gevolgen van het zwevende pond
vooruitzichten
22
het pond sterling
Italië zal dus haar schuld terugbetalen, of beter gezegd
de lires terugkopen met 46% goud, 45% vreemde
valuta's en 9 speciale trekkingsrechten.
Het systeem van de slang in de tunnel trad voor de
E.E.G.-landen 24 april in werking terwijl Engeland en
Denemarken op 1 mei en Noorwegen op 15 mei toetra
den. Het loslaten van de vaste pariteit impliceert voor
Engeland het opschorten van de medewerking aan het
bedwingen van de slang in de tunnel. Ook Denemarken
heeft de medewerking opgezegd: de Deense kroon kan
thans weer maximaal ten opzichte van de dollar met
4,5 fluctueren.
De monetaire onrust over het pond tastte ook het
vertrouwen in de dollar aan. In de eerste week van juli
moesten vele centrale banken in de E.E.G. ten gunste van
de dollar interveniëren.
De Nederlandsche Bank kocht in die periode bijna 172
miljoen dollar op teneinde te voorkomen, dat de dollar
koers onder de onderste interventiekoers - 3,171875 -
zou geraken.
In de twee weken voorafgaande aan het bekend maken
van het zwevend worden van het pond sterling, interveni
eerden de centrale banken ten gunste van het pond. Hier
was omstreeks 1 miljard mee gemoeid.
Behalve allerlei steunaankopen op de Europese valuta
markten, kondigden de monetaire autoriteiten in de
diverse landen aanvullende maatregelen af die de rust in
het internationale geldverkeer moesten herstellen.
Zo verhoogde Duitsland de „bardepotpflicht" van 40 naar
50 zodat Duitse bedrijven thans 50 van de in het
buitenland opgenomen gelden renteloos bij de Bundes
bank moeten aanhouden. Tevens behoeft de verkoop van
vastrentende fondsen aan niet-ingezetenen de goedkeu
ring van de Bundesbak.
Zwiterland introduceerde zelfs de „negatieve rente"
over de tegoeden van niet-ingezetenen bij Zwitserse
banken. De hoogte van deze wonderbaarlijke rente is
2% per kwartaal en dient vooruitbetaald te worden.
Opmerkelijk is voorts dat de banken in Zwitserland
voortaan iedere dag hun positie van het buitenlands
bedrijf aan de centrale bank moeten rapporteren.
Naar het zich laat aanzien, zal het Engelse pond voor
Engelands formele toetreding tot de E.E.G. op 1 januari
1973 wel gedevalueerd zijn.
Men verwacht dat het pond de oude pariteit ten opzichte
van de dollar weer zal aannemen (1 2,40 hetgeen
een devaluatie van 8,6% impliceert. Een devaluatie is
evenwel pas zinvol als er ook additionele maatregelen
getroffen worden. Hierbij valt te denken aan een straffe
beteugeling van de loon- en prijsstijgingen. Over het
welslagen van deze politiek kan men, gezien de ervarin
gen, niet al te optimistisch zijn. Wel kan met enig
optimisme de toekomst van de monetaire samenwerking
tussen de E.E.G.-landen tegemoet gezien worden. Zij
heeft de eerste bries doorstaan. Thans is een harmonisa
tie van het economische beleid van de huidige en
toekomstige Lid-Staten geboden.
Na deze harmonisatie kan dan de marge tussen de
E.E.G.-valuta's weer verengd worden.