de werkwijze
acquisitie
14
400 f 4.000.000,-
375
200
400
908.000,
905.000,
8.800.000,
de lage landen n.v.
Landbouwwerktuigen
Bromfietsen, motorrijwielen en
scooters
Caravans
Diversen
Bij aanvragen tot 10.000,- wordt bij het acceptatiebeleid
van De Lage Landen in het algemeen volstaan met een
toetsing bij het Bureau Kredietregistratie (B.K.R.) te Tiel.
Vervolgens wordt een tweepartijencontract zonder mede
ondertekening door de leverancier voldoende geacht,
welk contract als het nodig mocht zijn op de dag van de
telefonische acceptatie op het kantoor van de tussenper
soon in gereedheid wordt gebracht, terwijl de geldmidde
len eveneens telefonisch via de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank aan de tussenpersoon beschikbaar wordt
gesteld.
Ten slotte wordt de acceptatiebevoegdheid voor de nor
male gevallen in handen gelegd van de Interpolis
functionarissen te Arnhem, Leiden, Roermond en Tilburg
en sedert kort ook van de F.B.T.O. te Leeuwarden, welke
maatschappij dit jaar in het Interpolisconcern wordt
opgenomen.
Aanvragen boven 10.000,- worden steeds door De Lage
Landen beoordeeld, waarbij behalve de B.K.R.-toetsing
ook de jaarstukken en eventueel de meest recente
bedrijfscijfers in de beoordeling worden betrokken. In het
algemeen werden in deze categorie van aanvragen altijd
drie-partijen-contracten door De Lage Landen zelf opge
maakt aan de hand van aankoopfacturen en dergelijke.
Met de medeondertekening van de leverancier wordt de
zekerheid verkregen, dat de cliënt de volledige koopsom
heeft betaald - ook zijn zogenaamde aanbetaling -
waardoor de eigendomsoverdracht van het object aan De
Lage Landen op de contractsdatum wordt zekergesteld.
Voor de acquisitie beschikt De Lage Landen over een
apparaat, dat zich in het bijzonder bezighoudt met het
geven van voorlichting over taak, doelstelling en werkwij
ze van De Lage Landen aan directeuren en assurantieme
dewerkers van boerenleenbanken en aan het inspectie
corps van Interpolis. Eveneens houdt dit acquisitie
apparaat zich bezig met het leggen van contacten met
grote relaties, die hun activiteiten uitspreiden over het
werkgebied van meerdere boerenleenbanken; daarbij
wordt er echter naar gestreefd het resultaat van de
gelegde contacten zoveel mogelijk te leiden over de
boerenleenbanken.
Aan de betalingsvereisten, de incasso-problematiek en
het terughalen van gefinancierde projecten zal in een
volgend artikel aandacht worden besteed.
De dienstverlening op het financieel-bancaire vlak heeft
steeds mijn volle aandacht, dat weten mijn trouwe lezers.
Vandaar dit verhaal van een onzer geachte collega's. Hij
wandelde in Amsterdam en bezocht er een klokkenwinkel
in een van die gezellige, drukke winkelstraten, welke
onze hoofdstad rijk is.
Voor hem stond een niet meer zo jonge vrouw aan de
toonbank. Zij draaide zich naar hem om en voegde hem
met een bijna verzaligd gezicht toe: „Vind je 'm niet
prachtig." Misverstand was niet mogelijk, ze weer erbij
op een wel gepoetst en glanzend gepolitoerde Friese
staartklok.
Hij beaamde het beleefd, waarop zij hem de geheimzinni
ge woorden toefluisterde: „En ik heb 'm bijna." Toen
draaide zij zich terug naar de toonbank, wendde zich tot
de inmiddels gearriveerde verkoopster en vroeg: „Hoe
veel moet ik nog?"
De winkelierster haalde vanonder de toonbank een
kartonnen doos, waarin een aantal enveloppen rechtop
stond, zocht er even tussen en trok een van de
enveloppen te voorschijn. Er zat geld in, dat hoorde je en
dat kon je ook zien, want het werd op de toonbank
uitgestort en door de winkeljuf nageteld onder het
toeziend oog van de dame, die ondertussen ook verlek
kerde blikken op de staartklok bleef werpen en daarbij
onze collega vriendelijke knipoogjes gaf.
Nog dertig gulden tekort, mevrouw," sprak de verkoop
ster. Zuchtend trok de mevrouw haar portemonnaie en
haalde er een biljetje van vijf gulden uit. Na een korte
aarzeling nam ze er nog een uit en legde beide biljetten
bij het geld op de toonbank. De verkoopster veegde het
geld met een geroutineerd gebaar bijeen, stak het in de
enveloppe en borg deze weer in de doos.
De dame keek onze collega nog eens aan en zuchtte:
„Nog even verder sparen." Toen verdween ze na nog
een laatste smachtende blik op de Friese staartklok, die
onbewogen en hautain voorttikte.
Een praatje met de winkelierster maakte hem duidelijk,
dat tientallen klanten uit die buurt op deze wijze spaar
den voor hun luxe aankopen. Ze zoeken wat moois uit,
waarop ze hun zinnen hebben gezet en sparen door tot
ze het kunnen kopen. Thuis verdwijnen de spaarcentjes al
gauw van de luxe potjes naar andere potjes voor gas en
licht, huur of iets dergelijks, aldus de verkoopster, en de
enveloppe is voor de huisvrouwen van de buurt een wat
veiliger manier van „doelsparen". Het gaat op basis van
wederzijds vertrouwen; 't wordt niet opgeschreven of zo.
Een variant van de oervorm van het sparen, de oude
kous. Toch leuk zo sparen, want je ziet waarvoor je
spaart en de prikkel blijft bestaan, wordt feller zelfs.
Er blijkt uit, dat naast al het kleurrijke lawaai rond onze
nieuwe vormen van dienstverlening de reclame voor dat
doodgewone sparen voort moet gaan.
Het blijft nodig, dat ziet u maar aan die mooie Friese
staartklok.
Cas Sier