eling ont /A trage groei bedrijfssluitingen 24 j. c. egmond Niettegenstaande of misschien dank zij de slechte resul taten in de horecasector zien we in deze branche veel vernieuwingen: de vijftiende Wimpy is geopend, Hilton bouwt zijn derde hotel in Nederland. En dan, zo algemeen als hierboven te stellen, dat het slecht gaat in de horecasector, is te veel generaliseren. Het Bedrijf schap voor deze bedrijfstak onderscheidt 41 soorten bedrijven, met als uitersten de automatiek op de hoek enerzijds en een Hilton-hotel anderzijds. In het klassieke restaurantbedrijf en in het algemeen in de keukenexploi tatie is het resultaat onbevredigend. Een andere sector, die er veelal eveneens minder florissant voorstaat, is de logiesafdeling. Als vuistregel wordt hier gesteld, dat een bezettingspercentage tussen de 60-70 rendabel is. Nemen we als voorbeeld een hotel, dat afhéinkelijk van de zakenwereld is en dat een bezettingsgraad haalt van 80 dat wil zeggen van maandag tot en met donder dag, dan heeft het als gemiddeld weekpercentage 48,5 Ongeveer eenzelfde percentage op jaarbasis komt ook uit de bus voor hotels, die uitsluitend gericht zijn op het ontvangen van toeristen en dus duidelijk een seizoenbedrijf zijn. Beide soorten zijn misschien kandidaat voor het systeem van „Stay Free Resort Travel Club", waarover hierna meer. Vergelijken we de cijfers van de toename van de totale consumptie met die van de bestedingen in de horecasec tor als totaliteit dan zien we dat de horecasector bij de algemene ontwikkeling sterk is achtergebleven en in toeristische termen gesproken volkomen de boot heeft gemist. De reële consumptie steeg sinds 1953 met ongeveer 150%, de consumptie van horeca-produkten fluctueerde rond het niveau van 1953. Door de loonstijgingen worden deze relatief langzaam groeiende bedrijfstakken ernstig getroffen. Voor de oorlog was het loon nog geen 10% van de omzet, nu ligt dit tussen de 40-50 De mogelijkheden tot arbeidsbesparende technieken en nieuwe organisatiemethoden zijn in deze sector bijzonder gering, zeker als men het feit incalculeert, dat tweederde deel van de 34.000 horecabedrijven voor de laatste wereldoorlog gesticht zijn. Er hebben zich in de afgelopen jaren een aanzienlijk aantal bedrijfssluitingen voorgedaan. Oorzaken van opheffingen in 1968 en 1969: ziekte, ouderdom onrendabel afbraak, onteigening niet meer bedrijfsmatig overige Totaal absoluut: 2.006 23,3 14,9% 12,4% 12,1 36.7 K

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 26