levend en dynamisch organisme nodig 12 en centrale bank. De essentie van onze coöperatieve bankorganisatie is niet alleen het plaatselijk coöperatief georganiseerd zijn, maar ook het onderling coöperatief georganiseerd zijn in de samenwerking van de plaatselij ke banken en centrale bank. Zie hier enige uitgangspunten, een visie op de toekomst zo u wilt, die wat mfj betreft inbreng zou kunnen zijn bij de herbezinning op de structuur van onze organisatie, die door de voorzitter in zijn openingstoespraak tot deze algemene vergadering reeds werd aangekondigd. Hierbij wil ik echter nog het volgende aantekenen. Structuren, statuten en reglementen alleen zijn geen waarborg voor de goede werking van onze coöperatieve bankorganisatie. Het zijn slechts kaders waarbinnen een hechte samenwerking tussen aangesloten banken en centrale bank moet worden opgebouwd, een samenwer king die zal moeten resulteren in slagvaardigheid, initia tief en creativiteit, zowel van centrale bank als van aangesloten banken. Voor een zodanige hechte samenwerking is een goede structuur van kringen en centrale kringvergadering van essentieel belang. Toch lijkt mij dit niet voldoende. Voor slagvaardigheid, creativiteit en initiatief lijkt mij tevens noodzakelijk dat een voortdurende dialoog bestaat tussen raad van beheer, hoofddirectie en medewerkers van de centrale bank, van hoog tot laag, en de besturen, directies en hun staven van de aangesloten banken. Deze dialoog zou mede tot stand moeten worden gebracht door samenwerkingsverbanden zoals functionele commis sies en functionele werkgroepen, bij de samenstelling waarvan rekening wordt gehouden met de aard en de grootte van de banken, wier directeuren daarin zitting nemen en verder door gespreksgroepen en studiebijeen komsten, waarbij vertegenwoordigers van centrale bank en van plaatselijke banken gezamenlijk aan tafel zitten om gezamenlijk brainstorming te plegen over het in de toekomst te voeren beleid en de technische uitvoering daarvan. Voor goede initiatieven van de centrale bank zijn de inzichten van de aangesloten banken immers onmis baar. Alleen indien wij erin slagen binnen de kaders van statuten en reglementen een levend en dynamisch orga nisme tot ontwikkeling te brengen, dat resulteert in een hechte samenwerking tussen aangesloten banken en centrale bank, dan alleen zullen wij onze zakelijke en ideële doelstellingen kunnen realiseren, dan alleen is de continuïteit van onze coöperatieve bankorganisatie ook voor de verre toekomst gewaarborgd. Daaraan onze krachten te blijven wijden, zal onze gemeenschappelijke taak zijn in de toekomst.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 14