24
boeiend werk
bepaalde, heel concrete keiharde economische grenzen
zijn, waar het landbouwkredietwezen rekening mee te
houden heeft. En dat komt tot uiting in de titel van mijn
boek. Maar die vertel ik niet!
We hebben hier samen plezier over gehad. Prof. De Vries
was niet te vermurwen.
Nu ja, straks krijgen we die titel toch wel te horen.
De periode na 1945, zo vertelt ons prof. De Vries, met zijn
grote economische veranderingen fascineert mij bijzon
der. In ons geval is dat ook de periode van de weg naar
de fusie en de fusie zelf. Ik zal weinig namen noemen, al
zal het wel eens onvermijdelijk zijn. Immers, het gezamen-
Prof. De Vries (45 jaar) heeft al een zeer respecta
bel aantal boeken en publikaties op zijn naam
staan. In zijn economische studietijd te Amsterdam
voelde hij zich ai snel tot de bestudering van de
economische en sociale geschiedenis aangetrok
ken.
Zijn dissertatie in 1959 over „De economische
achteruitgang der Republiek in de achttiende eeuw"
duidt er al op. Van zijn boeken noemen wij speciaal
„Met Amsterdam als brandpunt. 150 Jaren Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam"
(1961), „Ontsloten poorten. 50 Jaren Volksuniversiteit
Amsterdam" (1963), het gedenkboek „Hoogovens,
IJmuiden 1918-1968" en „Herinneringen en dagboek
van Ernst Heldring 1871-1954" (1970). Sinds 1970
is prof. De Vries voorzitter van de Bond van
Nederlandse Volksuniversiteiten.
Als we op enige kleine publikaties van recente
datum mogen afgaan, gebruikt prof. De Vries geen
dorre, droge taal, maar heeft hij een zeer frisse stijl
van schrijven met soms verrassende vondsten, die
raak typeren. In een beschouwing over onze natio
nale ontwikkeling in de laatste 50 jaar lees je b.v.,
mooi en treffend, „Een klein land, met duizenden
haken aan de wereldhuishouding gehecht" en aan
het slot daarvan komt in een beschrijving van de
tomeloze ontwikkeling van de welvaart ineens een
zin voor als „Alles groeit omhoog, behalve het
kapsel der langharigen, dat als teken van onvrede
zo ver mogelijk omlaag wil". Zoiets is prachtig en
maakt het lezen tot een plezier. Prof. De Vries
verzekerde ons dan ook, dat hij zijn boek niet voor
een klein elite-groepje schrijft. Dat raakt trouwens
gelukkig al meer uit de tijd. Hij hoopt - „het is
altijd een gok of het je lukt" - dit keer de brede
kring in en om onze organisatie te bereiken.
die je best in samenhang zou mogen brengen met de
nieuwe geest en spirit, die zich aan het vormen is.
Ik zal trachten de belangrijkste economische motieven uit
de laatste vijfentwintig jaar doorzichtig te maken. Er zijn
natuurlijk perioden te onderscheiden, de eerste vijf
jaar na de oorlog staan sterk op zich zelf en in de
vijftiger jaren komt het uitslaan van de vleugels. Enfin,
kijkt u straks maar in het boek! Ik hoop te laten zien, dat
in de coöperatieve banken zich weerspiegelt wat er
economisch-structureel veranderd is na de Tweede We
reldoorlog.
U vraagt mij of, als de raiffeisen- en boerenleenbanken
er niet geweest waren, dat in economisch opzicht
duidelijk merkbaar zou zijn? Of er heilzame werking van
deze banken is uitgegaan?
Ja, dat geloof ik bepaald. Want we moeten niet uit het
oog verliezen, dat de coöperatieve beweging zich niet
uitsluitend beperkt heeft tot het landbouwkredietwezen.
Het heeft een veel bredere werking gehad.
Ideëel gesproken is het een belangrijk stuk emancipatie
en bewustwording van het agrarisch bevolkingsdeel en,
daar het een veel wijdere kring dan de agriërs is gaan
omvatten, moet het gezien worden als een stuk emanci
patie van het gehele platteland. En daarbij vergeet ik
natuurlijk niet, dat het coöperatieve kredietwezen in het
verleden in de eerste plaats de functie had van het vullen
van de leemte, die op het gebied van de agrarische
financiering bestond. Wat dat voor de boeren individueel
in economisch en sociaal opzicht betekend heeft, is niet
te schatten. De grote betekenis daarvan staat voor mij
vast.
lijk element prevaleert hier boven het individuele. We
moeten niet vergeten, dat bij deze banken heel veel
mensen betrokken zijn en erachter staan.
Het gaat over een typisch Nederlands bedrijf, over
mensen met beperktheden en nuchterheid, ook t.a.v. wat
reëel mogelijk is. Onvermijdelijk zal ik in het boek ook
iets over de fusie moeten zeggen. Ik ben van mening, dat
de fusie, hoezeer ook voortvloeiend uit economische
noodzaak, verheffend voor de geest is. En vergeet dit
niet, dat de wijze waarop de fusie zich afspeelt, duidt op
een openheid en een bereidheid om tot elkaar te komen,