36
uit onze historie
gevaarlijk is aan particuliere ondernemin
gen geld te lenen. (Vraag: is een boeren
bedrijf ja of neen een particuliere onder
neming? Tb.) En de Raad van Toezicht
moet maar vertellen of aan de Gemeente
geld uitgeleend mag worden.
In aansluiting op deze punten werd nog
even doorgesproken over het houden van
een stier en over ene fokvereeniging.
De Bank groeide en daarmede de activitei
ten en de mogelijkheden en dus moest
Bankier Spierings ƒ4.000,- terugbetalen
om die te beleggen bij een openbare
instelling.
Ook disciplinaire maatregelen werden ge
nomen, want er zou, zowel van bestuurs
leden als van leden van de Raad van
Toezicht een boete worden gevorderd van
vijf cents voor te laat komen en van tien
cents voor helemaal niet komen op een
vergadering en dat óók „wanneer men
reden van verschooning heeft".
In aansluiting op dit „boetebeding" vond
G. van Hasselt op 11 december d.a.v., dat
die boetes niet in de Algemene Kas be
hoorden te komen, maar dat men daar
voor beter een glas bier kon nemen ofte
wel 's jaarlijks eene H.mis kon laten doen
en „dit voorstel beviel al de Leden zeer
goed".
Dit waarschijnlijk onder smakelijk ge
lach/gelag, want „In de hemel brouwen ze
geen bier en daarom drinken wij 't maar
hier", zoals twee in hout uitgesneden
monniken elkaar welgemoed toespreken.
U denke niet dat Assurantiebemiddeling
iets is van de laatste tijd, want reeds in
oktober '98 werden twee schade-schatters
aangewezen nl. Gijs van Hasselt en Klaas
van de Ven.
Pater Van den Eisen ging naar de oprich
tingsvergadering te Venlo van de Centrale
Leenbank, deed daarvan op 6 december
verslag en daarna werd besloten, dat de
Raad van Toezicht wel alle boeken mag
inzien, maar deze alleen maar mag gebrui
ken „in zijne vergadering", dus: buiten de
deur mondje dicht!
„Hem zal geheimhouding worden voorge
houden" en dat zal dan wel nodig zijn
geweest.
Voorzichtigheid is de moeder van de por
seleinkast en daarom moet de weduwe
Van Grinsven eerst haar schouw laten
repareren, voordat zij in de brandassuran-
tie kan worden opgenomen.
Het nemen en keuren van monsters van
raapkoeken, lijnmeel en dergelijke ver
handelbare zaken, geschiedde herhaalde
lijk en zeer gewetensvol tijdens bestuurs
vergaderingen, maar ook daarom werden
de leden van de Boerenbond voor zover
nodig, herhaaldelijk aangespoord om lid
van de Leenbank te worden, want de
liefde kan niet van één kant blijven
komen.
In oktober 1898 kon men besluiten in Luik
een brandkast te bestellen voor 100,- en
men was zeer verguld met het nog be
scheiden effectenbezit, want men zou nog
liever geld opnemen bij de Centrale dan
de „stukken van het waterschap" te gelde
te maken om de „tienden" te kunnen
afkopen.
En de twee-eenheid wordt krachtiger,
want in februari 1900 is men al zo ver, dat
men de Teekening van de Boterij kon
goedkeuren en dat voor gebouw en inven
taris 3.500,- besteed zal kunnen wor
den.
Bert van Aspert mag bouwen en de grond
zal worden gekocht als de eigenaars meer
derjarig zijn geworden. De twee perso
neelsleden van de boterij krijgen vijf
gulden per week en de administrateur G.
van de Pas 25,- per jaar.
Men moet voorlopig maar van eene hagel-
verzekering afzien en voor een „krijtend
tiend" (tiendrecht op levende have) zal
symbolisch ƒ1,- worden teruggegeven.
Dat is de uiterste grens, want we gooien
niet met ons geld!
Een geluk dat men niet begon aan een
hagelverzekering, want op 27 augustus
moest worden besloten een collecte te
houden ten bate van de slachtoffers van
de hagelslag in de omtrek van Eindhoven.
Een deel van de opbrengst daarvan te
besteden „zooals door de hoogere autori
teiten daartoe aangewezen".
De waterput in de boterij (in welk ge
bouw ook handelsvoorraden waren opge
slagen) gaf zo weinig en zo slecht water,
dat de aannemer hieraan iets moest doen.
Deed hij dat goed, dan mocht hij ook nog
een paardenstal daarbij bouwen.
Tijdens de Algemene Vergadering van
1901 sprak Pater Van den Eisen over het
nut van het regelmatig sparen van kleine
sommen, maar ook over de vertering door
jerieverdrinken en de verkwisting door de
opschik der vrouwen. Velen zullen daar
wel stil van geworden zijn en misschien
heeft dit ernstige woord wel iets goeds
verricht.
Aanlooptijd, detailkwesties, „kinderziek
ten" passeren. Wij kunnen nu met groter
stappen door de notulen gaan, op zoek
naar bijzonderheden zoals de raapkoeken
en het lijnmeel, die opgetast zijn in de
boterij, voor risico van de Leenbank. Deze
moeten dan ook maar worden uitverkocht
aan de leden van de Boerenbond (Broek
zak-Vestzak) maar voor de boterij moet
dan eindelijk ook maar eens een nieuwe
bascuul worden aangekocht.
Dat de bank een schade leed van 59,90,
die moeilijk verhaalbaar was, ten gevolge
van het feit, dat van verzonden drie
manden boter naar Eindhoven één veel
te laat en één helemaal niet aankwam,
lezen we met enige verwondering, maar
wel kunnen we begrijpen, dat men ver
ontwaardigd is over het verzoek van den
Inspecteur der Leenbank te Eindhoven om
boeken en bescheiden ter controle op te
zenden. Geen denken aan, want de Eer
waarde heer Van den Eisen heeft dat
karwei al geklaard! Men vond wel, dat
Pater van den Eisen daarvoor een kistje
sigaren toekwam.
Een door een lid, ten algemenen nutte,
aangekochte stier moest maar eens beke
ken worden door Van Hasselt en Lies
hout.
Nog in 1906 zat men met de handen in het
haar met betrekking tot het kiezen van
een Raad van Toezicht voor de Centrale
Bank. Het was dan ook een recht moeilij
ke zaak, die met de huidige statuten niet
redelijk op te lossen was. Het bestuur kon
en mocht niet zijn eigen „toezienders"
kiezen en nog minder mocht dit gebeuren
door de Ambtenaren van de Centrale.
Evenmin kan de Raad van Toezicht zich
zelf aanvullen. Dus dan moesten alle Boe
renbonden ook maar alle leden van de
Raad van Toezicht kiezen en niet een
gedeelte van dit College.
In maart 1908 wordt de bank een echte
bank, want toen werd de brandkast over
gebracht van de boterij naar het huis van
de kassier, waar ook de zittingen zullen
worden gehouden.
Op de Algemene Vergadering waren blijk
baar ook niet-leden aanwezig, „maar die
moeten weten, dat zij geen stem in de
vergadering hebben en dat zij ook niet
hebben te praten en dat hun 't woord
dus niet gegeven zal worden".
Er ontstond enige wrevel tegen de Centra
le Bank. Onder meer verwacht men een
aanmerking, dat niet eenderde van de
spaargelden bij de Centrale is gedepo
neerd en dat men dus effecten in onder
pand zal moeten geven.
Algemene stemmen verklaren, dat dit
laatste zeker niet zal gebeuren en evenmin
zullen aandelen genomen worden in de
Boeren-Hypotheekbank.
De tegenstellingen spitsten zich zó toe, dat
men in november 1908 besloot met de
Centrale te breken. Daarvoor was een
ingrijpende statutenwijziging nodig, waar
voor men de toestemming van diezelfde
Centrale Bank nodig had. Een inderdaad
moeilijke toestand. U zie de kopie van de
brieven van 16 november 1908 (de dienst
willige dienaar moeten we wel met een
korreltje zout nemen) en van 26 februari
1909.
Een andere bankrelatie werd gevonden;
contact werd opgenomen met Van Lan-
schot, Van Rijckevorsel en Lentjes
Drossaerts.
1909 was een jaar met een enorme konij
nen- en fazantenplaag, waardoor grote
schade aan de gewassen werd toege
bracht.
Pater Van den Eisen heeft daarover de
regering benaderd met verzoek maatrege
len te doen treffen. Of dat geholpen heeft,
blijkt nergens uit.
Inmiddels wordt de functie van de geeste
lijken-bestuurders als zodanig op bevel
van de Paus beëindigd. Zij mogen voor
taan alleen als adviseurs aan het vereni
gingsleven deelnemen. De vraag is of
daardoor veel is veranderd.
Het reservefonds is, door een mooie winst
van 577,22 in 1912, gegroeid tot 4.538,89.
Eene groote steun voor de Leenbank!
En opnieuw kreeg Pater Van den Eisen
sigaren voor zijn moeite. Nu echter niet
een heel kistje, maar voor een bedrag van
drie gulden. Misschien waren dat er wel
méér.
De bankiersfirma Wed. J. van Rijckevorsel
kon het niet volhouden, ging over de kop
en staakte de betalingen. Heeswijk zat