„Van bank in oude trant naar
bank voor iedereen".
vIr
10
drs. Bakx
de naam boerenleenbank te moeten vasthouden. We
wilden die naam niet kwijt, omdat we een bank waren
voor boeren en tuinders en de naam juist ook voor de
gewone burger een paar hele belangrijke elementen
vertegenwoordigt: soberheid, goed, degelijk beheer en
vooral soliditeit. Ik geloof, dat de naam inderdaad zo de
burger, niet-agrariër aanspreekt.
In de zestiger jaren wordt de boerenleenbank algemene
bank. De moderne plattelandbewoner, tot welke beroeps
groep hij ook behoort, heeft steeds meer behoefte aan
de diensten van een modern bankapparaat, dat alle
bankfuncties in ruime zin kan vervullen.
De uitbreiding van het dienstenpakket valt op. Het
lidmaatschap van de Provinciale Bond voor den Geld- en
Effectenhandel wordt ook voor de boerenleenbanken
opengesteld. De banken gaan optreden bij het sluiten van
verzekeringen voor de verzekeringsinstellingen van de
gewestelijke standsorganisaties.
In de laatste jaren volgen de boerenleenbanken de
ontwikkeling van het algemene bankwezen op de voet. Of
is het eerder omgekeerd?
Met name voor particulieren, die langs bankgirale weg
willen afwikkelen, worden privérekeningen ingevoerd. Een
gezinsrekening, waarop geen rente wordt vergoed, maar
waarop ook geen kosten werden berekend. U weet, dat
dit een zeer actuele zaak is. Wij hadden een goede start
met deze rekening. De zaak is ons uit de hand geslagen
door de grote concurrentie van de handelsbanken, die
zich ook op de particulieren richtten. Zij gaven direct een
rente van 3V2 Dat blijkt nu niet vol te houden en het
einde draagt de lasten! Overigens is er in deze jaren
gelukkig een samenwerking ontstaan met de handelsban
ken, denk aan het betaalcheque-project en de bankgiro
centrale.
De laatste jaren gaat van de totale voorschotverstrekking
de helft naar agrariërs en middenstanders en de andere
helft naar de woningbouwfinanciering. Men ziet het: dit
alles, in die 25 jaar, heeft geleid tot onze slagzin: ,,de
boerenleenbank, de bank voor iedereen"!
U hebt, zowel persoonlijk als in uw bedrijf, een prachtige
ontwikkeling meegemaakt. Hebt u wel eens aan een
functie elders gedacht?
Ja, u mag gerust weten, dat ik dat verschijnsel wel
eens bij mezelf ontdekt heb. Je vraagt je dan af of je
altijd bij de boerenleenbank moet blijven zitten. Toch is
de uitkomst van die overwegingen altijd geweest: niet
weggaan. Dat kwam, omdat je in onze boerenleenbank
organisatie voortdurend in contact staat met mensen. En
dat gééft je iets! Het bedrijf staat bij ons niet zo op de
voorgrond als bij industriële ondernemingen, het gaat bij
ons veel meer om de menselijke relatie. Ook de sfeer is
altijd goed geweest bij ons, zowel met collega's, directie
en met medewerkers, als met de organisatie en de
coöperaties.
U begon, met bijna 100 mensen, op een andere wijze dan
iemand, die nu met 1.200, na de fusie met zo'n 2.500
collega's, begint.
Inderdaad is dat een groot verschil. Wij hadden als jonge
mensen nog de gelegenheid om het hele terrein van de
Centrale Bank te leren kennen. Vandaag is dat voor
jongere mensen niet meer mogelijk. Wat wij vroeger
spelenderwijs van het bedrijf opstaken, moet nu door
middel van introductiecursussen en andere instructie ge
beuren.
Het is daarom van enorm belang, dat wij de jonge
mensen goed opvangen. Niet alleen van belang voor het
bedrijf, maar vooral voor die jonge mensen zelf. De zorg
zal zich moeten richten op een goede carrière-planning.
Daarbij moeten we de mensen zo objectief mogelijk
beoordelen. Zo'n oordeel moet je ook niet van één man
laten afhangen. En vooral, laten we de jeugd het recht
geven kritische opmerkingen te maken en laten we er
naar luisteren.
Hebben de banken al die ontwikkelingen vlot kunnen
volgen? Waren er moeilijkheden?
Over het algemeen hebben de boerenleenbanken de
ontwikkelingen heel goed opgevangen. Natuurlijk hebben
we moeten zorgen voor de goede mensen op de juiste
plaats. Daarvoor is ook het eigen opleidingsinstituut
gekomen. En verder, als er eens iets was, ging je
daarover met elkaar spreken. Zo'n organisatie is een
werkelijk levend geheel en eventuele problemen los je
daarin met een goede verstandhouding en overleg altijd
op.
In ieder geval hebben al die banken met hun organisatie
een verrassende flexibiliteit vertoond. Als ze dat niet
hadden gehad, was mijn verhaal over die 25 jaar heel
anders geworden. Of in die ontwikkeling soms iets
eigens van de coöperatieve bank verloren is gegaan?
Nee, ik geloof veeleer, dat dat eigene duidelijker naar
voren gekomen is. In onze wijze van werken zie je dat
het naast het zakelijke belang ook gaat om het persoon
lijke welzijnsbelang van de mensen. Dat is een primaire
opdracht voor onze banken, niet alleen ten opzichte van