herstructurering van het
coöperatieve bankwezen in
west-duitsland
15
De Westduitse Raiffeisenbank-organisatie heeft nog niet
zo lang geleden de beginfase ingeluid van een fusie met
de organisatie van Volksbanken. Daarnaast heeft men
door fusies het aantal regionale centrale banken in de
loop der jaren teruggebracht zodat grotere eenheden
ontstaan zijn.
Thans wil men deze regionale banken samenvoegen en
i het systeem van de drie lagen (te weten Deutsche
1 Genossenschaftskasse - regionale centrale banken -
(lokale banken) terugbrengen tot twee lagen.
Ondanks het feit dat de discussie over een aantal vragen
nog niet geheel is afgerond, werd Dr. Von Harder,
directeur van de Deutsche Genossenschaftskasse bereid
gevonden tijdens een van de zittingen iets te vertellen
over de herstructureringsproblematiek.
Sterke groei, toenemende concurrentie, toenemende in
ternationalisering en een toenemend beroep op een
steeds groter wordend pakket van diensten hebben ook
in West-Duitsland geleid tot een sterke concentratie bij
het coöperatieve bankwezen. Sedert 1961 is het aantal
coöperatieve banken bijna gehalveerd tot circa 6.300 in
1971. Het aantal vestigingen nam tegelijkertijd sterk toe,
de balanssom steeg van 21 naar 89 miljard DM.
Nu het aantal gemengde banken (combinatie met aan- en
verkoopverenigingen) sterk is teruggelopen ligt boven
dien de weg open naar een versnelde fusie met de
volksbanken. Concentratie biedt vele voordelen zoals een
evenwichtiger liquiditeitsbeleid, het inzetten van gespeci
aliseerd personeel en het verlenen van grotere leningen
en kredieten. Toch is de schaalvergroting veelal niet
sterk genoeg doorgevoerd om van alle economics of
scale te kunnen profiteren. Alleen door een zeer nauwe
samenwerking met de inmiddels sterk vergrote regionale
banken en met de Deutsche Genossenschaftskasse is
een verdere rationalisering mogelijk; te denken valt
hierbij aan de automatisering van de administratie.
Alle genoemde veranderingen zijn echter niet zonder
uitwerking op de structuur en werkwijze van de regionale
centrale banken.'
Aan de ene kant leidt iedere fusie van plaatselijke
banken tot een reductie van het tegoed bij de centrale
banken, omdat de vereffening van liquiditeiten zich tussen
de gefusioneerde instellingen voltrekt. Ook de omvang
van de minimaal bij de regionale centrale banken aan te
houden reserves zou teruglopen.
Aan de andere kant stellen grotere leden-banken ook
hogere eisen aan hun centrale banken. Dit geldt zowel de
herfinancieringsmogelijkheden voor langlopende kredieten
als de aard en omvang van de diensten. Het gevolg is,
dat de kosten de tendens vertonen tot voortdurend
stijgen, terwijl de rentemarge geleidelijk geringer wordt.
Grotere eenheden op plaatselijk niveau hebben aanleiding
gegeven tot concentraties bij de regionale centrale
Raiffeisenbankeq.
Nu de structuuf van het bedrijf van de Volksbanken en
van de Raiffeisenbanken meer op elkaar gaan lijken, gaan
ook de functies van de regionale banken uit beide
organisaties op elkaar lijken.
Nadat de overkoepelende organisaties gefusioneerd zijn,
zijn in de tweede fase ook een aantal regionale Raiffei
senbanken en Volksbanken gefusioneerd. Hierdoor zijn er
4 gefusioneerde regionale banken met daarnaast nog 2
regionale centrale banken, die alleen ten behoeve van
Volksbanken werkzaam zijn en 5 regionale centrale Raiffei
senbanken.
Nu bestaat er van oudsher reeds een intensieve samen
werking tussen de Deutsche Genossenschaftskasse en
de regionale banken (automatisering, effectenbedrijf etc.).
De meerderheid van regionale centrale banken is er ook
van overtuigd, dat een verdere rationalisering noodzake
lijk is en bereikt kan worden door versmelting van de
regionale banken en de Deutsche Genossenschaftskasse.
Teneinde deze samenvoeging voor te bereiden werd
opgericht de Rationalisierungs Gesellschaft genossen-
schaftlichen Zentralbanken m.b.H.
Deze werd 28 februari 1972 in Frankfurt opgericht. Een
volgende stap werd gevormd door de oprichting van de
Deutsche Zentrale Genossenschaftsbank AG, die op 12
juli van dit jaar in het leven werd geroepen door de
meerderheid van de regionale centrale banken en de
Deutsche Genossenschaftskasse. Nadat deze regionale
centrale banken in NV's zullen zijn omgezet, zal het
mogelijk zijn door omwisseling van aandelen te fusione
ren met de Deutsche Zentrale Genossenschaftsbank AG,
welke dan inmiddels een balanstotaal van 12 miljard DM
zal bezitten. Door middel van een ondernemingsovereen
komst met de Deutsche Genossenschaftskasse (balansto
taal van 17,5 miljard DM per ultimo 1971) en een
gezamenlijke leiding zal een vergaande functionele inte
gratie bereikt worden, zodat beide banken als één
instituut zullen kunnen werken. Als uiteindelijk doel wordt
gesteld de volledige versmelting van de Deutsche Zen
trale Genossenschaftsbank en de Deutsche Genossen
schaftskasse.
Op deze wijze worden alle mogelijkheden van rationalise
ring benut om de toekomst van de coöperatieve banken
zeker te stellen, terwijl de leden-banken door middel van
hun aandelenbezit verzekerd blijven van de mogelijkheid
tot inspraak.