afnemende boeken- consumptie boekhandel en kantoorboekhandel in cijfers boekhandelsomzet kantoorboekhandelsomzet 38 drs. f. j. van doorn Nog niet zo lang geleden maakten de Nederlandse kranten er melding van: „Nederlands gezin koopt minder boeken" of „Boekenconsumptie sinds 1963 gedaald". Het betreffende NIPO-onderzoek, dat de aandacht kreeg, wees uit, dat in de periode 1963-1970 de totale boeken- omzet aan de Nederlandse particuliere consument naar hoeveelheid gemeten, weliswaar met 14% was toegeno men, maar dat de consumptie in aantallen boeken per gezin met ca. 5% was teruggelopen. In 1963 waren er in Nederland 3,1 miljoen gezinnen die gezamenlijk 44,5 miljoen boeken kochten; dit is 14,4 boeken per gezin. In 1970 waren er 3,7 miljoen gezinnen, die hun huisbiblio theek met 50,7 miljoen exemplaren verrijkten, wat „slechts" 13,7 boeken per gezin betekende. Dit zijn interessante gegevens, welke overigens niet tot de conclusie mogen leiden, dat de Nederlander minder leesgierig zou zijn geworden, want hij leende 80% meer boeken uit bibliotheken dan in 1963. Wel blijkt eruit dat het met de boekenomzetten niet meer zo snel gaat. Opvallend is het daarbij, dat het onderzoek ook uitwees, dat binnen het totaal van de aankopen, die van pockets en paperbacks afnemen, terwijl de belangstelling voor duurdere gebonden boeken groeiende is. Beziet men de totale besteding aan boeken per gezin, dan was dat in 1970 drieënzestig gulden tegenover vierenvijftig gulden zeven jaar daarvoor, hetgeen een toename is van 35% waar tegenover een groei van de totale gezinsuitgaven staat van ongeveer 20 In de gespecialiseerde boekhandel zijn de geldomzetten gedurende de achter ons liggende jaren gestadig ge groeid, met 9% in 1969, met 13% in 1970 en met 15% gedurende de eerste negen maanden van 1971. Het is nuttig te weten, welke omzetten de aan de omzetstatistiek deelnemende bedrijven behaalden. In 1970 bleef 40% van de ondernemers met hun geldomzetten beneden f 400.000,-, bij 32 werd een omzet van meer dan ƒ800.000,- bereikt, terwijl 28% daar tussenin lag. Voorts dient men te beseffen dat de groeipercentages van de omzetten betrekking hebben op de totaliteit. Geduren de de eerste negen maanden van 1970, bij voorbeeld, kwam 30% van de deelnemende bedrijven uit op een omzettoename van 15% of meer. Daarentegen liet 23% van het aantal deelnemers een dalende omzet zien. Verwant met de gespecialiseerde boekwinkels zijn de boek- en kantoorboekwinkels, welke gedurende de eerste negen maanden van 1971 een omzetgroei van 15% te zien gaven en de gespecialiseerde kantoorboekwinkels, waarbij de omzetgroei 13% bedroeg. Genoemde secto ren stellen thans circa 2.100 vestigingen tegenover bijna 2.800 verkoopplaatsen in 1950. Er heeft dus een nogal forse uitdunning in deze branches plaatsgevonden. Een rapport van het EIM dat vorig jaar gepubliceerd werd, stelt ons in de gelegenheid op het wel en wëe van de kantoorboekhandel in te gaan. Dit rapport, getiteld „Be drijfsgegevens voor de kantoorboekhandel over de jaren

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 40