het nieuwe
beeld in grote
lijnen
twee kanten van dezelfde zaak
de algemene vergadering en
haarleden
8
Straks, in mei, vormt de inhoud van de toekomstige
statuten van de nieuwe Centrale Bank natuurlijk een van
de belangrijkste punten, die de Algemene Vergaderingen
zullen overwegen bij het stemmen over een besluit tot
fusie van de Eindhovense en Utrechtse Centrale
Banken.
Het ontwerp voor die nieuwe statuten heeft thans, begin
maart, een meer definitieve vorm gekregen. De Commis
sie van 18 heeft er zich over beraden en het wordt nu
als weloverwogen concept aan de organisatie voorge
legd.
In nevenstaand artikel leiden wij dit concept bij de lezer
in. Bewust hebben we er daarbij naar gestreefd niet meer
dan een zeer globale indruk te geven, die ook verstaan
baar is voor degenen, die de discussienota's niet hebben
bestudeerd.
Om dezelfde reden hebben wij de juridische terminologie
vermeden en zelfs niet naar de nummers der artikelen
verwezen. Indien men bedenkt, dat het concept 74
artikelen plus een overgangsbepaling bevat, wordt duide
lijk dat er te veel stof is om in een paar pagina's grondig
te behandelen.
Wij hebben dus een keus uit de veelheid gemaakt.
Daarbij hebben wij getracht de grote lijnen van de
structuur te laten uitkomen.
Ook de nieuwe Centrale Bank zal een topcoöper^tie zijn.
Dit houdt twee dingen in, die te zamen als het ware de
sleutel vormen tot het goed verstaan van de structuur,
die uit de statuten naar voren komt. Het eerste is, dat de j
Centrale Bank een vereniging is van plaatselijke coöpe
raties, die op hun beurt ieder ook weer verenigingen zijn.
Het tweede is, dat de Centrale Bank een bedrijf voert,
zoals ook haar leden ieder een bedrijf voeren. Al in de
doel- en middelenomschrijving van de Centrale Bank
komt dit onderscheid naar voren: er wordt daar ge
sproken van het bevorderen van de ontwikkeling van
coöperatieve banken, dus van de leden, maar tevens van
het uitoefenen van het bankbedrijf.
Op vele plaatsen in de statuten zal men aan dit
onderscheid herinnerd kunnen worden. Nu eens ligt het
accent meer op de organisatorische, de verenigingskant,
dan weer komt vooral de bedrijfskant, de bancaire zijde
naar voren.
Het gaat echter om statuten van één Centrale Bank. En
die heeft volgens de statuten maar één doel en taak: het
behartigen en bevorderen van de belangen van haar
leden. Het geheel beziende en alle artikelen in hun
verband lezende moet men dan ook concluderen, dat het
onderscheid nooit als een absolute scheiding wordt
gezien. Het gaat steeds om twee kanten van dezelfde
zaak, die niet los van elkaar gedacht kunnen worden en
die, zoals we hopen aan te tonen, juist door de organen-
structuur bij elkaar gebracht worden.
Zoals bij iedere vereniging beweegt ook de Algemene
Vergadering van de nieuwe Centrale Bank zich op typisch
organisatorisch terrein. Niet alleen is zij, zoals gebruike
lijk, bevoegd tot het al dan niet goedkeuren van de
jaarrekening, e.d., maar zij is het enige orgaan, dat
bevoegd is een aantal met name genoemde algemene
regels op organisatorisch gebied vast te stellen: zoals bij
voorbeeld de model-statuten van de plaatselijke banken
en de indeling van de kringen.
Het is dus duidelijk een materie, die de leden vooral als
verenigingen aangaat. Voor het regelen van de bedrijfs
kant, het geven van algemene regels op bancair gebied,
is de Algemene Vergadering, die straks 1.203 leden zal
tellen niet het geschikte orgaan. Die materie is dan
ook, zoals wij zullen zien, toevertrouwd aan de Raad van
Beheer, welke daarbij echter steeds het advies van de
Centrale Kringvergadering behoeft. In dat laatste komt