rekening en
verantwoording
36
algemene vergadering in eindhoven
met algemene stemmen
eens anders zijn uitgevallen dan de op
stelling bij de besprekingen deed ver
moeden, begreep de heer Mertens niet.
Tot nu toe is ieder volledig aan zijn
trekken gekomen, dacht hij. Beide ban
ken richtten zich op eenzelfde doel en
kwamen tot een goede samenwerking. Er
was hem geen geval bekend, dat een
beslissing eenzijdig is geforceerd.
Er is ook geen sprake geweest - dit zei
de heer Mertens tot de heer Borst -
van een overwegend nemen of een over
wegend geven bij één van beide organisa
ties. Uiteraard moest er bij de onderhan
delingen gegeven en genomen worden,
maar daarbij is geen sprake geweest van
het sluiten van compromissen, doch van
het bereiken van een gelukkige synthe
se.
Het probleem, dat de banken rondom de
steden steeds meer niet-agrariërs tot
leden krijgen, achtte de heer Mertens
niet nieuw. Het komt bij de boerenleen
banken al langer voor. Eindhoven heeft
zich de laatste tien, twintig jaar óók
gericht op het midden- en kleinbedrijf
buiten de landbouw. We moeten met
onze tijd meegaan en de klok niet stilzet
ten en nog minder achteruit draaien,
waarschuwde hij. Intussen mogen we
zeker niet de belangen van het gehele
midden- en kleinbedrijf uit het oog verlie
zen. De plaatselijke bank heeft het laat
ste woord bij het bereiken van evenwich
tige oplossingen. Dat was vroeger al zo
en dat zal zo blijven.
De heer Van Holstein kreeg nogmaals de
verzekering, dat de positie van de mede
werkers de volle aandacht van het be
stuur heeft.
Aan de heer Zuidgeest antwoordde de
voorzitter, dat in de nieuwe statuten
zeker niet méér goedkeuringsbevoegdhe
den voor de Centrale Bank voorkomen
dan in de bestaande statuten van de
Centrale Bank te Eindhoven. Men vindt
er juist minder in terug. De vrees van de
heer Zuidgeest achtte hij derhalve onge
grond. De plaatselijke banken behouden
hun zelfstandigheid.
Aan de heer Borst, die de medewerking
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank had ingeroepen om voor de positie
van de directeuren bij fusies op plaatse
lijk niveau tot goede regelingen te ko
men, deelde de heer Mertens mede, dat
overwogen wordt voor deze problema
tiek een begeleidingscommissie in te
stellen. Het ligt in de bedoeling daarin
ook enige funktionarissen uit de leiding
van de nieuwe Centrale Bank te benoe
men, en bij de samenstelling voorts de
beide directeurenverenigingen te betrek
ken. Een evenwichtige samenstelling
wordt dus nagestreefd. Van de Centrale
Bank kan op deze wijze alle hulp ver
wacht worden.
Bij de replieken zei de heer Arkesteijn
van de Boerenleenbank Schipluiden nog
wat bang te zijn voor grote stadsbanken,
hoewel hij ook de voordelen van sane
ring zag. Hij vroeg of het geen zin had
een beetje „pas op de plaats" te maken,
om de coöperatieve gedachte niet te
schaden. We moeten ons tevreden stel
len met de natuurlijke groei, vond hij. Vol
vertrouwen was hij, dat de wijze waarop
thans gewerkt wordt goede resultaten zal
afwerpen.
De heer Mertens antwoordde, dat de
fusie besparingen mogelijk maakt. Uit
deze gezichtshoek bekeken dient sane
ring het doel dat allen voor ogen
hebben.
Fusie levert grote voordelen op.
Hierna stelde de heer Mertens de beslis
sing over alle fusievoorstellen tegelijk
aan de orde.
Niemand wenste hoofdelijke stemming en
niemand verklaarde zich tegen.
De voorzitter constateerde, onder luid
applaus van de vergadering, dat de
voorstellen derhalve met algemene stem
men waren aangenomen.
Hij dankte de aanwezigen hartelijk voor
deze beslissing, die blijkt geeft van een
groot vertrouwen in hen, die de voorstel
len aan de vergadering hadden voorge
legd. Misschien wensen sommigen op
onderdelen wijzigingen, misschien zijn zij
het zelfs niet met alle onderdelen eens,
het nu genomen besluit is toch een goed
besluit. Hij herhaalde zijn dank voor het
vertrouwen, dat men in het bestuur en in
dat van de Coöperatieve Centrale Raif-
feisen-Bank én in de nieuwe organisatie
stelde, en hij gaf de verzekering, dat
ernaar gestreefd zal worden de nieuwe
organisatie goed te leiden, teneinde waar
te maken, dat de grootste bankorganisa-
tie in Nederland ook de beste is.
In de middagzitting van de algemene
vergadering van de Coöperatieve Centra
le Boerenleenbank, die bijna geheel ge
wijd was aan de behandeling van de
jaarstukken, begroette de voorzitter, de
heer Mertens, nog een vertrouwde gast
op de vergaderingen van de centrale
organisatie, ir. Wellen, directeur-generaal
van de Landbouw en de Voedselvoorzie
ning.
De voorzitter stelde alle jaarstukken -
van de Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank, van het Onderling Waarborg
fonds, van de Stichting Garantiefonds
voor Land- en Tuinbouw, van de N.V.
Boeren-Hypotheekbank en van de N.V.
Landbouwkredietverzekering „Eindhoven"
tegelijk aan de orde.
De algemeen directeur, mr. Ph. C. M. van
Campen, gaf er een uitvoerige toelichting
op. Hij noemde deze laatste algemene
vergadering een historisch ogenblik, voor
al voor de heer Mertens, niet alleen als
voorzitter van de Raad van Beheer van
de Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank maar evenzeer in zijn funktie van
voorzitter van de K.N.B.T.B., de rechts
opvolger van de Nederlandse Christelij
ke Boerenbond. Het was onder auspiciën
van deze Boerenbond, dat in 1898,
nu bijna vijfenzeventig jaar geleden,
twee coöperatieve centrale banken wer
den opgericht. Thans is als het ware de
historische vergissing hersteld van wijlen
de ambtsvoorganger van de heer Mer
tens, die in de januarivergadering van
1898 van het bestuur van de Boerenbond
met de afgevaardigden van de Provincia
le Raiffeisencommissies de aanvankelijke
agenda, die voorzag in het voorstel tot
oprichting van één centrale bank voor alle
plaatselijke banken, terugnam en daar
voor in plaats stelde het voorstel van de
afgevaardigde van de Provinciale Boe
renbond Gelderland tot het in het leven
roepen van twee centrale banken.
Hij dankte de heer Mertens voor alles
wat deze heeft bijgedragen tot de één
wording van beide banken. Hij hoopte,
dat hij nog vele jaren als voorzitter van
de Raad van Beheer van de nieuwe
centrale bank leiding zal geven aan de
realisatie van de verwachtingen, die allen
koesteren van de éénwording van de
twee coöperatieve bankorganisaties, en
betrok in zijn dank ook de heer Van
Lijnden van Sandenburg, de voorzitter
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank, alsmede dr. Verhage, de voorzitter
van de hoofddirectie van de Coöperatie
ve Raiffeisen-Boerenleenbank.
Wat de resultaten van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank, alsmede van
de geliëerde centrale instellingen aan
gaat, dacht de heer Van Campen te
kunnen zeggen: eind goed, al goed. Dit
betreft in het bijzonder de aangesloten
boerenleenbanken. Geleidelijk is de ren-
tabiliteitspositie van de boerenleenban
ken verbeterd. Over 1971 beliep de
bedrijfswinst na afschrijvingen doch vóór
belastingen ƒ49,4 miljoen, te vergelijken
met 39,9 miljoen over 1970.
Uitgedrukt in een percentage van het
balanstotaal beloopt aldus de bedrijfs-