De beslissing is gevallen
de Algemene Vergaderingen van
onze beide organisaties hebben
de fusievoorstellen aanvaard
en dat hebben ze gedaan
op overtuigende wijze! In Utrecht
gebeurde dat met ruim 90% van
het aantal uitgebrachte stemmen,
in Eindhoven zelfs met algemene
stemmen.
De vergissing, welke in 1898 werd
begaan door twee centrale
banken op te richten, is nu na
74 jaar weer goed gemaakt.
2
Nog in de loop van dit jaar zal de nieuwe bank gaan
funktioneren als de éne Centrale Bank, waarbij zich alle
Raiffeisen- en Boerenleenbanken kunnen en ongetwijfeld
ook zullen aansluiten.
Aan deze beslissingen is veel studie, overleg en
inspanning van velen voorafgegaan. Ik behoef maarte
herinneren aan het werk van de Commissie van 18, aan
de (k)ring- en centrale (k)ringvergaderingen, aan de inzet
van leden van Bestuur, Raad van Beheer, Raden van
Toezicht, Direkties en van staffunktionarissen van de
Centrale Banken. Bij de vele besprekingen, die ik
persoonlijk in dit verband heb meegemaakt, is mij steeds
opgevallen, dat in beide organisaties geen twijfel meer
bestond over de vraag of de fusie gewenst of ncdig was.
Vanuit de overtuiging dat deze er moest komen, werd
gestreefd naar de meest gewenste struktuur, taak en
werkwijze van de nieuw te vormen éne
kredietorganisatie.
Ik heb er behoefte aan uitdrukking te geven aan mijn
grote erkentelijkheid jegens de velen, die met grote
toewijding, kennis en ervaring hebben medegewerkt aan
het prachtige resultaat dat is bereikt.
De wijze waarop deze fusie van twee grote
bankorganisaties is tot stand gekomen mag zeker uniek
worden genoemd. Het is geen fusie, die alleen of in
hoofdzaak door een kleine „top" werd bedisseld,
integendeel: zij kwam tot stand door een uitvoerige,
gedegen voorbereiding, waarbij alle verantwoordelijke
bestuurderen en direkteuren van lokale banken werden
betrokken. Een beter staaltje van demokratie en reële
inspraak is naar mijn mening niet aan te wijzen.
Het resultaat is ook niet bereikt door het sluiten van
allerlei compromissen, die werden gevonden om „eruit"
te komen. Er is niet alleen gestreefd naar een voor
betrokken partijen aanvaardbare oplossing, maar ook
naar een struktuur, die zelfs beter was dan de
bestaande.
Bovendien is nu reeds beslist, dat spoedig een
struktuurkommissie zal worden ingesteld, die onderzoekt
op welke punten de nieuwe organisatievorm wijzigingen
vereist, die los staan van de eigenlijke fusiebesluiten.
De feitelijke fusie van de Centrale Banken, waarmee
reeds een aanvang is gemaakt, zal weloverwogen, maar
ook met voortvarendheid moeten werden voortgezet.
Voor vele lokale banken zal de fusie niet alleen gevolgen
hebben voor wat betreft hun verhouding tot de Centrale
Banken; ook de verhouding Raiffeisenbank-Boerenleen-
bank is of komt in vele plaatsen aan de orde. Vele banken
zijn reeds met elkaar in overleg om te trachten ook op
plaatselijk niveau tot fusie te komen. In een aantal
gevallen met positief resultaat en men staat a.h.w. in de
startblokken; in andere plaatsen is het nog niet zo ver.
Hoezeer het ook moet worden toegejuicht, dat in de
„gemengde" gebieden Raiffeisenbanken en
Boerenleenbanken gaan fusioneren, het initiatief zal van
de plaatselijke besturen moeten uitgaan en op dit punt
zal niets geforceerd mogen worden, zeker niet door of
vanwege de Centrale Bank.
Het passende raamwerk in de vorm van statuten en
reglementen is klaar, maar het eigenlijke werk gaat nu
pas beginnen. Onze grote coöperatieve bankorganisatie
zal een grote mate van kreativiteit en slagvaardigheid
moeten opbrengen, maar zij zal vooral bezield moeten
zijn met een geest van saamhorigheid en van
vertrouwen.
Nodig is ook dat we kunnen blijven rekenen op de
medewerking van bestuurders en funktionarissen van
Centrale Bank en lokale banken. Kommunikatie en
verhoudingen tussen Centrale Bank en plaatselijke
banken zullen intensief en open moeten zijn en op een
grondslag van vertrouwen over en weer moeten zijn
gebaseerd.
Onze hoogste organen, de algemene vergaderingen,
hebben duidelijk de koers aangegeven, die wij zullen
volgen. Gedragen door de zekerheid, dat deze koers
gericht is op de welvaart, maar ook op het welzijn van
alle betrokkenen bij onze kredietorganisaties, gaan wij
met groot vertrouwen de toekomst tegemoet.
C. G. A. Mertens