overpeinzingen inzake kredietverlening doorzichtige gevallen en gecompliceerde 16 a. j. burgers Een serieuze zaak ongetwijfeld, en ook een zaak die de gemoederen steeds sterk bezighoudt. Een zaak die veie kanten heeft en zelfs tegenstrijdige. Om er maar een paar te noemen: Elke bank wil graag „cliënten" maken, wil graag bedrijven financieren en woningen, en noem maar op. Daar zijn ze toch voor! Maar als zich dan zo n cliënt aandient, trekt de „bank" een ernstig gezicht, vormen zich soms zelfs rimpels! Is de cliënt er wel „goed" voor? Is wel aan te nemen, dat hij de lasten kan opbrengen? Hoe zijn de verwachtingen met betrekking tot de ontwikkeling van het bedrijf? Woorden als solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit rollen van de lippen als even zovele beschuldigingen. En toch willen ze zo graag helpen. Een tegenstrijdigheid! Of toch niet? Als we op deze materie ook maar iets dieper ingaan, komen we een aantal antwoorden op deze vragen van zelf tegen. Wat immers is het feitelijke doel van onze banken? Zij vormen geen doel op zichzelf, al wordt dat door de grote „men" soms wel eens verondersteld. Ook zijn ze er niet in de eerste plaats voor de directie en het personeel. Zij hebben tot doel een maatschappelijke functie te vervullen in het belang van de leden of in het algemeen gesproken van die mensen, die van haar diensten gebruik willen maken. Een feit is dat binnen deze algemene doelstelling de kredietverlening een bijzondere plaats inneemt. In de statuten van de Raiffeisenbanken en Boerenleenbanken is altijd duidelijk naar voren gekomen, dat de kredietverlening, met name die aan de bedrijven van de leden, een grote prioriteit heeft. Dit feit legt op ons gezamenlijk een grotere verantwoordelijkheid dan we ons misschien wel bewust zijn. Waar we bij de financiering in de woningbouwsector meestal vrij snel tot een beslissing kunnen komen, is dit bij de financiering van bedrijven veelal aanzienlijk moeilijker. Bij de financiering van particuliere woonhuizen is de zekerheid meestal geen probleem. De eerste hypotheek is bij een voorzichtige taxatie een redelijk betrouwbare basis. Veelal is een gemeentegarantie mogelijk. Ook de verzekering staat ter beschikking. Wij zullen natuurlijk na moeten gaan of de lasten opgebracht kunnen worden en wat het meest geschikte aflossingsschema is. Wij zullen zeker bij jonge mensen en zware lasten denken aan de risicolevensverzekering en zo zijn er nog wat zaken, die de aandacht verdienen, maar in de veelheid van gevallen ontstaat toch een zekere routine, een zekere systematiek ook, waarbij het gevaar, dat wezenlijk belangrijke zaken over het hoofd worden gezien vrij gering wordt. Hoe is het nu gesteld bij de financiering van bedrijven? Laten wij het optimistisch stellen: in beginsel toch niet

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 18