek bleek dat er ook hier vrijwel geen binding bestond of bestaat met de Boerenbond. Alhoewel Leende geen industrieplaats is (er vesti gen zich aldaar wel veel forensen) schijnt de lust om een bestuursfunctie bij de Boerenleenbank te bekleden bij de agra riërs niet bepaald onweerstaanbaar groot te zijn. In de beheerscolleges tenminste is geen enkele „volledige boer" aan te wijzen op het ogenblik. BESLOTEN Was Leende meer besloten, meer behou dend, dan andere gemeenten? Het lijkt zo. Eertijds was het voor niet- katholieken zeer moeilijk om wortel te schieten in deze besloten gemeenschap. In 1944 echter (toen Brabant al was be vrijd) moesten vele evacués worden ge huisvest. De heer Vogels, die zijn partij in het verzet heeft meegeblazen en in 1944 waarnemend burgemeester was, heeft ech ter ten verdriete van onder andere de toenmalige geestelijkheid een protestant als hoofd van het evacuatiebureau aange steld. Een waagstuk misschien, dat ten goede heeft gewerkt en waardoor misschien be paalde barrières zijn doorbroken. Dit alles heeft weinig uitstaande, ogen schijnlijk, met de geschiedenis van de bank. Het is slechts achtergrondinforma tie. Tegen deze en andere achtergronden wordt echter in het gehele land „onze" organisatie geprojecteerd. Daarom kan belichting daarvan toch nut hebben zij het alleen maar als oriëntatie en om het geheel eigene van elke plaatse lijke bank te accentueren. Wat de Bank zelf betreft: zij werd op 22 augustus 1897 opgericht door 33 perso nen. De eerste algemene vergadering is eerst gehouden op 28 mei 1899. Men nam dus wel de tijd! Franciscus van Asten werd gekozen als directeur (lees voorzitter) en aan W. van Breugel werd het kassiersschap toever trouwd. En ook hier werd het verzuimen van de algemene vergaderingen beboet, met 10 cents. (Geen groot bedrag maar wel de tegenwaarde van een paar sigaren of bor rels of een goed glas bier). Op zondag 18 juni 1899 ving de bank haar werkzaamheden aan. Het volijverig bestuur zou om de veertien dagen des zondags bijeenkomen. De eerste aldus geplande vergadering werd óók op 18 juni gehou den. In totaal werden van drie personen de eerste inlagen ad resp. 500,-, 300,- en 250,- in ontvangst genomen, maar werden ook de eerste uitleningen gedaan waaronder een van 270,- voor aankoop van grond, en af te lossen met minstens 15,- per jaar (dus met rente waarschijn lijk in 23 jaar!). In september 1899 werd besloten toe te treden tot de Centrale Bank te Eindhoven en op 5 mei 1912 nam de heer J. Vogels (vader van de huidige voorzitter) zijn plaats in de bestuurscolleges in. Deze „familietraditie" (en zo zijn er vele aan te wijzen bij de plaatselijke banken) werd al in mei 1899 geopend door C. Notten, die toen als president van de Raad van Toezicht werd gekozen en nog niet kon weten, dat kleinzoon F. C. M. Vogels nu zijn voetsporen zou volgen. Men wilde niet al te schriel zijn, want na dat in oktober 1903 besloten werd 5000,- stukken van de stedelijke lening van Eind hoven te kopen, werd in maart 1904 aan kassier Van Breugel een toelage van 25,- over 1904 toegekend. Het jaar 1904 sloot met een kassaldo van 35,81 Va. En dat is alles wat Terugblikker „als zo danig" kan vertellen. Natuurlijk is er méér. Maar waarom daarnaar gaan schatgraven? Het - vele - werk in bescheidenheid ge daan en misschien ook de - in verhou ding tot anderen - bescheidener resul taten hebben soms meer waarde dan het timmeren aan de weg mits (om met onze R.K.-vrienden te spreken) de intentie maar zuiver is. En daaraan behoeven we niet te twijfelen. Tb. (wordt vervolgd)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 39