vraag en antwoord compensatie, een praktische verrekening 24 mr. p. j. I. m. bartholomeus Compensatie of schuldvergelijking is een van oudsher toegepaste wijze van verrekening, die niet alleen in de bankwereld veelvuldig wordt gebruikt maar ook in het leven van alle dag. Zij vindt evengoed plaats bij de betaling na het inwisselen van een krat lege bierflessen tegen een volle, als bij het op eigen gezag door de bank afboeken van een vordering wegens verschenen rente tegen een tegoed in rekening-courant. Compensatie is het over en weer geheel of gedeeltelijk tenietgaan van schulden, doordat twee personen eikaars schuldenaar zijn. Het is duidelijk, dat niet alle schulden, welke twee personen over en weer op elkaar hebben, zonder meer tegen elkaar wegvallen. Een cliënt, de 100.000,- schuldig is wegens een voorschot en daarnaast een direct opvraagbaar tegoed heeft van 50.000,- hoeft niet bang te zijn dat de bank, zolang het voorschot niet opeisbaar is, zijn schuld van 100.000,- gaat compen seren met de schuld van de bank ad 50.000,-, want een eerste vereiste voor compensatie is, dat de beide vorderingen opeisbaar zijn, terwijl zoals reeds gezegd, daarnaast als eis geldt, dat twee personen wederkerig eikaars schuldenaren zijn. Uit dit laatste vereiste van wederkerigheid volgt, dat de bank de schuld van 100.000,- van haar cliënt, ook nadat het voorschot opeisbaar is geworden, niet kan compenseren met een schuld aan diens zoon uit hoofde van spaartegoeden. De vader heeft een schuld aan de bank, doch deze heeft geen schuld aan de vader maar aan eeri ander. Beide schulden kan de bank onmogelijk tegen elkaar laten wegvallen. Een situatie als bij de vader en de zoon doet zich omgekeerd voor als een tegoed bestaat bij de Stichting Spaarbank en een schuld bij de bank. De cliënt heeft een schuld bij de bank, doch niet deze maar de spaarbank, een aparte rechtspersoon, heeft een schuld aan hem. Ofschoon hier dus krachtens de wet geen compensatie mogelijk zou zijn, voorzien de bepalingen waaraan de spaarder zich heeft onderworpen in de mogelijkheid om hier toch te compenseren. Kan in geval van faillissement ook van compensatie sprake zijn? Een cliënt met een negatieve stand op zijn privé-rekening en een depositotegoed gaat failliet. Moet de bank haar vordering indienen bij de curator en het tegoed in de failliete boedel storten of kan zij ondanks het faillissement toch compenseren? Indien de vordering van de bank en haar schuld beide vóór de faillietverkla ring ontstaan zijn, dan wel indien zij voortvloeien uit handelingen vóór de faillietverklaring met de failliet verricht, dan is compensatie mogelijk. Ontstaat evenwel de schuld en/of het tegoed pas na het faillissement, i zonder voort te vloeien uit een handeling, die de bank met de failliet vóór de datum van faillietverklaring verrichtte, dan kan niet worden gecompenseerd. Als na het faillissement nog een bedrag op de depositorekening wordt gestort, dan is voor wat dit bedrag betreft geen compensatie mogelijk, tenzij deze storting voortvloeit uit bij voorbeeld het feit, dat de bank in opdracht van de cliënt reeds vóór het faillissement effecten heeft verkocht en tevens de opdracht ontving om de opbrengst op de depositorekening te storten en de opbrengst pas na het faillissement door de bank werd ontvangen. Niet onvermeld mag blijven de mogelijkheid van compen satie in geval van openbare verkoop door de bank van een hypothecair onderpand. Stelt u zich de volgende situatie voor: er wordt een voorschot verstrekt van 50.000,-, waarvoor hypotheek is gesteld, terwijl nader hand nog een oogstvoorschot van 5.000,- gegeven is zonder zekerheid te bedingen. Op een kwaad moment moet de bank het hypothecair onderpand middels een veiling uitwinnen en de opbrengst, die zij zelf of de betrokken notaris voor haar ontvangt, bedraagt 70.000,-, waarvan 50.000,- wordt gebruikt om het voorschot af te lossen. Hetgeen van de opbrengst daarna resteert, 20.000,-, vormt een schuld van de bank aan de ex- eigenaar, die zij echter kan compenseren met de schuld van de ex-eigenaar aan haar, groot 5.000,-, zodat zij slechts 15.000,- hoeft af te dragen. Deze manier van compenseren is ook mogelijk tijdens het faillissement van de debiteur, zoals de Hoge Raad heeft beslist. Laatstgenoemde schuldvergelijking door de bank - hypotheekhoudster - mag echter niet werken ten nadele van anderen, die eveneens hypotheek op het bewuste onroerend goed hebben. Compensatie vormt zoals mocht blijken, niet alleen een praktische wijze van verrekening, doch ook kan het gebruik maken van compensatie, getuige het laatste voorbeeld, een niet gering voordeel betekenen. Want als in bovengenoemd geval van faillissement geen compen satie mogelijk was geweest, had de bank het surplus van 20.000,- aan de curator moeten afdragen en bij hem haar vordering van 5.000,- moeten indienen. Hoeveel van deze vordering dan zou zijn voldaan, had afgehangen van het aantal overige crediteuren en hun mogelijke preferenties.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 22