de champignonteelt, een snel
gegroeide bedrijfstak
De champignonteelt is een van
de jongste sectoren van de
Nederlandse tuinbouw.
Onstaan uit de grottenteelt in
Zuid-Limburg, is deze op
moderne leest geschoeide
bedrijfstak in korte tijd zijn
onbetekenende positie ontgroeid
en heeft zich met een
produktiewaarde van ongeveer
f100 miljoen in de gelederen van
de belangrijkste groentesoorten
genesteld.
bedrijfsstructuur
produktie en afzet
30
c. bottema
De globaal aangegeven produktietoename van 300 ton in
1950 tot 3.000 ton in 1960 en bijna 30.000 ton in 1970
spreekt in dit verband voor zichzelf. Na een periode,
waarin niet alleen de produktie, maar ook de champig-
nonprijzen zich gunstig ontwikkelden, zijn we op dit
moment in een fase gekomen met belangrijk lagere
prijzen. Als reactie daarop is uit de champignonsector
reeds gewaarschuwd voor een te snelle produktie-
uitbreiding in de toekomst.
De champignonteelt is voor een belangrijk deel gecon
centreerd in een gebied, dat zijn zwaartepunt vindt in
Limburg en zich uitstrekt tot in het zuiden van Gelderland
en het oosten van Noord-Brabant.
In 1971 was maar liefst 95% van de 1.060 champignon-
bedrijven in ons land in deze drie provincies gevestigd.
Daarnaast is ook in het westen van Noord-Brabant een
concentratie van champignonbedrijven aanwezig. In de
Zeeuwse plaats Yerseke bevindt zich nog een klein
champignoncentrum. De bedrijven zijn daar gesticht door
voormalige mossel- en oesterkwekers. Verder liggen er
nog een aantal champignonbedrijven her en der over ons
land verspreid.
Sinds 1960 is het aantal champignonbedrijven verdub
beld. De laatste jaren is deze groei echter sterk afgeno
men, waardoor nu van een stabilisering van het aantal
bedrijven kan worden gesproken.
Het aantal cellen, waarin de champignonteelt plaatsvindt,
neemt echter nog voortdurend toe. Sinds 1960 is dit
aantal zelfs ruim verviervoudigd het aantal cellen per
bedrijf nam toe van 1,9 in 1960 tot 3,9 in 1971. Als men
weet dat de omvang van een eenmansbedrijf 3 cellen
bedraagt, dan mag men uit het bovenstaande conclude
ren, .dat de gemiddelde omvang van onze champignonbe
drijven klein is. In 1971 kwam 37% van het totaal aantal
cellen op bedrijven voor met 3 of minder cellen per
bedrijf en dit betrof bijna 60% van het totaal aantal
bedrijven.
Tegenover de gemiddeld kleine omvang van de bedrijven
in ons land staat de hechte samenwerking van de
kwekers in de Coöp. Champignonkwekersvereniging
(C.N.C.). De compost- en dekaarde-bereiding geschiedt
door deze samenwerking in het groot, waardoor de
toepassing van de modernste bereidingsmethoden en een
hoge mechanisatiegraad gerealiseerd kunnen worden. Het
compostbedrijf van de C.N.C. te Ottersum bereikte in het
boekjaar 1970-1971 een produktie van 229.000 ton com
post.
In 1971 werd een champignonproduktie bereikt van
34.600 ton, hetgeen ruim 11 maal groter dan de produktie