36
De elfjarige Jolanda Jobse
was een van de eerste
prijswinnaars van de
internationale
jeugdprijsvraag 1971. Haar
werkstuk over de
Olympische Spelen blonk uit
door originaliteit en
kleurigheid.
Een reis naar de Spelen
begeerde ze echter niet.
Samen met onze afdeling
Publiciteit Aangesloten
Banken werd naar een andere
oplossing gezocht.
Het werd een fijne reis met
het hele gezin (op de jongste
na, zoals we zullen lezen)
naar Zwitserland.
de heenreis
Via de afdeling Reizen van de plaatselijke
bank te Grijpskerke-Oostkapelle werd een
mooie reis naar Beatenberg geboekt, waar
een huisje was gehuurd.
Het enthousiaste verslag van deze reis,
dat Jolanda spontaan stuurde, willen we u
niet onthouden.
i
V
V
We zijn om half vijf vertrokken (in de
morgen). Af en toe hebben we gestopt,
want het was ontzettend warm in de auto.
De eerste keer stopten we op een rust
plaats aan de kant van de weg. Daarna
kwamen we bij de douane van de Duitse
grens. Toen we een eindje verder gereden
waren, kwamen we in het Ruhrgebied,
wat een rook hing daar, zeg! De Ruhr
hebben we ook gezien. Toen hebben we
voor de tweede keer gerust, we zijn een
cafeetje ingegaan en hebben daar koffie
gedronken. De weg, die we daarna reden,
was prachtig. Allemaal bossen aan de
kanten. Ook de heuvels begonnen al aar
dig te komen.
We zijn ook over de Rijn gereden en over
de Neckar. Ook hebben we een bezoek
aan Heidelberg gebracht, daar was het
ontzettend mooi.
We zijn ook bij een bakker geweest, die
nog zelf zijn brood bakte, los in de
houtoven.
Toen we weer verder gereden waren,
zagen we de Donau en het Zwarte Woud.
Wat stonden die bomen van het Zwarte
Woud dicht op elkaar, je kon er haast niet
doorheen kijken. Toen we bij Ulm waren
konden we heel in de verte de Sneeuw
bergen al zien. We zijn ook (van Meers
burg naar Konstanz) over de Bodensee
gevaren, dat was erg mooi. Toen we daar
over waren, zijn we verder gereden naar
Schaffhausen, daar hebben we de water
val bezichtigd: zoiets moois hadden we
nog nooit gezien, dat was prachtig!
We zijn ook nog langs het vliegveld van
Zürich gereden. Toen werd het langzamer
hand donker. We kwamen op een smal
kronkelig weggetje, de rotswanden hingen
helemaal over de weg. Dat was het weg
getje naar Beatenberg. Eindelijk waren
we er, maar ja, we konden het huisje,
waar we moesten zijn, niet vinden.
Toen zijn we het eerste en het beste hotel
binnen gestapt en hebben we het ge
vraagd. Een meneer zei: dat is zwaar te
vinden. Toen zakte de moed in onze
schoenen, wat het was al ongeveer twaalf
uur. Maar hij zei, dat hij met ons mee zou
rijden. Dat vonden we natuurlijk erg fijn.
We waren er in een ogenblik, in het huisje
was het erg gezellig. Het ziet er ook leuk
uit. We hadden daar een prachtig zicht op
de Thunersee en op Interlaken, ook de
Jungfrau kun je er heel duidelijk zien.
14 mei: Zondagmorgen bleven we lekker
lang op bed liggen, want het was ongeveer
één uur, toen we er die vorige avond op
lagen. Toen we uit bed stapten, kregen we
in de gaten, dat er een stoeltjeslift over
ons huis naar de Niederhorn ging.
Dat was een leuk gezicht als er iemand in