korte uitleg grondbank kan starten 35 valutahandel wisselarbitrage Vanaf 1 maart is de Coöperatieve Raiffei- sen-Boerenleenbank W.A. te Amstelveen ook gaan deelnemen aan de internationale wisselarbitrage. Het begrip wisselarbitrage kan onderscheiden worden in valutafwis selhandel en valutaf wissel )arbitrage. Een valuta-affaire wikkelt zich af tussen de gulden enerzijds en een buitenlandse valuta anderzijds. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een contante affaire en een termijnaffaire. Bij afsluiting van een contante affaire ligt slechts een korte spanne tijds tussen de J afsluitdatum en de leveringsdatum van de valuta, nl. twee werkdagen. Bij termijn affaires wordt de levering naar een later tijdstip verschoven. Gebruikelijke termijnen zijn 1, 3 en 6 maanden na de afsluitdatum. In mindere mate komen verder termijnen voor van V2, IV2, 2V2, 4 en 5 maanden, terwijl termijnen langer dan 6 maanden meer incidenteel zijn. Termijnengagementen worden voorname lijk aangegaan door importeurs resp. ex porteurs, die hun toekomstige verplich tingen, resp. vorderingen in vreemde va luta zeker willen stellen, m.a.w. het toe komstig koersrisico willen uitsluiten. Zoals bekend zijn onlangs door de cen trale banken, welke aangesloten zijn bij j het Internationale Monetaire Fonds te Washington koersafspraken gemaakt, waartussen de valuta's kunnen bewegen. Dat betekent voor Nederland, dat De Nederlandsche Bank de koers van de Amerikaanse dollar vrij zal kunnen laten fluctueren tussen 3.17 3/16 en 3.313A. Bereikt de Amerikaanse dollar op de officiële Nederlandse wisselmarkt een koers van ƒ3.17 3/16 dan zal De Neder landsche Bank genoodzaakt zijn alle aan geboden dollars aan te kopen tegen deze koers. Daar de andere buitenlandse centrale banken ook een bepaalde dollarkoers tegen hun landsvaluta zijn overeenge komen, is het begrijpelijk, dat ook andere valuta's zich kunnen bewegen tussen zekere koersniveaus. Het koersrisico voor contante affaires is dus in zekere zin beperkt, indien de te verrichten affaire zo vlug mogelijk door de bank wordt ingedekt. De afdekking van een termijnaffaire stuit echter op meer moeilijkheden, daar hiervoor een tegenpartij moet worden gevonden, die ongeveer dezelfde tegenaffaire te doen heeft. De koers voor een termijnaffaire bestaat uit twee componenten, nl. de contante koers en het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers. Wanneer het verschil tussen de termijnkoers en de contante koers lager is dan de contante koers noemt men dit verschil een disagio en in het omgekeerde geval een agio. De valutahandel vindt plaats tussen binnen- en buitenlandse banken, valuta makelaars en cliënten. Onder wissel- of valuta-arbitrage ver staat men het profiteren van koersver schillen van een bepaalde valuta op praktisch een gelijk tijdstip in verschil lende landen. Dat betekent een valuta kopen op die plaats, waar deze valuta het voordeligst is en weer verkopen op die plaats, waar de koers het hoogst is. Het spreekt vanzelf, dat door de veel betere en snellere communicatie-mid delen (telex en automatisch telefoon verkeer) de zuivere wisselarbitrage sterk aan betekenis heeft ingeboet. De zuivere wisselarbitrage (het vereffenen van koersverschillen in diverse centra) dient niet verward te worden met het begrip speculatie. Bij speculatie gaat men be wust een risico aan op het toekomstig koersverloop. De minister van Landbouw en Visserij ir. P. J. Lardinois heeft thans een aantal (ruilverkavelings)gebieden in Friesland, Groningen en Drenthe aangewezen, waarin een proef met een „grondbank" - via grondaankopen door de Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL) - zal worden genomen. Deze grondbankproef is een uitvloeisel van de in begin vorig jaar gepubliceerde voorstellen van de „Commissie Wellen". Deze commissie heeft de financierings problemen bestudeerd van grondge bonden produktie op bedrijven in de persoonlijke ondernemingsvorm. Zij heeft daarbij speciaal oog gehad voor de pro blemen bij bedrijfsvergroting, bedrijfsover name en samenwerking. Het grondbank-idee werd in Nederland verder ontwikkeld naar aanleiding van het Belgische plan Cooreman (1966). In België is dat voorstel min of meer in de ijskast terecht gekomen. In Nederland is het echter al enkele malen bestudeerd, thans met het bovengenoemde resultaat. Het is de bedoeling dat de door de Stichting Beheer Landbouwgronden aan gekochte grond tegen een jaarlijkse ca non van 3,5 van de koopprijs aan de gebruikers voor 26 jaar in erfpacht wordt gegeven. De reacties op het oorspronkelijke voor stel Wellen zijn tot op heden niet eendui dig positief geweest, wat vermoedelijk veroorzaakt wordt door: 1. de onduidelijkheid over de hoogte van de canon en over het al of niet tus sentijds herzien worden van die canon; 2. de onzekerheid in de voorwaarden met betrekking tot verlenging en terug koop. De canon wordt nu 3,5% met een herzieningsmogelijkheid na 13 jaar. Aan gezien het bestuur van de Stichting Be heer Landbouwgronden nog moet uit werken hoe die herziening tot stand gaat komen, is er weinig meer duidelijkheid in het voorstel gekomen. Wij zijn daarom erg benieuwd hoe men die herziening denkt te regelen, welke terugkoop- en verlengingsvoorwaarden in concrete gevallen uit de bus zullen komen en welke animo er dan voor een grondbank zal zijn. Nu er gestart kan worden zal de prak tische toetsing van allerlei ideeën mogelijk zijn, hetgeen voor een eventuele verdere uitwerking van een „grondbank" van be lang is.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 37