financieel overzicht geldmarkt kapitaalmarkt 35 vervolg van pagina 13 Zoals bekend heeft De Nederlandsche Bank in voorgaande maanden herhaaldelijk de markt verruimd door middel van „stallings-operaties". Door deze tijdelijke aankopen van schatkistpapier trachtte de Bank te voorkomen, dat de rente op de geldmarkt in Nederland belangrijk zou uitgaan boven de rente in het buitenland en daarmee de toevloed van buitenlands geld te weren. Op een bepaald moment bedroeg het totaal van de op deze manier in de markt ge brachte middelen ruim 1.100 miljoen. Deze maatregel werd ondersteund door een verlaging van alle discontotarieven van de Bank met 1/2 per 2 maart jl. Een en ander kon niet voorkomen, dat De Nederlandsche Bank rond 9 maart op de onderste interventiekoers voor ruim 1 miljard aan dollars moest kopen. Deze enorme geldstroom van buitenlandse zijde - die terecht kwam in een toch al ruime markt - was voor de Bank aanleiding om met onmiddellijke ingang te bepalen, dat: a. niet-ingezetenen geen guldens-deposito's hier te lande mogen plaatsen (aflopende deposito's mogen niet wor den verlengd); b. op tegoeden van niet-ingezetenen geen rente meer mag worden vergoed. Voor de nationale geldmarkt blijft het een vraag, hoelang de deviezentoevloed hier zal blijven. Het is door de jong ste maatregelen van de Bank opnieuw onaantrekkelijker geworden guldens aan te houden. Ook laat onze nationale economie nog steeds veel te wensen over. Nu bovendien voor een aantal landen, waaronder met name Amerika, verwacht wordt, dat de recessie verleden tijd is, bestaat de mogelijkheid, dat velen het binnen niet al te lange tijd veiliger en mogelijk ook aantrekkelijker vinden belegging buiten Nederland te zoeken. Het is niet ondenkbaar, dat de toestand op economisch gebied, die gedeeltelijk door de toevloed van buitenlands kapitaal is versluierd, nog zal verslechteren als de speculatieve geldstroom ons land zou verlaten. De geldmarkt (overschot momenteel 800 miljoen) zal sterk beïnvloed worden door het wegvloeien van buitenlandse tegoeden (verkrapping). De kans op wegvloeiing van deviezen is eind maart be langrijk toegenomen. Het aantrekken van de rente in de Verenigde Staten en een bescheiden stijging van de dol larkoers zijn tekenen die in deze richting wijzen. Een en ander kan betekenen, dat aan de rentedaling - meerdere laagterecords zijn inmiddels gebroken - een halt wordt toegeroepen. Op dit moment is niet te overzien, of dit inderdaad het ge val zal zijn en nog minder of op korte termijn een rente stijging kan worden verwacht. De ontwikkelingen op de internationale kapitaalmarkten zijn in het afgelopen kwartaal meer dan ooit bepalend ge weest voor het verloop van de kapitaalmarktrente hier te lande. De rentepolitiek van de Verenigde Staten die erop gericht was om door verlaging van de rente de economie aldaar nieuwe impulsen te geven en de zeer grote beta lingsbalanstekorten waren er de oorzaak van dat enorme dollartegoeden naar Europa toestroomden om daar van het hogere renteniveau te kunnen profiteren. Bovendien werd een groot deel hiervan omgezet in sterk geachte valuta's, hetgeen de grote belangstelling vanuit het buitenland ver klaart voor onder meer Nederlandse obligaties. Door het enorme aanbod van dollars bereikten de dollarnoteringen in ons land en in Duitsland in maart hun laagste interven- tiepunt hetgeen een negatieve uitwerking had op de Euro- dollarmarkt. Daarentegen was er op onze obligatiemarkt gedurende het eerste kwartaal sprake van een zeer leven dige handel. Een groot aantal nieuwe leningen konden met succes tegen steeds scherpere voorwaarden worden ge plaatst. De inschrijvingen waren zodanig dat bij de toewij zingen flinke reducties moesten worden toegepast. Door de uitgesproken vriendelijke stemming konden de obliga ties flink in koers aantrekken. Zo bereikte de langlopende 6'/2 Nederland 1968 op 23 maart bijna de paristand, het geen een verbetering betekende van 8 punten ten opzichte van de koers per ultimo 1971. Door het renteloos worden van direct opvraagbare guldenstegoeden van niet-inge zetenen per 9 maart, concentreerde de belangstelling van het buitenland zich nog meer dan voorheen op de kort lopende hoogrentende obligaties. De rendementen daal den bij sommige obligaties onder de 6%. In de laatste week van maart viel er een flinke reactie waar te nemen. De stijging van de rente in Amerika en de daarmee verband houdende verbetering van de positie van de dollar gaven aanleiding om de tegoeden weer in dollars aan te gaan houden. Het aanbod van obligaties voor bui tenlandse rekening dat in een vrij lege markt viel, ver oorzaakte zeer scherpe koersdalingen. De prijs van de obligatie-gulden daalde eveneens tot ca. 2,5 na een hoogste stand in dezelfde maand van bijna 6 Niet alleen internationale factoren maar ook de mate waar in de vraag naar krediet van het bedrijfsleven bij een op leving van de conjunctuur zal toenemen, zullen een rol gaan spelen bij de toekomstige ontwikkeling van de rente. Door deze onzekerheid zullen leningen met een tamelijk korte looptijd waarbij het koersrisico beperkt is, bij het beleggend publiek derhalve de voorkeur verdienen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 33