de lage landen n.v. 2
18
n. h. boot en p. th. m. boshouwers, ec. bcc.
incasso-problematiek
algemeen
de feitelijke incasso
Alvorens de feitelijke „incasso-problema
tiek" te bespreken moge hier eerst een
korte uiteenzetting volgen omtrent de
maatregelen, die door „De Lage Landen"
worden genomen om de kans op het ont
staan van problemen in een later stadium
tot een minimum te beperken.
1e Voor zover de aanvrage een financie
ring tot 10.000,- betreft, wordt via een
BKR-toetsing nagegaan of in het verle
den bij afgelopen financieringen achter
standen in de termijnbetaling zijn ont
staan of dat lopende financieringen
reeds problemen opleveren. In het be
vestigende geval worden door de tus
senpersoon eerst nadere informaties bij
de aanvrager ingewonnen omtrent de
oorzaken van de achterstanden elders en
in hoeverre deze achterstanden inmiddels
zijn ingelopen of gelegaliseerd.
2e Bij aanvragen boven 10.000,- wordt
aan de hand van jaarstukken bezien of de
reeds aangegane verplichtingen terzake
van betaling van rente en aflossing ver
meerderd met die voortvloeiend uit de aan
gevraagde financiering uit de cash flow
nettowinst vermeerderd met afschrijvingen)
kunnen worden opgebracht. Bij nieuwe in
vesteringen die aanvullend werk mogelijk
maken, dient de meer-omzet op basis van
schatting mede in de overwegingen te
worden betrokken. De aflossingsperioden
met de daarmede korresponderende ter
mijnbedragen worden dientengevolge bij
grote financieringen niet zelden op vier
of vijf jaar gesteld. Is evenwel de winst
capaciteit groot doch het eigen vermo
gen gering in verhouding tot het balans
totaal dan wordt onzerzijds aangedrongen
op een kortere financieringsduur. Het staat
immers niet vast dat er in de toekomst
steeds werk voor het te financieren objekt
zal zijn.
Bij een matige winstcapaciteit, doch een
relatief goede eigen vermogenspositie
wordt een financieringsduur tot 5 jaar
acceptabel geacht. In grensgevallen zal
de moraliteit van de relatie de doorslag
geven, alsook de dekkingswaarde van
het te financieren object en zal het al
dan niet aanwezig zijn van aanvullende
zekerheden medebepalend kunnen zijn.
Voorts wordt aandacht besteed aan de
overlijdensdekking, en of deze eventueel
uitgebreid dient te worden.
3e De termijnbetaling dient zoveel moge
lijk „automatisch" te geschieden, hetzij
per bankgiro, hetzij per postgiro, aange
zien ,acceptgiro"-kliënten niet zelden
vergeetachtig plegen te zijn. In twijfelge
vallen wordt een rekening bij de Boeren
leenbank of Raiffeisenbank verplicht ge
steld en worden bovendien afspraken
met de bank gemaakt opdat regelmatig
stortingen door de kliënt op de betref
fende rekening worden gedaan.
4e Het is uitermate belangrijk, dat direkt
bij de eerst optredende achterstand een
rappel uitgaat naar bank en relatie: een
maal buiten het gareel lopend, treedt
gemakkelijk „gewenning" op, welke vrij
snel ontaardt in meerdere maanden ach
terstand. Dit vereist derhalve een admini
stratie, die praktisch per dag „bij" is en
een daarop aansluitend rappelsysteem.
Indien bij bedrijfsfinancieringen de ach
terstand ondanks aanmaningen, opge
lopen is tot twee a drie maanden, terwijl
geen enkele aanwijzing bestaat dat deze
op korte termijn kan worden ingelopen,
worden de meest recente jaarcijfers op
gevraagd teneinde aan de hand hiervan
en vari de door cliënt op te geven
werkopdrachten te bepalen of de liquidi
teitsmoeilijkheden van tijdelijke of struc
turele aard zijn. Wanneer blijkt, dat deze
tijdelijk zijn, worden de betalingen opge
schort onder de verplichting, dat met
ingang van een nader vast te stellen
datum behalve de normale termijnbetaling
ook een gedeelte van de achterstand
moet worden afgelost.
In het geval dat de moeilijkheden struc
tureel blijken te zijn, behoeft nog niet in
alle gevallen tot liquidatie van het gefi
nancierde object te worden overgegaan.
De oorzaken van het liquiditeitstekort
kunnen bij voorbeeld liggen in zakelijke of
particuliere investeringen die met te wei
nig of te kort vreemd vermogen zijn
gefinancierd. Het is dan zaak deze fouten
in de financiering te doen herstellen. Bij
roerends zaken kan eventueel onzerzijds
een herfinanciering worden toegestaan.
Indien de voor het laatste boekjaar gel
dende cash flow te samen met de in dat
jaar betaalde rente, bankkosten en ter
mijnbedragen voldoende dekkend zijn om
op basis van het nieuwe financierings
plan de nieuwe berekende rente en aflos
singsverplichtingen te voldoen - reke
ning houdende met de door de betreffen
de cliënt normaliter gepleegde privè-op-
namen n het verleden en met eventueel
inmiddels getroffen omzet vermeerderen
de of verminderende maatregelen - is
er geen aanleiding het (de) financierings-
kontrakt(en) door „De Lage Landen" te
doen beëindigen. Uiteraard kan de finan
ciële „sanering" worden getorpedeerd
door andere geldverschaffers of door
leveranciers die hun vorderingen om wel
ke reden dan ook ineens opeisen.
Indien de structurele liquiditeitsmoeilijk
heden evenwel toegeschreven moeten
worden aan geleden verliezen of aan
regelmatig hogere privé-opnamen dan de
winst toeliet en/of veronderstelde werk
opdrachten zijn uitgebleven, is het dui
delijk, dat na een wachttijd van ca. drie
maanden definitief ingegrepen moet
worden.
Alvorens maatregelen tot „uitwinning"
van onze zekerheid kunnen worden ge
troffen, moet eerst de opzegging van de
huurkoopovereenkomst bij aangetekend
schrijven geschieden, waarbij de totale
restantvordering, vermeerderd met de
kontraktueel vastgestelde boeterente,
wordt opgeëist.
De opzegging van het huurkoopkontrakt
geschiedt, conform artikel 9 van de alge
mene voorwaarden van de koop- en
huurkoopovereenkomst.
Dit artikel luidt:
Indien:
de koper handelt in strijd met de bepa
lingen van het koop- en huurkoopkon
trakt of wel met de wettelijke bepalingen
omtrent huurkoop:
de zekerheid van de Bank dreigt te
verminderen dan wel gegrondë vrees
voor de onverhaalbaarheid van haar vor
dering bestaat;
kopers faillissement is aangevraagd, door
hem surséance van betaling is aange- I
vraagd of koper onder curatele is gesteld; j
de Bank van oordeel is, dat er onmiddel
lijke maatregelen tot inning van al het
verschuldigde moeten worden getrof
fen;
is naar keuze van de Bank;
hetzij voorzover de wet het toelaat,
onmiddellijk opeisbaar al hetgeen de ko
per aan de Bank verschuldigd is aan
verschenen en nog niet verschenen ter
mijnen, vermeerderd met de renten, boe
ten en kosten;
hetzij het koop-huurkoopkontrakt als ont
bonden te beschouwen, in welk geval,
eveneens voorzover de wet het toelaat,
de Bank onmiddellijk het object kan
terugnemen en zodanige schadevergoe
ding eisen als nodig is om haar volledig
schadeloos te stellen.
In de praktijk kunnen we dus, rekening
houdend met de wettelijke bepalingen,
twee wegen bewandelen nl.: