discussies voor en tegen ning houdt met het ordeel, dat uit de algemene vergadering te zijner kennis komt. Deze heeft de laatste beslissing, maar zij zou niet een juist besluit kunnen nemen, als haar uit de Ringen geen goede adviezen waren verstrekt. Hij meende, dat de goede weg is inge slagen. Misschien staat de vergadering niet unaniem achter alle onderdelen van het voorstel. Maar dat mag de aandacht niet afleiden van de kern, waarom het gaat: fusie met de Eindhovense zuster organisatie. De daarover te nemen beslis sing verdient aller steun. Bij de voorbereiding van de besluitvorming daarover zijn in de beide organisaties en ook in de Commissie van 18 onderwerpen aan de orde geweest, die van groot belang zijn voor de inrichting en werkwijze van het toekomstig samenwerkingsverband, maar die niet rechtstreeks samenhangen met de éénwording. Zulke onderwerpen zullen verder moeten worden uitgediept binnen het kader van het samenwerkings verband. Een structuurcommissie is daarvoor het aangewezen lichaam. Daarin zullen de leden opnieuw invloed kunnen laten gel den om bij de uitwerking van vraagstuk ken, die nog op ons liggen te wachten, uitdrukking geven aan de gedachten en opvattingen, die onder ons leven. De heer Van Lijnden verwachtte, dat deze struc tuurcommissie begin 1973 met haar werk zaamheden zal kunnen beginnen. Hij hoopte en rekende op het vertrouwen van alle leden in de leiding van de organisatie; hij hoopte tevens dat zij zoveel mogelijk vóór het fusievoorstel zouden stemmen. Belangrijk zijn, zo ein digde hij, vertrouwen en besluitvaardig heid. Bij de hierop volgende zakelijke discus sie legde de heer W. Roodenburg na mens het bestuur en de raad van toe- zich van de bank Abcoude een ver klaring af inzake de door hen terug genomen motie-Abcoude, waarin bezwa ren tegen de concept-statuten werden verwoord. Het terugnemen geschiedde, omdat bleek, dat er geen meerderheid voor was te vinden. Abcoude beoogde een concrete bijdrage te leveren aan de besluitvorming over de concepten, zo betoogde hij. Het streven moet gericht worden op het leggen van een hechte basis voor de nieuwe organisatie, waarbij de autonomie van de banken wordt ge waarborgd. De heer Roodenburg was van mening dat dit in de structuurcom missie dient te worden bestudeerd. En dat dit alles behoort te gebeuren vóór de definitieve fusie. Hij betreurde het dat de banken te weinig tijd hadden gekregen voor de bestude ring van alle stukken en stelde nadrukke lijk vast, dat Abcoude vóór de fusie is, maar niet tot elke prijs. Met name verzet te hij zich tegen een te grote financiële afhankelijkheid van de banken, die het gevaar van dirigisme inhoudt. Als de algemene vergadering „ja" zegt op het fusievoorstel, dan wordt deze instemming ten onrechte ook beschouwd te gelden voor de concept-statuten. Abcoude is vóór de fusie, maar tégen de voorgestel de statuten. Door de koppeling van beide kan Abcoude niet anders doen dan tegen stemmen, aldus de heer Roodenburg. De heer H. J. Kloosterboer van de bank Doesburg reageerde onmiddellijk op wat de heer Roodenburg gezegd had. Hij begreep niet dat Abcoude ontevreden kan zijn over de voorbereiding van de fusie en over de voorgestelde statuten. Misschien zijn er wel eens fouten ge maakt, maar uit Utrecht hebben we re cent zulk een duidelijke toelichting gekre gen - zelfs een toelichting op een toelichting - dat geen twijfel meer aan de bedoelingen en aan de definitieve vormen van de nieuwe organisatie kan bestaan. In alle gekozenen, in de bestu ren, in de Ringen, in de commissies stelden we vertrouwen. Houdt dit ver trouwen nu plotseling op? Allerlei kwesties zullen nog in de komen de structuurcommissie besproken wor den. Dat dit met de concept-statuten eveneens kan geschieden is nu al duide lijk. Als de fusie voortgang vindt, dan gaat het om de geest, waarin verder wordt gewerkt. Het vaststellen van aller lei regelingen moet aan het overleg hier over worden overgelaten. De heer Kloosterboer verklaarde zich voor de voorstellen, maar hij kon zich indenken, dat sommigen ertegen zijn en de verdere behandeling ervan willen uit stellen. Aan de andere kant: men moet besluiten durven nemen, vooral na de degelijke voorbereidingen. Laten we op een duidelijke manier beslissen, zo riep hij de vergadering toe. De heer H. Vondeling, van de bank Oos- terwolde die net gehoord had dat de motie-Abcoude was ingetrokken, consta teerde dat de algemene vergadering nu dus voor de beslissing staat. Het dilem ma daarbij is, dat gevraagd wordt te stemmen over één pakket van voorstellen, dat wil zeggen én over de fusie én over de komende statuten. Daardoor krijgt men, naar zijn oordeel, een vertekend beeld. Hij durfde de stelling aan, dat 90% der banken vóór de fusie is, maar dat er veel tegenstand bestaat tegen de statuten. Velen zouden zelfs tegen de statuten stemmen, als zij daarmee niet tevens hun stem verhieven tegen de fusie. De organisatie is murw door alle papier en door alle gepraat en nu staan we op het punt te beslissen over de stichting van een nieuwe organisatie met circa twaalfhonderd leden over het gehele land. Het gevaar dreigt van een centra listisch bestuur, van verambtelijking en van bureaucratie. Zullen de statuten dit gevaar kunnen afwenden vroeg de heer Vondeling zich af. Hij geloofde het niet. De statuten houden het gevaar in van uitholling van de autonomie van de plaat selijke banken. Zij die voor zullen stemmen redeneren: men moet vertrouwen hebben in het mitjgak

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 25