bundeling
voorbereidingen
ere wien ere toekomt
niet altijd fraai oogstweer
42
De geest van sociale bewogenheid en van humanisme op
godsdienstige of niet-godsdienstige grondslag verdreef
langzamerhand de - toenmaals - liberale houding van
„laat alles maar gaan zoals het gaat", van welk standpunt
de underdogs, de onderlaag van het volk, meestal het
jammerlijke slachtoffer waren.
Deze sociale bewogenheid leidde tot samenwerking op
een weg naar gebundelde hulp die door steeds meer
leiders en volgelingen werd betreden.
Het initiatief tot het opbouwen van een echte
boerenorganisatie ging uit van J. Claessen (pseudoniem
Frans van Dam) een - u raadt het - onderwijzer uit
Sittard wiens ruimschoots gepropageerde ideeën werden
overgenomen door Jhr. L. Ridder van der Schueren, die
het initiatief nam tot stichting van een Nederlandsche
Christelijke Boerenbond.
om tot aaneensluiting van katholieken en protestanten
gezamenlijk te komen, verliep helaas anders dan men
hoopte.
Zoals onze tijd echter leert, is de aangebrachte schade,
alhoewel „vergoeding" lang achterwege bleef, niet
onherstelbaar gebleken.
Wijlen Terugblikkers schoonvader meende dat men een
heet hangijzer beslist niet moet beetpakken en had daar
ontegenzeglijk het grootste gelijk van de wereld in.
Het zou prettig geweest zijn als de idealisten van
„toentertijd" zich aan deze wijze raad hadden gehouden.
Idealistische leiders behoren soms tot de klasse van
gelijkhebbers tot het uitsterste en hebben dikwijls in hoge
mate de ondeugden van hun deugden.
Als zodanig moeten ze dan ook maar aanvaard worden,
mits het werk, de taak, die zij op zich namen maar tot
een goed eind komt.
De groei van het aantal plaatselijke banken en - over
het algemeen de groei van de agrarische coöperatieve
beweging is een duidelijke getuigenis van het uitnemend
resultaat.
Komt aan de Nederlandsche Christelijke Boerenbond de
eer toe de oprichting van de plaatselijke banken
daadkrachtig te hebben voorbereid (dat geldt indirect
óók voor de beide centrale Banken) dan blijft toch ook
van kracht wat in het Gedenkboek van de C.C.B.
Eindhoven van 1898-1948 wordt gezegd:
Dankbaar vooral jegens de goede God, die in al die
jaren zijn zegen aan deze instelling schonk
maar ook:
„Hulde en dank moet hier gebracht worden aan de
pioniers van de eerste uren
En zo zullen wij zien dat na het leggen van de
fundamenten - die wèl aanwezig maar nauwelijks meer
zichtbaar zijn - het gebouw van de
Landbouwkredietorganisatie hecht werd opgebouwd met
behulp van materialen, afkomstig uit het gehele land.
Terugblikker
Het gebouw van K. en W., 50 jaar na stichting
van de N.C.B.
Daartoe werd dan ook te Arnhem in 1896 besloten, welk
besluit werd bekrachtigd op 4 juli 1896 te Utrecht in het
gebouw van Kunsten en Wetenschappen.
De statuten werden - in hoofdzaken - opgesteld door
Pater van den Eisen en - heel geestdriftig - werd een
werkprogram opgesteld dat zó overladen was dat men
het ergste moest vrezen voor de verwerkelijking
daarvan; een vrees die gelukkig goeddeels ongegrond
bleek te zijn geweest.
De werkzaamheden voor het binnenhalen van de „oogst"
mochten zich niet steeds in fraai weer verheugen. Er
kwamen reeds spoedig dreigende wolken aan het
uitspansel en lichtelijk gedonder werd hoorbaar. Ook de
arbeiders waren niet altijd even eensgezind.
Het was wonderbaarlijk dat uit dezelfde bodem en uit het
zelfde zaad een tweesoortig gewas ontsproot waarvan de
akkers steeds verder van elkaar kwamen af te liggen
naar het leek. M.a.w.: het aanvankelijk duidelijke streven