kasreserve en
discontopolitiek
de instrumenten
financieel overzicht
discontopolitiek
16
drs. h. visser
In de eerste week van september maakte de Nederlandse
geldmarkt, ondanks dat er toentertijd reeds twee maan
den sprake was van een zeer ruime geldmarkt, bewogen
dagen door. Immers, op de 6e september kwam het
bericht, dat De Nederlandsche Bank een overleg wilde
met het bankwezen en de Postgiro inzake een kasreser-
ve-regeling, terwijl in de namiddag van de 7e september
kennis werd genomen van het besluit van De Nederland
sche Bank de discontovoet en andere tarieven met een
vol procent te verlagen. Ingaande 8 september werd
een nieuw tarief van 3% voor het officiële wisseldiscon
to van kracht. In dit artikel zal in het kort op beide
instrumenten van monetaire politiek worden ingegaan.
Krachtens de Wet Toezicht Kredietwezen van 1956 oefent
De Nederlandsche Bank toezicht uit op het Nederlandse
bankwezen. Dit toezicht manifesteert zich in een tweetal
richtingen: enerzijds het bedrijfseconomische toezicht dat
tot uiting komt in de minimale eisen met betrekking tot
de liquiditeit en de solvabiliteit, anderzijds het monetaire
toezicht dat tot uitdrukking gebracht wordt met behulp
van een aantal instrumenten van monetaire politiek. Dit
monetair toezicht vloeit voort uit de taak die De Neder
landsche Bank overeenkomstig de Bankwet van 1948 heeft.
Deze taak kan omschreven worden als het reguleren van
de waarde van de Nederlandse geldeenheid en wel op
zodanige wijze als voor 's lands welvaart het meest dien
stig is en daarbij die waarde zoveel mogelijk te stabili
seren.
Om nu een monetair beleid te kunnen voeren, dient De
Nederlandsche Bank over een aantal zogenaamde instru
menten van monetaire politiek te beschikken. Deze instru
menten van monetaire politiek, die erop gericht zijn de
krediettoename te beheersen en/of de geldmarkt te be-
invloeden, zijn voor zover betrekking hebbende op de
private sector:
a. Discontopolitiek
b. Openmarkt-politiek
c. Kwantitatieve kredietbeperking
e. Kwalitatieve kredietbeperking.
De eerste drie instrumenten zijn indirect van aard, dat wil
zeggen via een beïnvloeding van de liquiditeitspositie van
het bankwezen kan De Nederlandsche Bank de toename
van de kredietverlening in hoge mate beheersen. De twee
andere instrumenten zijn daarentegen direct van aard.
Deze instrumenten zijn veelal in de vorm van een
percentage gegoten, waarmee de kredietverlening of
bepaalde soorten van kredieten mogen toenemen.
Met de discontopolitiek wordt in feite bedoeld de veran
dering in de tarieven van De Nederlandsche Bank. Deze
tarieven zijn: wisseldisconto, promessedisconto en het
tarief voor voorschotten in rekening-courant en belenin
gen voor particulieren en voor anderen (banken en