uit onze historie 35 Omzet Het is of wordt nu de tijd van 75-jarige jubilea van de oudste in ons land bestaande landbouwkredietbanken, aangesloten bij een van beide centrale banken (ook dat is bijna historie). Hoe snel de tijd ook gaat; vijfenzeventig jaren omspannen een tijdsgewricht waarin veranderingen in maatschappij en zeden in een mate optraden zoals wellicht in geen enkele andere periode van onze - Nederlandse - historie is aan te wijzen. In de vestibule van de Boerenleenbank Heeze is - met goud op zwart gegrift - te lezen: „Tempora mutantur, nos et mutamur in illis". oftewel: „De tijden veranderen en wij met hen" of kernachtiger: Andere tijden, andere zeden". Dat Terugblikker en zijn echtgenote dit aldaar konden lezen is het rechtstreekse gevolg van het verzoek van de heer Van den Heuvel, directeur van „Heeze" om enige aan dacht te schenken aan het vijfenzeventig jarig bestaan van de banken Geldrop, Leende en Heeze. Haast vanzelfsprekend is het dat aan dit verzoek gevolg werd gegeven en „dus" togen wij zuidwaarts om rondom Eind hoven, waar de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank zetelt als een kloek te midden van vele van haar kuikens (alhoe wel enkele dezer kuikens ouder zijn dan de kloek), deze banken aan te doen. Het spijt ons geenszins dat wij - modern gezegd - onze wielen werwaarts richtten, want wij hadden heel prettige gesprekken met de heren Van Leysen en dr. Koch te Geldrop, Van den Heuvel te Heeze, Rutten en Vogels te Leende. Het: „Tempora mutantur" vormde de „grondmelodie" van al deze gesprekken en bleek ook uit de stukken en gegevens waarvan de ene bank uiteraard meerdere dan de andere kon tonen. Niet dat men onvoorwaardelijk de oude tijden terugverlangde; dat zeker niet, maar in die oude tijden - hoe moeilijk ze soms waren - bestonden toch waarden die thans nauwelijks meer aanwezig zijn. Het lijkt of het materialisme onweerstaan baar veld wint. Als tegenwicht, als antwoord daarop moet het mogelijk zijn, de bestaansreden, de kern van onze organisatie met als funda ment daarvan het idealisme, humanisme, medemenselijkheid, of hoe het ook ge noemd mag worden, zorgvuldig te bewa ren, want, alhoewel dat soms niet duidelijk blijkt: „Wij zijn anders als de anderen" en daarmee hoopt Terugblikker duidelijk ge noeg te zijn. Het is, om het nogmaals te herhalen, toch heel erg zeker, dat de welvaarts groei ten plattelande en vooral in de vroeger allerarmste streken, voor een zeer belangrijk deel te danken is aan de „Wer kers van het eerste uur" in onze organi satie die, afkomstig uit velerlei kringen, gedreven door warme menselijkheid, door hun praktische godsdienstzin, hun goede krachten hebben aangewend ten behoeve van de gemeenschap, zonder daarvoor een ook maar redelijke geldelijke vergoe ding te verlangen. Zij deden dit alles niet als in een vlaag die snel voorbijgaat maar wel heel dikwijls gedurende een lange reeks van jaren. En dat heeft onze orga nisatie zijn plaats gegeven die - naar wij van harte hopen - onvervangbaar is. Wij gaan in deze „historische artikeltjes", zoals bekend, weinig namen noemen. Al de pioniers, grote zowel als kleine, zijn reeds langs de „weg van alle vlees ge gaan". Hun zegenrijke arbeid - en dat is toch het voornaamste - laat nog steeds duidelijke sporen na. Een enkele naam dus ter tijdsbepaling, ter oriëntatie, en niets méér. GELDROP In Geldrop dan hadden dr. F. Koch (voor zitter van het bestuur) en de heer Van Leysen (directeur) enige tijd voor een ge sprek gereserveerd. Dr. Koch als rustend (nou ja!) arts kende als een van de eerste en weinige intellec tuelen ter plaatse de „oude" omstandig heden. Hij is een van het „oude stempel", een huisarts geweest in optima forma die door iedereen gekend, ook iedereen kende. Een arts waarbij het niet nodig was een af spraak te maken wanneer het hem het beste schikte om zelf ziek te worden. Geen wonder dat hij als bestuurslid werd gekozen „want het was wel gemakkelijk als ook een dokter in het bestuur zat". Dr. Koch herinnert zich nog wel de ar moede van de bevolking van West-Bra bant. Het haast uitzichtloze geploeter; het leven op de uiterste rand van bestaans mogelijkheid van grote bevolkingsgroepen en uit zijn - karige - woorden begrijpen wij hoe door hem en anderen gepoogd werd hulp en bijstand te verlenen. Ook toen bestond al een soort zieken fonds waaraan de, dikwijls zeer grote, gezinnen enkele dubbeltjes betaalden en daardoor verzekerd waren van medische hulp, welke „hulp" ook wel eens vergat rekeningen uit te schrijven. De groei van Geldrop van een onaan zienlijke gemeenschap tot de nijvere plaats die zich steeds uitbreidt en waar nu ook een vrij groot ziekenhuis is ge vestigd; het ontworstelen aan de haast onvoorstelbare armoede die plaats moest maken voor - over het algemeen gezien - zeer redelijke welstand, is het duidelijk zichtbaar resultaat van het werk van nog bekende en van reeds vergeten pioniers. Dat wordt helaas te dikwijls vergeten. Geldrop nu is de eerste Boerenleenbank hier te lande. De geboortedatum is te stellen op 8 augustus 1897. Ten gevolge van initiatief genomen door de heer Vin cent van den Heuvel (industrieel te Gel drop en vriend van de even bekende Pater Van den Eisen te Heeswijk) werd deze bank opgericht. In tegenstelling tot andere banken is de bank Geldrop niet of nauwelijks gebonden geweest aan de „Boerenbond" en het kan dan ook geen verwondering wekken, in dit fabrieksstadje, dat thans in het bestuur van de bank geen enkele agrariër meer zitting heeft. Het is nu omstreeks een eeuw geleden dat Raiffeisens levenswerk een aanvang nam. Dat de velden wit waren om te oogsten blijkt wel daaruit dat ook hier te lande het aantal Boerenleenbanken snel toenam. In het zuiden van ons land en zeker in het arme Oost-Brabant breidde de Christelijke (lees Rooms-katholieke) coöperatieve or ganisatie zich zeer sterk uit, een groei die, misschien relatief iets afgeremd, toch nog steeds doorgaat. Geldrop heeft hieraan ruimschoots deel. Enkele cijfers? Jaartal Spaarders Toevertrouwde middelen 1898 1945 1965 1970 40 500 5400 9000 10.000,- 1.200.000,- 9.400.000,- 20.000.000,- 53.000,- 5.000.000,- 98.000.000,- 328.000.000,-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 37