36 GELDROP Kerkstraat uit onze historie Het is jammer dat de notulen (en dat geldt evenzeer voor Heeze en Leende) alhoewel heel erg precies bijgehouden, zo droog zijn als Saharazand. Het is moeilijk voor te stellen dat tijdens de vele vergaderin gen nooit eens smakelijk gelachen is of nimmer iets anecdotisch is voorgevallen. Enfin, dat moeten wij bij het doorlezen daarvan er dan maar bij denken. VOORDEELTJE De „Boerenbond" in de provincie Noord- Brabant, eerst vrij kort daarvoor opge richt, zag het nut van Leenbanken zo dui delijk in, dat men aan de eerste tien leen banken „die in onze provincie zullen wor den opgericht" een subsidie van 150,- wilde schenken. Om hieraan te kunnen voldoen moest op 8 augustus 1897 de „voorlopig in werking zijnde bank" volgens de Wet zijn geïnsti tueerd. De industrieel Vincent van den Heuvel was zakenman genoeg om dit voordeeltje te vangen. Er werd dus niet geaarzeld; integendeel de aanwezige notaris de heer H. van de Voort las meteen maar ont werpstatuten voor, welke door de aan wezigen werden ondertekend, dus aange nomen. Op 7 januari 1898 reeds werden bestuur en raad van toezicht gekozen en werd als kassier de heer F. Tijssen benoemd. En om het meteen maar goed te doen werd bepaald dat f 0,25 boete zou wor den geheven bij verzuiming van de ver plichte bijwoning van vergaderingen en een boete van tien gulden 10,-) voor schenden van het bankgeheim. „Deze en andere besluiten zullen op 16 januari 1898 op de Algemene Vergadering van den Boerenbond worden medege deeld". Waarom tot 13 november 1898 geen no tulen aanwezig zijn is niet duidelijk. Alhoewel toen vele bestuurders afwezig waren werd toch maar besloten tot aan sluiting bij de op te richten Centrale Leenbank. Daar moesten Voorzitter en Ondervoor zitter dan maar verder voor gaan zorgen. Den Directeur werd machtiging gegeven tot het aankopen van een brandkast (voor waar een gewichtige mijlpaal). Het bestuurslid A. van den Heuvel was meestentijds afwezig. Dat zal hem heel wat boete hebben ge kost. Dat hij toch steeds weer werd herkozen zal 'm wel in de naam gezeten hebben: Maar waarom laat iemand zich toch steeds herkiezen als hij zijn functie nauwelijks kan waar maken!? Aan de Algemene Vergadering van 12 mei 1900 werd voorgesteld de Leenbank te ontbinden en direct daarna een nieuwe op te richten volgens de Wet van 1855. In werkmethode maakte dat weinig verschil uit; juridisch echter veranderde er wel iets. KASSIER De Kassier is soms goed voor „alles". Op 21 april 1901 nam Geldrop's Kassier tenminste op zich om de Raad van Toe zicht te herinneren aan de driemaandelijk se vergaderingen volgens artikel 34 der Statuten. Vraag 1. Is dat een „baantje" voor een kassier? Vraag 2. Hoe vond hij die opdracht zelf? Vraag 3. Hoe reageerde genoemde Raad op deze boodschap? Zoals steeds gebruikelijk, ook op de Al gemene Vergadering van 1903 werd het Rapport van den Inspecteur der Leen banken voorgelezen, werd bovendien aan den Kassier een jaarsalaris van 40,- toegekend en zal M. Meulendijks naar de Algemeene Vergaderingen (van de Cen trale Bank) te Boxtel gaan. 1906. De Raad van Toezicht wilde méér invloed uitoefenen op de werkzaamheden van het Bestuur. Late nawerking van „1901"? Of dat gebeurd is? Het staat nergens, evenmin hoe deze „wenschelijkheid" door het bestuur werd ontvangen. 1908. Het R.K. Kerkbestuur zal „voortaan" (hoe betrekkelijk is toch alles!) jaarlijks 10,- ontvangen voor vuur en licht en om de oprichting eener Boerenhypotheekbank mogelijk te maken (een naamloze ven nootschap nota bene!) zullen aandeelen in het maatschappelijk kapitaal worden genomen. In 1911 werd de Kassier, H. de Kort, ver blijd met een salaris van 100,- en omdat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 38