eerst de produktiecoöperaties,
dan pas de kredietcoöperaties
rijpe oogst
41
Ook zij wisten het: „Niet alleen bij brood zult gij leven"
en ook zij kenden de menselijke plichten ten aanzien van
hun medemensen die dicht aan verpaupering toe waren
of de noodlottige grens reeds hadden overschreden.
Waren het in den beginne plaatselijke of zelfs individuele
pogingen om de toestand te verbeteren, langzamerhand
werd de lijn van de ontwikkeling duidelijker en werden de
krachten gebundeld.
De produktiecoöperaties kregen veel eerder een stevige
voet aan de grond dan de, even noodzakelijke,
kredietcoöperaties, die blijkbaar moeilijk hun juiste vorm
len werkwijze konden vinden.
Dat was wel een landelijk verschijnsel; misschien een
gevolg van het begrijpelijke en diepgewortelde
wantrouwen van de - letterlijk - overwoekerde
armoedzaaiers tegenover schoonschijnende, aangeboden
hulp waardoor ze doorgaans steeds meer in het moeras
'geraakten.
De velden waren echter wit om te oogsten en de
oogsters verzamelden hun gereedschappen en hun
Links: De „heidekoe" van weleer
Rechts: De Alkmaarse Kaasmarkt een eeuw geleden
krachten om het karwei te gaan klaren.
Een van deze - onder de vele - arbeiders was P. van
Hoek.
Deze Groningse onderwijsman werd in 1890 aangesteld
tot landbouwconsulent van de Maatschappij van
Landbouw. In 1891 werd hij benoemd tot landbouwleraar.
In zeer vele boeiende voordrachten wist hij de remmen
die de ontwikkeling van de kredietcoöperaties
tegenhielden, los te slaan.
In 1893 was in Tungelroy door de - óók alweer -
onderwijzer J. J. C. Ament een coöperatieve boterfabriek
opgericht. Weliswaar hadden arme boeren in 1886 reeds
in Warga een coöperatieve zuivelfabriek gegrondvest. Nu
echter begon de Coöperatieve zuivelbeweging uit de
doeken te komen, en Fontein de Jong (voorzitter van de
Friesche Maatschappij van Landbouw) werd zo
geestdriftig dat hij uitriep:
„Voorwaarts dus, mijne heren op den gelukkig reeds door
velen ingeslagen weg; coöperatie bij grondverbetering,
coöperatie bij fokkerij, bij zuivelbereiding en bij het
oprichten van gelegenheden tot onderwijs, coöperatie bij
het aankopen van zaaigranen en meststoffen, volkskrediet
enz. enz.".
Zo'n uitroep moest wel gehoor vinden! Dat gebeurde
dan ook, want er waren veel meer initiatiefnemers met
open oren, open ogen en open harten.
In een andere uithoek van ons land nl. Zeeland was
reeds in 1878 door G. A. Vorsterman van Oyen de eerste
coöperatieve aankoopvereniging van Nederland gesticht.
De eerste van zeer vele nakomers en zo werd op vele
plaatsen en in vele gesprekken bestudeerd en bepiekerd
wat ten nutte van de plattelanders zou kunnen dienen.