vraag
en
antwoord
31
mr. p. j. I. m. bartholomeus
In 1971 is het Nederlandse vennoot
schapsrecht verrijkt met een nieuwe
rechtsvorm, de besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid, verder
kortweg te noemen de B.V.
De invoering van de B.V, was noodzake
lijk teneinde de aanpassing van het Ne
derlands vennootschapsrecht aan het
vennootschapsrecht van de andere
E.E.G.-lidstaten thans en in de toekomst
mogelijk te maken.
Voorts heeft de inwerkingtreding van de
Wet op de Jaarrekening van de Onderne
mingen tot gevolg gehad dat uiteenlo
pende publicatievoorschriften zijn gaan
gelden voor de naamloze vennootschap
(N.V.) en de besloten vennootschap (B.V.).
De N.V. is vanaf 1 januari 1973 verplicht
tot volledige publicatie nederlegging
ten kantore van het Handelsregister) van
de balans, de verlies- en winstrekening,
de toelichting op deze beide stukken en
de accountantsverklaring.
Voor de B.V. met een balanstotaal van
ten minste 8 miljoen die tevens ten min
ste 100 werknemers in dienst heeft, geldt
de verplichting met ingang van voor
noemde datum over te gaan tot publica
tie van de balans, de toelichting daarop
en de accountantsverklaring. Publicatie
van de verlies- en winstrekening is voor
deze B.V. derhalve niet dwingend voorge
schreven.
De B.V. ten slotte die niet voldoet aan de
hiervoor gestelde criteria kent geen
enkele publicatieplicht.
Het zijn met name deze uiteenlopende
publicatievoorschriften die er toe zullen
leiden dat in de loop van het jaar 1972
het merendeel der thans bestaande
naamloze vennootschappen omgezet zal
worden in besloten vennootschappen.
De noodzaak tot omzetting klemt te meer
aangezien aile naamloze vennootschap
pen bovendien na 1 januari 1973 gehou
den zijn zowel de jaarstukken over 1972
als over 1971 en 1970 te publiceren.
De B.V. zoals die thans bestaat of gaat
bestaan na oprichting of na omzetting
vanuit een N.V. is een voor ons recht
nieuwe vennootschapsvorm die in struc
tuur ten nauwste verwant is aan de N.V.
doch voorbestemd is voor vennoot
schappen met een besloten karakter
(eenmans- of familievennootschappen).
Zij kan getypeerd worden als een rechts
persoonlijkheid bezittende vennootschap
met een in aandelen verdeeld kapitaal
waarin ieder der vennoten voor een of
meer aandelen deelneemt.
Voor hetgeen in naam der vennootschap
wordt verricht zijn de aandeelhouders
persoonlijk niet aansprakelijk, terwijl zij
evenmin gehouden zijn in de verliezen
van de vennootschap meer bij te dragen
dan het bedrag dat op de aandelen moet
worden gestort.
De B.V. onderscheidt zich van de N.V.
doordat haar aandelen alleen op naam
mogen luiden, geen aandeelbewijzen mo
gen worden uitgegeven, levering van
aandelen steeds krachtens akte van leve
ring dient te geschieden waarvan aante
kening dient te worden gehouden in het
zich ten kantore van de vennootschap
bevindende aandeelhoudersregister, ter
wijl de overdracht van aandelen alleen
vrij is aan de echtgenoot, bloed- en
aanverwanten in de rechte lijn en tweede
graad zijlijn, aan mede-aandeelhouders
en aan de vennootschap zelf. Overdracht
van aandelen aan derden, die niet beho
ren tot de hiervoor weergegeven
groepen, is beperkt door een wettelijke
blokkeringsplicht en onderworpen aan
statutair nauwkeurig voorgeschreven re
gels.
In diverse landbouwkundige vakbladen is
in het verleden meermalen de N.V. be
licht als mogelijke samenwerkingsvorm in
de landbouw.
Het is bekend dat de N.V. in de landbouw
slechts zelden als zodanig gebezigd is
aangezien de meeste landbouwbedrijven
gedreven worden als eenmansbedrijven.
Bovendien werkt onze fiscale wetgeving
op deze ondernemingsvorm nadelig ten
gevolge van het stelsel van dubbele
winstbelasting, waarbij zowel de belast
bare winst der N.V. als het inkomen van
de ondernemer die bij haar in dienst is,
aan afzonderlijke belastingheffing onder
worpen zijn.
Een eventueel fiscaal voordeel is bij de
N.V. slechts te behalen indien de jaarwin
sten hoger zijn dan 60.000,- a
70.000,-, aangezien het proportionele
(gelijkblijvende) tarief van de vennoot
schapsbelasting thans 50%) eerst
dan voordelen biedt boven het progres
sieve tarief (tot 70%) van de inkomsten
belasting.
Bij de introductie van de B.V. als nieuw
samenwerkingsverband is meerdere ma
len gepleit voor een fiscaal regime waar
in meer aandacht zou worden geschon
ken aan de economische realiteit waarbij
meer waarde wordt toegekend aan dege
ne die het risico van waardeverande
ringen draagt dan aan de juridische eige
naar.
Geconstateerd moet echter worden dat
de B.V. fiscaal op gelijke voet behandeld
zal worden als de N.V.
Hieruit valt te verwachten dat de B.V. als
samenwerkingsverband voor de land
bouw even weinig perspectief biedt als
de N.V. zulks deed.
Het belangrijke voordeel van deze
rechtsvorm, gelegen in een betere waar
borg van de continuïteit van de onderne
ming, blijft gehandhaafd.
Bij verwisseling en opvolging van de
ondernemer blijft het risicodragende ver
mogen immers gehandhaafd en kan ont
trekking van dit vermogen door de recht
hebbenden slechts in beperkte mate
plaatsvinden,
j Financieringsmoeilijkheden waarvoor de
persoonlijke ondernemer zich geplaatst
ziet bij generatiewisseling en die een
ernstige belemmering zijn bij de handha
ving van de continuïteit van zijn onderne
ming, doen zich bij de onderneming in
B.V.-vorm in veel mindere mate gevoelen.
Aan de B.V. verstrekte voorschotten en
kredieten blijven immers doorlopen om
dat het bestaan van de B.V. niet afhanke-
lijk is van de persoon of het leven van
haar directeur of aandeelhouders.
Een blokkering van een ten behoeve van
een ondernemer geopend krediet bij voor
beeld in geval van diens overlijden met
als gevolg dat zijn rechtsopvolgers niet
meer in de gelegenheid zijn gebruik te
maken van dat krediet, kent de B.V. niet,
aangezien zij (bijna altijd) voor onbepaal
de tijd is aangegaan,
j De beperkte aansprakelijkheid der aan
deelhouders in de B.V. is een verder
voordeel van deze rechtsvorm, hoewel aan
deze beperkingen vaak de kracht wordt
ontnomen doordat financieringsinstel
lingen de eis stellen dat de aandeelhou
ders zich in privé borg stellen voor de
aan de B.V. te verstrekken geldleningen.
De toekomst zal uitwijzen of de B.V. als
samenwerkingsverband voor landbouw
bedrijven voldoende mogelijkheden
biedt.