goud 13 90% bedroeg. Die toename van de reserves vond voornamelijk plaats dank zij de Amerikaanse betalings balanstekorten. In 1961 vormden een aantal Centrale Banken een goudpool met de doelstelling de goudprijs op de vrije markt door middel van aan- en verkoop van goud te stabiliseren. Sinds 1934 bedroeg de officiële goudprijs $35 per ounce fijn goud. Tot maart 1968 heeft deze goud- pool met succes de prijs weten te stabiliseren doch de moeilijkheden rondom het pond sterling deden een der mate grote vraag naar dollars ontstaan dat de Centrale Banken besloten niet langer goud af te staan aan de vrije markten. Sindsdien kent men dus twee markten: een monetaire goudmarkt waar de prijs tot eind vorig jaar 35 bedroeg en een vrije markt met een goudprijs die bepaald wordt door het vrije spel van vraag en aanbod. Op deze laatste markt is de afgelopen maanden druk gespeculeerd. Nadat bekend geworden was dat de officiële goudprijs tot 38 verhoogd zou worden - waarvoor een goedkeuring van het Amerikaanse Congres is vereist - bleef het toch onrustig op de vrije goudmarkt. De moeizame onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de E.E.G. in de maand januari en het aanvankelijk uitblijven van het indienen van het wets voorstel inzake de officiële verhoging van de goudprijs in dollars, zullen hier wel debet aan zijn geweest. In die periode steeg de goudprijs op de vrije markt en bereikte op 2 februari zijn hoogtepunt in een notering van 49.50, dus ruim $11 boven de officiële goudprijs. Kennelijk zijn de goudspeculanten de mening toegedaan dat de officiële goudprijsverhoging aan de te lage kant was. Men kan zich de vraag stellen of een fikse goudprijsver hoging een oplossing biedt voor het vraagstuk van de internationale liquiditeiten. Een verhoging van de officiële prijs impliceert een waardeverhoging van de aange houden goudvoorraden en een waardeverhoging van de nieuwe goudproduktie. Inderdaad zal de omvang van de internationale liquiditeiten uitgebreid worden, maar de keerzijde van de medaille is ten eerste, dat het een aanzienlijke inflatoire impuls betekent en ten tweede, dat na verloop van tijd een nieuwe goudprijsverhoging nood zakelijk kan worden indien de internationale deviezen- stroom onevenwichtig blijft. Hierbij zien wij nog of van allerlei politieke consequenties. Een volledige onttrekking van het goud aan zijn mone taire functies zou een alternatieve oplossing kunnen zijn. In feite is dit door de opschorting van de dollar-conver- tibiliteit thans het geval. De dollar is dan de voornaamste internationale liquiditeit. Het principiële bezwaar tegen deze dollarstandaard is uiteraard de bevoorrechte positie van de Verenigde Staten. Zij kunnen zonder op het externe evenwicht te letten, hun eigen gang gaan met hun monetaire politiek. Als reactie hierop zouden een aantal landen, bij voorbeeld de E.E.G.-landen een coalitie kunnen vormen tegen de dollar door hun valuta's wel in goud uit te drukken maar deze ten opzichte van de dollar te laten zweven. Onzer zijds geloven wij dat op den duur dit dualistische systeem leidt tot een ongewenste, ernstige verbrokkeling van het internationale monetaire systeem en tot een stagnatie van de vrije wereldhandel. De Engelse Minister van Financiën, Barber, stelde vorig jaar voor om de speciale trekkingsrechten een centrale plaats in het internationale monetaire systeem te geven. Langzaam maar zeker zouden deze rechten de plaats van het goud moeten innemen. Wil dit systeem goed functio neren dan is een supra-nationale autoriteit van het I.M.F. een onontkoombare voorwaarde. Wel dienen er nog vele technisch ingewikkelde vraagstukken opgelost te worden, maar zuiver rationeel gezien heeft de ze mogelijkheid grote kans van slagen. Maar vele landen zullen zich verzetten tegen het afstand doen van zeggenschap over hun monetaire reserves. De betalingsbalanspolitiek waarvan de monetaire reserves het zichtbare resultaat zijn, vormt immers één van de instrumenten van de nationale economische politiek. Deze politiek is - voorlopig nog - gericht op een verwezenlijking van een aantal binnenlandse sociaal-economische doel einden. Het hemd is nader dan de rok. vervolg zie pag. 35

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 15