37 de terugreis zat. We zijn die ochtend een eind gaan wandelen, we hebben toen ook nog met een boertje gepraat, 's Middags hebben we heerlijk gerust en naar een preek op de bandrecorder geluisterd. 15 mei: In de vroege ochtend lag er een klein beetje sneeuw, maar dat was geluk kig weer gauw gesmolten. We zijn die ochtend om boodschappen geweest. Toen we terug kwamen, zagen we een oud boertje sloffen. Mijn moeder vroeg of hij ook melk verkocht. Hij zei van ja, om zeven uur konden we er om komen. Hij woonde in een heel oud huisje, dat in 1623 gebouwd was. 's Middags zijn we thuis gebleven. 16 mei: 's Morgens werden we zoals gewoonlijk, wakker gebeld door die koei en met die bellen om hun hals. We hadden afgesproken als het donker weer is, gaan we naar de St. Beatus-grotten. Als het weer gewoon is, gaan we een eindje met de auto rijden, en als het weer helder is, zouden we de Niederhorn opgaan. Het was weer erg mistig, zoals de vorige dag, dus gingen we naar de Beatusgrotten. Brrr, wat was dat daar eng, maar toch ontzettend mooi. Overal waren er kleine watervalletjes in. Wat maakte dat een lawaai! Ik was blij, dat we d'r uit waren 's Middags zijn we naar Interlaken om boodschappen geweest, dat vonden we een erg mooie stad. 17 mei: Die dag zijn we met de auto gaan rijden naar het Simmertal. We hebben veel moois gezien onderweg. Om drie uur wa ren we weer thuis, 's Avonds zijn we weer thuis gebleven. 18 mei: Toen we die morgen wakker werden, was het ontzettend helder weer. Dus we gingen de Niederhorn op. We zijn helemaal geklommen vanaf ons huisje naar de top (1.953 m). Tjonge, jonge, wat waren we moe, zo moe zelfs, dat we geen puf meer hadden om weer helemaal naar beneden te lopen. Dus gingen we maar met de stoeltjeslift, dat ging ontzettend leuk. Daarin had je een prachtig zicht op heel de omgeving. We waren ongeveer om 4 uur thuis. 19 mei: Die ochtend zijn we maar thuis gebleven, want we waren nog moe van gisteren, 's Middags zijn we voor de twee de keer in Interlaken boodschappen wezen doen en 's avonds, zoals gewoonlijk, weer lekker vroeg naar bed. 20 mei: We hadden afgesproken, dat we die dag een autotocht gingen maken over een paar passen. We reden eerst naar Brienz. Daar hebben we de gemzebokken bekeken, toen zijn we weer verder gere den over de Brunigpas, en toen weer naar huis. Het was een erg mooie tocht. 21 mei: We gingen die zondagmorgen naar de kerk. We konden er wel niet veel van verstaan, maar het was toch leuk. 's Middags zijn we maar thuis gebleven en 's avonds ook. 22 mei: Die morgen vroeg is mijn vader om een abonnement geweest. Daarmee kon je vijf dagen door een bepaald gedeel te van Zwitserland voor niets reizen. We zijn die morgen weer naar de Niederhorn geweest, maar dan heen en terug met de stoeltjeslift. Toen we weer beneden wa ren, gingen we met de bus naar Interla ken, vandaar gingen we met de kabelbaan (een soort treintje) naar Beatenbucht. Daar zijn we in de rondvaartboot gestapt en hebben we haast de hele middag op de Thunersee gevaren. In Thun stapten we uit. Toen zijn we met de Trollybus weer naar de kabelbaan gereden en vanaf de kabelbaan weer met de bus naar huis. Het was in één woord een prachtige dag. We hadden het goed getroffen, want het was heel mooi weer. 23 mei: We moesten die morgen vroeg uit bed, want we gingen met de trein van acht uur naar Italië. We zijn eerst door de Lotschbergtunnel gereden (14 km) en toen door de Simplontunnel (20 km). De reis was ontzettend mooi, maar toen we er waren, was het nog mooier; er stonden daar allemaal palmen. We hebben ook een hele poos aan het Lago-Magiore gezeten. We waren 's avonds om half negen thuis. Het was net zoals gisteren een prachtige dag. 24 mei: Die dag zouden we thuis blijven, we hebben haast de hele dag op ons balkon zitten genieten van de mooie om geving. 25 mei: We waren weer vroeg uit de veren, want we gingen met het tandrad treintje naar de Jungfrau. We zijn met het treintje door de Eiger gereden (7 km). We hebben daarin twee keer gestopt. Daar konden we door een venster naar buiten kijken. De eerste keer was het erg mooi, maar de tweede keer zagen we niets dan wolken onder ons. Toen we op het einde van de baan uitstapten, zagen we de Aletschgletsjer (de grootste van Europa). Er lag een ontzettende dikte sneeuw. Daar hebben we zelfs nog skiërs gezien. Ook zijn we in het ijspaleis geweest. Daar zag je naast je, onder je en boven je allemaal ijs, ijs en nog eens ijs, helemaal uitge houwen in de Jungfrau. Dat was wel het allermooiste wat we ooit gezien hebben. 26 mei: Die dag zijn we weer thuisgeble ven, want we moesten inpakken. Dat was een heel werk. 's Avonds zijn we vroeg naar bed gegaan, want we moesten er de volgende morgen vroeg uit. Die was wel erg mooi, maar natuurlijk niet zo leuk als de heenreis, want we zaten allen met de gedachte in ons hoofd: straks zijn we thuis en moeten we weer gaan werken en naar school, behalve mijn moeder, die verlangde naar ons klein Paulientje, die in Oostkapelle gebleven was. Heel mooi was onze vakantie in Zwitser land. Jolanda

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 37