urgentieprogramma 1972
nieuwe onderwerpen
18
Een van de 6 a7 miljard van het jaar 2000?
hoe voeden wij de wereld?
meer schone, geestelijke goederen moeten voortbrengen:
wij zullen onze economie minder moeten la:en groeien
en onze inspanningen op nuttige zaken moeten richten.
Zoals het ware orakeltaal betaamt, zit in deze uitspraak
een flinke portie tegenstrijdigheid.
Kijkt men alleen naar de agrarische produktie, dan is de
noodzaak van een groei van de produktie over de gehele
wereld duidelijk. Ook al zou de synthetische produktie
ten dele in de plaats treden van de traditionele, dan zal
nog in de meeste gevallen een agrarische plantaardige
grondstof (bijv. soja-bonen) nodig zijn om deze syntheti
sche produktie mogelijk te maken.
De voedselproduktie is er ook niet gemakkelijker op
geworden. Ook de agrarische produktie kent nl. zijn
afvalproblemen: tijdens de produktie komen onverwerkte
kunstmestdelen vrij en ontstaan mestresiduen, die hinder
lijk zijn voor de omgeving. Om deze neven-effecten te
voorkomen zal men nieuwe investeringen moeten doen
(d.w.z. meer produktie in de toeleveringsindustrie) of
meer grond geschikt moeten maken voor de landbouw
omdat de ha-opbrengsten onvoldoende zijn. Dat alles
betekent hogere produktiekosten en duurder voedsel.
Kortom! het milieuprobleem kan wat de landbouw betreft
alleen worden opgelost door grotere materiële inspan
ningen, die ook tegen de achtergrond van de wereldpro
blemen nuttig kunnen worden genoemd.
Het is blijkbaar regel geworden dat het landbouwschap
als spits van de georganiseerde land- en tuinbouwers
aan het begin van het jaar een lijst met wensen op tafel
legt. In 1970 gebeurde dat voor het eerst in een
Urgentieprogramma, in 1971 - het jaar van de verkie
zingen - verscheen een zogeheten Meerjarenprogramma
en in februari van dit jaar een Urgentieprogramma-1972.
De inhoud van dit laatste programma is niet schokkend
in de zin, dat er een reeks van nieuwe gedachten in
voorkomt. De molen van de politieke besluitvorming
draait langzaam en het is vaak een kwestie van geduldig
volhouden om resultaten te bereiken. Met zekere genoeg
doening wordt overigens in de inleiding van het Urgentie
programma gesteld, dat het kabinet-Biesheuvel een aantal
zaken uit het Meerjarenprogramma op het regeringspro
gramma heeft gezet, zoals de pensioenvrije reserve en de
grondbank.
In de fiscale sfeer heeft het huidige kabinet een aantal
regelingen getroffen in het voordeel van de zelfstandigen,
zoals de verhoging van de zelfstandigenaftrek.
Uit het Urgentieprogramma zelf vallen enkele nieuwe
onderwerpen op. Zo wordt de energievoorziening (elek
triciteit, gas) apart genoemd; kennelijk gaat deze steeds
meer belangrijke produktiefactor apart aandacht krijgen.
Bij de rij van fiscale wensen, is een nieuwe gekomen:
verhoging van het landbouwtarief voor de B.T.W. zonder
een overeenkomstige verhoging van de voordruk. Hier
heeft West-Duitsland kennelijk model gestaan: daar heeft
men op deze wijze een compensatie verkregen voor een
verlaging van landbouwprijzen door de revaluatie. De
verhoging van de B.T.W. brengt nl. ook een verhoging van
de grensbescherming mee omdat daar de B.T.W. wordt
verrekend; het binnenlandse prijspeil wordt er door
verhoogd als ware er een importheffing (en overeenkom
stig exportrestitutie) ingesteld. Het landbouwschap argu
menteert een dergelijke bescherming door te wijzen op
de grote verschillen in belastingdruk in de E.E.G.-landen.
Een nieuwe plaats krijgen ditmaal het milieu en de
recreatie. In het bestuur van het Landbouwschap is
vooral over de recreatie nogal gesproken, omdat sommi
gen vonden dat er een gericht beleid, eventueel gesteund
door subsidie, moet komen dat recreatie (i.c. kamperen
en logeren) op de boerderij aantrekkelijk maakt. Zijlstra,
voorzitter van de C.B.T.B., en Van der ploeg, voorzitter
van de N.V.V.-landarbeiders, lieten zich in deze richting
uit. Mertens, voorzitter K.N.B.T.B., wilde geen enkele illusie
wekken dat voor een modern bedrijf het houden van
toeristen in ons land enig economisch perspectief zou
bieden; hij wilde dus zijn adem sparen voor meer
belangrijke zaken uit de wensenlijst.