[wat ons bezighoudt]
6
liquiditeit
Niemand zal zich verbazen over de uit
spraak, dat elke bank moet zorg dragen
voor voldoende liquiditeit. Ook de ban
ken in onze organisatie kennen deze
zorg.
Als lid van de organisatie houdt een
aangesloten bank haar liquiditeit aan in
de vorm van een tegoed bij de Centrale
Bank. Op haar beurt heeft de Centrale
Bank tot taak ervoor te zorgen, dat de
totaliteit van al deze tegoeden van de
leden ook inderdaad als liquiditeit
kunnen worden aangemerkt.
Elke bankier heeft zo zijn eigen mening
over de hoogte van de aan te houden
liquiditeit voor zijn eigen bankinstelling.
In ons land is het vaststellen van de
minimale bancaire liquiditeit door de Wet
Toezicht Kredietwezen opgedragen aan
De Nederlandsche Bank. Deze instelling
stelt ook aan de georganiseerde coöpe
ratieve banken minimale liquiditeitseisen.
Het toezicht op de handhaving van deze
liquiditeitsregels is, voor wat betreft de
aangesloten coöperatieve banken, door
De Nederlandsche Bank gedelegeerd aan
de Centrale Banken. Deze hebben erop
toe te zien, dat de totaliteit van de
aangesloten banken liquide is overeen
komstig de voorschriften van De Neder
landsche Bank.
Wanneer elke aangesloten bank precies
aan de gestelde minimum liquiditeitseis
voldoet, zal ook de totaliteit van de
aangesloten banken aan deze eis vol
doen.
De Centrale Bank is dus verplicht, ten
minste deze minimum-eis te stellen aan
alle aangesloten banken. In deze situatie
mag echter geen enkele bank beneden
dit minimum komen, omdat dan immers
de totaliteit niet meer aan de eisen
voldoet. Wil men nu enige flexibiliteit in
de organisatie bevorderen in die zin, dat
het sommige aangesloten banken onder
omstandigheden kan worden toegestaan
tijdelijk een kleinere liquiditeit aan te
houden dan minimaal is voorgeschreven,
dan zullen andere banken een ruimere
liquiditeit moeten aanhouden. Terwille
van deze noodzakelijke flexibiliteit zal de
liquiditeitseis, die de Centrale Bank moet
stellen aan de aangesloten banken boven
het minimum moeten liggen.
Op deze wijze ontstaat de ruimte, waar
uit de Centrale Bank aan sommige ban
ken dispensatie kan verlenen om tijdelijk
beneden de minimale eis te blijven, terwijl
de totaliteit toch voldoet aan de liquidi
teitseisen van De Nederlandsche Bank.
Een schoolvoorbeeld van coöperatie. In
de nota inzake de toekomstige liquiditeits
regeling bedoelt de B-grens dit coöpera
tieve minimum-niveau aan te geven.
De groei van de landbouwcoöperaties in
het jongste verleden is de financierings
capaciteit van veel aangesloten banken
te boven gegaan. Dit heeft geleid tot een
toenemend beroep op de Centrale Bank
om gezamenlijk met een of meer aange
sloten banken deze coöperaties te finan
cieren. Ook groeide het aantal gevallen,
waarin de Centrale Bank deze financie-
ringstaak geheel zelfstandig moest gaan
verrichten. Wat zal de toekomst in dit
opzicht te zien geven? Voorop blijft staan,
dat de rol van de Centrale Bank bij de
financiering van de landbouwcoöperaties
een aanvullende is, daar waar de plaat
selijke banken, alleen of in samenwerking
met zusterbanken, deze funktie niet
(meer) kunnen vervullen.
Niettemin moet worden verwacht, dat het
thans reeds omvangrijke financieringsbe-
roep op de Centrale Bank in de toe
komst - wellicht zelfs nog in versterkte
mate - zal blijven bestaan. Om aan dit
beroep te kunnen beantwoorden zullen
de Centrale Bank voldoende middelen ter
beschikking moeten staan. Voor een be
langrijk deel zullen deze middelen moeten
worden verschaft door de aangesloten
banken.
Aan de bestaande en aan de toekomstige
liquiditeitsregels liggen dezelfde gedach
ten ten grondslag. Deze opzet is in de
eerste plaats: het voldoen door de orga
nisatie als geheel aan de liquiditeitseisen
van De Nederlandsche Bank met vol
doende ruimte om binnen de organisatie
sommige banken in staat te stellen haar
werkzaamheden in het belang van haar
leden voort te zetten ondanks het feit,
dat enige tijd individueel niet wordt vol
daan aan de minimale liquiditeitseisen. In
de tweede plaats moet de Centrale Bank
haar aanvullende taak bij de financiering
van landbouwcoöperaties kunnen verrich
ten.
BERICHT AAN DE LEZERS
Evenals dit voorheen het geval was met
de beide maandbladen Raiffeisenbode en
De Boerenleenbank zal dit blad in juli
niet verschijnen. In augustus ontvangt u
een gecombineerd juli/augustusnummer.
De Redactie