19
rentesubsidies
conclusie
waarde van grond en gebouwen. Deze geschatte waarde
van grond en gebouwen. Deze geschatte waarde is meestal
afgeleid van de verkoopwaarde.
In Denemarken gaan de kredietverenigingen met hun
leningen tot 50% van de verkoopwaarde. Bij een
grotere financieringsbehoefte moet de tuinder een beroep
doen op een andere instelling, het ,,Dansk Landbrugs
Realkreditfond", dat tot maximaal 70 gaat.
Voor financieringen op korte termijn moet men een beroep
doen op de handelsbanken. De twee eerstgenoemde
instellingen verstrekken hun leningen niet in geld, maar in
obligaties, welke de tuinder via de bank kan verkopen.
Op deze wijze is de tuinder niet afhankelijk van de vraag
of de financierende instelling voldoende liquiditeiten
heeft, maar kan hij via de bank een beroep doen op de
kapitaalmarkt. De looptijd van deze obligatieleningen kan
variëren van 10 tot 13 jaar, de nominale rente van 7 tot
10 De effectieve rente kan oplopen tot 15
De beperkte financieringsmogelijkheden op basis van de
gebruikelijke zekerheden zijn in West-Duitsland, Frankrijk,
Italië en België aanmerkelijk verruimd, doordat bepaalde
instituten leningen kunnen garanderen. Deze garantie
fondsen zijn in Frankrijk een onderdeel van de banken en
in West-Duitsland en Italië zijn zij daarmee nauw verbon
den. In België is sprake van een overheidsinstituut. De
garantieverlening door deze instellingen heeft het karak
ter van een kredietverzekering. De garanties worden niet
als zelfstandige zekerheid toegepast, maar zij ondersteu
nen slechts de gebruikelijke zekerheden, waardoor de
verstrekkingspercentages kunnen worden verhoogd. In
West-Duitsland kan daardoor het verstrekkingspercenta
ge van hypothecaire leningen verhoogd worden van 60%
tot 80%, in België tot maximaal 75% en in Italië en
Frankrijk tot 80%. In Italië geldt deze garantieverlening
speciaal voor familiebedrijven. De Nederlandse banken
hebben wat betreft de zekerheden, ideale financieringsfa
ciliteiten door de mogelijkheid van toepassing van een
garantie van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
als zelfstandige zekerheid. In normale gevallen vormt de
zekerheid geen belemmering voor de financiering.
In de meeste van de genoemde landen kent men
rentesubsidies.
Alleen in Nederland en Denemarken wordt deze vorm
van overheidssteun niet toegepast. Italië kent in dit
opzicht de gunstigste faciliteiten. Bij een normaal rente
percentage van 8 bedraagt de te betalen rente over
leningen voor de aankoop van grond 1 voor de
stichting van gebouwen 3% en voor de aankoop van
machines 2%. In Frankrijk bedraagt het rentepercentage
voor de financiering van grond 4,5%. Leningen verstrekt
aan jonge tuinders voor de stichting van een bedrijf
dragen in Frankrijk een rente van 4%. Ook in West-
Duitsland bedraagt de door de tuinder te betalen rente
4%. In België wordt een rentesubsidie verleend van
maximaal 5 bij een normale rente van 8
Uit het voorgaande blijkt, dat de financieringsfaciliteiten
van de landbouwkredietinstellingen in Nederland de ver
gelijking met andere landen goed kunnen doorstaan. Met
name de afstemming van de financieringsmogelijkheden
op de financieringsbehoefte, vooral met betrekking tot de
zekerheden, is vergeleken met het buitenland gunstig te
noemen. Dit is mede te danken aan het Borgstellings
fonds voor de Landbouw. Dit moet dan ook als een van
de omstandigheden worden genoemd, waardoor de Ne
derlandse tuinbouw zich in de afgelopen jaren zo krachtig
heeft kunnen ontwikkelen.
Alleen het door de tuinder te betalen rentepercentage
steekt ongunstig af bij dat van een aantal landen als
gevolg van de rentesubsidiëring in de meeste andere
landen. Dit heeft echter geenszins verhinderd, dat de
positie van de Nederlandse tuinbouw in internationaal
verband de afgelopen jaren nog aanmerkelijk werd
verstevigd. Bovendien kan een gelijktrekking van de
rentepercentages in het kader van de E.E.G.-regelingen
worden verwacht.