uit onze historie 31 schijndel de notulen Rectificatie Hebt u opgemerkt (zo ja, dan alle bewon dering voor uw nauwkeurigheid) dat het zetduveltje op pag. 45 van no. 5/1972 een verschrikkelijk misverstand dreigt te ver oorzaken? Men was namelijk in 1919 nog niet zo hebberig om vijftig gulden per vergadering te willen hebben; vijftig cents was méér dan genoeg. Wellicht leidde de heftige inflatie wel tot deze motivatie en deze onjuiste evaluatie (om het nu eens in goed Nederlands te zeggen). Indertijd (in de voormalige Raiffeisen- Bode) werd aandacht geschonken aan een zestal banken die te beschouwen zijn als de oprichters van de Coöperatieve Centra le Raiffeisen-Bank te Utrecht. Tot de banken die al bestonden toen de Coöpera tieve Centrale Boerenleenbank te Eindho ven „het levenslicht aanschouwde" beho ren, naast enkele andere, de banken te Schijndel en te Heeswijk. Terugblikker en zijn vrouw genoten het voorrecht om, na een rit in plensende regen, gastvrij te worden ontvangen door de heren Van Kemenade (te Schijndel), Luyben en Van der Pas (Heeswijk) die, na een prettig gesprek, niet aarzelden hem enkele notulenboeken en andere stukken ter leen mede te geven. Het putten van wetenswaardigheden daaruit is een ontspannende bezigheid, waarbij Terugblikker heeft getracht, ach ter de - keurig - geschreven woorden en zinnen de Brabantse sfeer te proeven die zeker niet tot het overdreven plechtstatige neigt. In het kader van deze artikeltjes is het minder juist om veel namen te noemen van plaatselijke bestuurders. Treedt een enkele naam naar voren dan dient deze meer als illustratie om de nu levenden en in functie zijnden er aan te herinneren dat, vooral ten plattelande, de fakkel van de ene in de andere hand, dikwijls van vader op zoon werd doorgegeven in een trouw die gelukkig nog niet helemaal verdwenen is. De ontwikkeling in een bepaalde streek of dorp werd meestal gestimuleerd door de leiding die uitging van voormannen - soms voorvechters -, leken en geestelij ken uit allerlei rang of stand en vanuit dit gezichtspunt wordt „Uit onze historie" geschreven als „kleine historie". Nu dus, is de Boerenleenbank Schijndel aan de beurt. En zo werd dan op 23 december 1897 een vergadering bijeengeroepen in het Serva- tiusgebouw, door Toon Bolsius (die oot voorzitter was van de door het opgerichte Boerenbond). Aanwezig waren twee pastoors, twee ka pelaans, de burgemeester, enkele notabe len en „mee van de beste boeren van Schijndel". Op deze vergadering werd W. Kriellaars als kassier benoemd en reeds direct klinkt de naam Van der Eisen, de Rector uit Heeswijk, die op het Brabantse organisatieleven een zeer grote invloed heeft gehad, waardoor mede door diens toedoen ettelijke banken zijn opgericht. Toon Bolsius „de Schijndelsche wasch- bleeker en bierbrouwer" was zeer be vriend met Rector van den Eisen en de invloed van de denkbeelden van deze pionier is onmiskenbaar in de beginperio de van de boerenleenbanken. Zonder nu verder in details te willen en kunnen treden, zijn wij het er wel over eens dat de opgerichte bank aan het werk A. J. M. Bolsius, de eerste voorzitter moest gaan. Hij deed dat op een wijze waarop het begrip „solide" dat steeds weer naar voren komt geen nadere verklaring behoeft. Op de achtergrond van de be stuurshandelingen staat de Raad van Toe zicht waarvan de notulen veel beperkter zijn dan die van het Bestuur. De bestuursvergaderingen werden door gaans gehouden in het „Servatiusgebouw" (waarin nu een concurrent is gevestigd) en hadden als bijzondere verdienste dat zij zelden langer duurden dan een half uur. (In later jaren inderdaad iets langer!) en een opvallend verschil met „het noorden" is dat zij meestal op zondag werden ge houden en werden geopend en gesloten „op de gebruikelijke wïjze" d.w.z. met de christelijke groet. De notulenboeken zijn doordrenkt van de verschaalde reuk van vele sigaren (mis schien wel van hele goeie van drie voor een dubbeltje). Ze zijn geschreven in op vallend fraai handschrift en opgesteld met grote nauwkeurigheid (en dat in een tijd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 31