plaatselijke besturen met raden van toezicht bevoegd algemene ledenvergadering laatste woord 8 vervolg pag. 5: lidmaatschap nieuwe c.b. hiervoor bedoelde medeverantwoordelijkheid te dragen. Dat voor deze fusie een nieuwe rechtspersoon in het leven is geroepen houdt verband met het feit dat de Nederlandse wetgeving het begrip fusie niet kent en een samengaan van twee rechtspersonen slechts door middel van een ontbinding en overdracht van activa en passiva te bewerkstelligen is. Voordat door de bestuurders een besluit tot toetreding tot de nieuwe Centrale wordt genomen, zouden zij daarover de mening van hun leden kunnen vragen door dit voorstel in een algemene vergadering aan de orde te stellen. Naar onze mening is dit echter niet noodzakelijk en kunnen de bestuurders hiertoe zelf besluiten. Aan het bestuur van een plaatselijke bank is immers onder toezicht van de raad van toezicht, als zelfstandige taak gegeven, het leiden van de bank en het behartigen van haar belangen en die van de leden. Hoe kan het bestuur deze taak beter uitvoeren dan door de bank als lid aan te melden bij de nieuwe centrale, die de voortzetting is van de organisatie waartoe men behoort en die bereid is op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de „oude" Centrale Bank medeverantwoordelijk heid te dragen voor de gehele organisatie en de leden- banken. Zou men van mening zijn, dat dit argument onvoldoende grondslag is voor de zelfstandige beslissingsbevoegdheid van het bestuur, dan kan nog gewezen worden, voor wat de Raiffeisenbanken betreft, op het bepaalde in artikel 24 van de modelstatuten. Daarin wordt onder de bevoegdheden van het bestuur uitdrukkelijk vermeld, dat het bestuur kan beslissen over deelneming in rechtspersonen die met instemming van de Centrale Bank ten behoeve van de leden zijn opgericht; een omschrijving waaraan de Centrale Raiffeisen-Boeren- leenbank voldoet. Een soortgelijke omschrijving vinden we in de statuten van de Centrale Boerenleenbank in artikel 9, lid 1 onder C, waar de leden-banken de toestemming van de Centra le Bank behoeven om toe te treden tot een soortgelijke organisatie; dat deze toestemming door de Centrale is verleend, blijkt uit het mede van haar uitgaande verzoek aan de leden-banken om als lid tot de nieuwe centrale toe te treden. uitvoerig overleg met beide organisaties vastgestelde nieuwe modelstatuut. Op het moment dat dit onderwerp in de ledenvergadering ter sprake komt, krijgen de leden de bevoegdheid zich uit te spreken over de door het bestuur genomen beslissing om toe te treden tot de nieuwe Centrale Bank; zou men zich daarmee niet kunnen of willen verenigen, dan zal men de wijziging van de statuten kunnen verwerpen. Op deze wijze wordt dus aan de leden van de plaatselijke banken de uiteindelijke beslissing in handen gelegd. Het bestuur van een bank, dat binnen de bevoegdheden, die de statuten hebben toegekend, besluit lid te worden van de nieuwe Centrale Bank, neemt dus geen beslissing waardoor de leden van de bank op enigerlei wijze buiten spel worden gezet, maar doet datgene, waartoe het statutair bevoegd is, door de samenwerking in een organisatie van gelijkgestemde banken ook voor de toekomst mogelijk te maken. Deze beslissing zal niet in de laatste plaats genomen worden ter bescherming van de belangen van de leden. Volgens de regels die in beide organisaties gelden, wordt dus de hier bedoelde bevoegdheid aan de plaatselijke besturen gegeven, terwijl in beide gevallen de raad van toezicht hiervoor goedkeuring moet verlenen. Daarbij worden de leden niet buiten spel gezet. Een onderdeel van de aanmelding als lid van de nieuwe centrale is immers, dat de plaatselijke banken in de loop van 1973 hun statuten zullen aanpassen aan het na

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 10