27 werkgroep beveiliging veiligheid van het personeel Eigenlijk zou het niet nodig moeten zijn een beschouwing over beveiliging in dit blad af te drukken. Wij werken immers in een bankbedrijf en dit blad is een bank- tijdschrift. De problematiek van de bevei liging is ogenschijnlijk een secundaire technische aangelegenheid, waarvoor zo nodig per circulaire door technische spe cialisten adviezen kunnen worden ver strekt aan de aangesloten banken. Onze realiteitszin gebiedt ons echter de beveiliging niet alleen in de sfeer van de techniek te houden. Gemiddeld eenmaal per drie dagen delen de dagbladen mee dat er bij een geldinstituut of tijdens een geldtransport een overval heeft plaatsgevonden. Het is genoegzaam be kend dat ook kantoren van boerenleen banken en raiffeisenbanken soms op hoogst onaangename wijze worden ge confronteerd met ongewenste gasten. Daarnaast schrikken deze lieden evenmin terug voor het uitvoeren van inbraakpo gingen. Menige buitenstaander zou hieruit de in druk kunnen krijgen, dat de financiële instellingen in ons land slechts beperkte aandacht schenken aan de problematiek van de beveiliging. Naarmate deze in drukken door de feiten schijnen te wor den bevestigd, kan vervolgens het geïn stitutionaliseerde maatschappelijk ver keer zich geroepen voelen om via publi citeitsmedia of zelfs via de geëigende politieke kanalen zijn beklag in te dienen. Zelfs kan dan gevraagd worden aan de financiële instellingen wettelijke voor schriften te geven, omdat deze instellin gen blijkbaar op te beperkte en noncha lante wijze de beveiligingsproblematiek aanpakken. Misschien zou de praktijk van vandaag zelfs als een brevet van onvermogen kunnen gelden voor de ban ken en de andere geldinstituten. Daardoor ontstaat dan een zich vergro tende inbreuk op onze geldende rechts orde, een inbreuk die weliswaar op rekening van de onderwereld wordt ge schreven, maar waarbij het die onderwe reld niet al te moeilijk wordt gemaakt. Er is alle reden om voorgaande zwart-wit tekening van het eigenlijke vraagstuk wat genuanceerder te beschouwen. Want het blijkt dat noch zwart, noch wit, maar gebroken wit de juiste kleur aangeeft en dat aan de financiële instellingen als bedrijfstak in dit verband ten onrechte een zekere onverschilligheid wordt ver weten. Reeds meer dan zes jaar geleden, toen er nog nauwelijks bankovervallen plaats vonden, werd door de Nederlandse Ban kiersvereniging in overleg met het Minis terie van Financiën een „werkgroep be veiliging" ingesteld. Daarmee werd de basis gelegd voor een intensieve aanpak van de beveiliging. Vertegenwoordigers - voornamelijk veiligheidsspecialisten - van de handelsbanken, de landbouwkre- dietbanken, de bondsspaarbanken, de Bond voor den Geld- en Effectenhandel en de PTT gingen in gecoördineerd verband de verdedigende strijd tegen de onderwereld aan. Nog in het jaar van instelling bracht de werkgroep een rapport uit, waarin een aantal belangrijke adviezen over te nemen beveiligingsmaatregelen waren vervat. Sindsdien werden op grond van veel onderzoek en overleg talrijke advie zen en richtlijnen door deze werkgroep gegeven en door de financiële instellin gen in ruime of zeer ruime mate in praktijk gebracht. Inmiddels is de hierboven vermelde werkgroep omgezet in de Beleidscom missie Beveiliging Banken. In deze com missie hebben vertegenwoordigers/top functionarissen zitting van de handels banken, van de landbouwkredietbanken en van de bondsspaarbanken. Voorts ne men drie toegevoegde leden aan het beraad van deze commissie deel, die respectievelijk het Ministerie van Justitie, de PTT en de werknemersorganisaties vertegenwoordigen. Voor de oplossing van de vele en gecompliceerde prakti sche problemen die uit de besluitvorming binnen de commissie voortvloeien, zijn verschillende subcommissies ingesteld. De betekenis, die de financiële instellin gen aan een doelmatig gecoördineerd overleg inzake de veiligheid van perso neel en materiaal en aan een optimaal verantwoorde advisering hechten, komt door de instelling van de beleidscommis sie nog eens nadrukkelijk tot uiting. Het is de laatste jaren bepaald niet bij onderzoek en overleg gebleven. Er zijn reeds vele miljoenen in de beveiliging geïnvesteerd. Het pakket beveiligings maatregelen heeft zich sterk in de breed te en in de diepte uitgebreid. Er is steeds veel zorg besteed aan de veilig heid van het personeel en aan de beveili ging van het hoofdartikel van de bank: het geld. Het zou dan ook een misver stand zijn, indien men bij een daadwerke lijke confrontatie van bankpersoneel met overvaller van eerstgenoemde een dap pere en stoere houding zou verwachten. Het risico van persoonlijk letsel weegt zwaar. Daarom luiden de instructies aan het personeel dienovereenkomstig. Enige tijd geleden is een gentleman's agreement gesloten tussen de minister van Justitie en de banken. Daarbij heb ben de banken de verplichting op zich genomen om hun kantoren nog drasti scher dan voorheen tegen overvallers te beveiligen, onder meer door het laten aanbrengen van kostbaar pantserglas en stil-alarm voor alle kantoren. In onze organisaties zijn reeds honderden kanto ren van deze kogelvrije afscherming voorzien. Gedurende de eerstkomende jaren zal het noodzakelijk zijn, dat ook de andere kantoren deze en andere veiligheidsmaatregelen nauwkeurig ten uitvoer brengen. De foto links onder geeft u een indruk van het resultaat van een schietproef (onder ideale omstandigheden) op kogelwerend glas met een betrekkelijk zwaar handvuurwapen Op de plaatselijke kantoren moet de feitelijke bescherming en de tijdige signa lering middels de benodigde technische voorzieningen plaatsvinden. De betekenis van deze voorzieningen hangt nauw samen met de zorg van de personeelsleden voor de beveiliging. Van daar dat het uiterst belangrijk is het personeel ervan te doordringen, dat steeds alle beveiligingsmaatregelen in acht moeten worden genomen. Alleen dan kan de groeiende interesse van de onderwereld voor de raiffeisen banken en boerenleenbenken omslaan in een afnemende belangstelling. Wij hebben niet de illusie dat binnen een paar jaar de overvallen en de inbraken geheel tot het rijk van de historie zullen gaan behoren. Er blijven bij voorbeeld kwetsbare kantoren (noodgebouwen). De meeste overvallers zijn recidivisten. Door het nog te grote aantal onopgelos te overvallen worden misdadigers aange trokken. Voorts is een geheel afdoende beveiliging, zowel in technische zin, als vanwege de eisen voor een goede be drijfsuitoefening door een dienstverle nend bedrijf onmogelijk. Afname van het aantal pogingen tot overval of inbraak ligt echter in het verschiet. In West-Duitsland is al duide lijk gebleken, dat de sterk verbeterde beveiliging van de geldkantoren tot een drastische vermindering van het aantal overvallen en inbraken ledt. De in de aanhef van dit artikel geponeerde stel ling, dat de zaak er niet zwart voor staat, wellicht ook niet wit maar dan toch wel gebroken wit, moge in dit artikel toch enigermate zijn bewezen. Het hangt voor al van de leiding van de plaatselijke kantoren af, of de praktijk het definitieve en onomstotelijke bewijs zal gaan leve ren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 29