wob wob wob 4 inmiddels weer wat verder gevorderd met haar taak: het voorbereiden van het samengaan tussen de beide Centrale Banken. Eigenlijk is dit veel te zwak uitgedrukt. Men kan met evenveel recht zeggen, dat er enorme vorderingen zijn gemaakt. Want er is immers binnen het kader van de gemeenschappelijke Raiffeisen-Boe- renleenbank door de beide Centrale Ban ken al maandenlang intensief overleg aan de gang. Overleg dat inmiddels op zeer veel punten, waaronder zeer belangrijke, al geleid heeft tot volledige overeenstem ming. Zonder overdrijving mag gezegd worden, dat door de velen die van beide zijden bij dat overleg betrokken zijn geweest, een knap stuk werk is geleverd. Men kan zich gemakkelijk indenken, hoe onbehagelijk de situatie zou zijn geweest, als dat overleg eens anders uitgepakt zou zijn! In ons geval bleek echter altijd de goede wil aanwezig en dus werd ook de weg gevonden. Met de bescheiden geformuleerde eerste regel van dit stuk doelen wij echter op iets anders. Het gaat nu niet om com plexen van regelingen, waaromtrent over eenstemming bereikt is, maar om het zeer concreet inschakelen van de ge meenschappelijke bank op banktechnisch gebied door de beide Centrale Ban ken. De eerste stap is daartoe gezet; een stap die van het begin af aan voorzien is. Bewust is immers gekozen voor de me thode, waarbij wij reeds vóór het vallen van de definitieve fusiebesluiten allengs overgaan tot het coördineren van wat op administratief en banktechnisch gebied aanwezig is, zulks met het doel om straks terstond na een eventuele fusie de beschikking te hebben over een appa raat. In vergaderingen van de beide organisaties is dit vorig jaar ook herhaal de malen zo besproken. Ondertussen is het - ook hier - ver heugend te mogen constateren, dat alles volgens onze gemeenschappelijke ver wachting verloopt. Vanaf 1 maart verricht de Coöp. Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. als mandataris van de beide Centrale Banken een aantal banktechnische func ties. Wij stippen er hier enkele aan zonder daarbij een exacte formulering of exacte opsomming na te streven! - Samenvoeging van de rekeningen van de beide Centrale Banken bij de handels banken en de rekeningen die door de handelsbanken worden aangehouden bij de beide Centrale Banken tot één reke ningbestand ten name van de Coöperatie ve Raiffeisen-Boerenleenbank; - In verband daarmee ook integratie van de binnenlandse gelddispositie in Amstelveen; - Ook de rekeningen aangehouden bij of ten name van buitenlandse bankinstel lingen worden geïntegreerd tot één reke ningbestand op naam van de Coöperatie ve Raiffeisen-Boerenleenbank; - Verder wordt de handel in vreemde valuta en worden de effectenzaken geleid vanuit Amstelveen. Het zal duidelijk zijn, dat dit alles typi sche banktechnische aangelegenheden betreft, die evenzeer typisch tot het be drijf van de Centrale Banken behoorden. Juist ook ten aanzien van deze zaken, waarmee een bankbedrijf als het onze nauw in contact komt met bedrijfsgeno- ten, is het dwingend noodzakelijk dat het samengaan technisch terdege wordt voorbereid en een apparaat wordt opge bouwd, waardoor de overgang naar de fusie in een ongeschokte continuïteit ge waarborgd wordt. Dat apparaat begint nu in Amstelveen gestalte te krijgen. INTEGRATIEBELEID EN SPECIFIEK BELEID VOOR HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF Wie de begrotingsstukken van het Minis terie van Economische Zaken raadpleegt, wordt iedere keer opnieuw geconfron teerd met de veelzijdigheid en de verwe venheid van de daarin behandelde pro blematiek. In de memorie van toelichting wordt een poging gedaan deze verwevenheid te ontrafelen door integratiebeleid en speci fiek beleid te onderscheiden. Het eerste bestaat uit het inbrengen en integreren van de belangen van het midden- en kleinbedrijf in het totale regeringsbeleid. Het tweede bestaat voornamelijk uit maatregelen, gericht op de bevordering van een goede bedrijfsuitoefening. Onderwerpen van specifieke staatszorg zijn onder meer: het vestigingsbeleid, ordelijk economisch verkeer, de garantie kredietverlening en de bedrijfsbeëindi gingshulp. Ter bestudering van een aantal proble men werden enkele commissies inge steld, zoals: de Commissie Research Midden- en Kleinbedrijf en de Commissie Financieringsaangelegenheden Midden- en Kleinbedrijf, welke twee nauw samen hangende adviezen inzake de garantie kredietverlening voorbereiden. Het eerste j advies heeft betrekking op de vereen voudiging naar vormen en procedures van het huidige garantiekredietsysteem; het tweede houdt zich bezig met de kwestie van de inschakeling van andere handelsbanken dan de Nederlandsche Middenstands Bank N.V. bij de garantie kredietverlening. De commissie heeft voorts een interim advies over het borgstellingsfondskrediet uitgebracht. Dit behandelt de bijzondere aspecten van dit krediet en de samen hang van het krediet met de overige activiteiten van de borgstellingsfondsen. De staatssecretaris hoopt zich op korte termijn te kunnen uitspreken over de toekomstige taak, organisatie en werkwij ze van deze fondsen. De commissie heeft de niet eenvoudige taak zich te beraden over de vraag of al datgene wat in het verleden geleidelijk is opgebouwd, nog wel op de hedendaagse verhoudingen van toepassing is. De resultaten van de studie over deze moeilijke problematiek worden met span ning tegemoet gezien. UITGIFTE LANDBOUWBEDRIJVEN IN OOSTELIJK FLEVOLAND De staatssecretaris van Financiën heeft medegedeeld, dat het uitgifteplan van landbouwbedrijven in Oostelijk Flevoland voor het jaar 1972 is opgesteld. De bedrijven zullen resp. in eigendom, erf pacht en pacht worden uitgegeven. In tegenstelling tot het tot op heden ge voerde uitgiftebeleid, zal de erfpacht niet voor altijddurend worden verleend, maar voor slechts 26 jaar. Omtrent de verlen ging van de erfpacht of een recht op vergoeding bij beëindiging van de erf pacht voor de door de verpachter aan gebrachte verbeteringen zijn geen mede delingen gedaan. Het Landbouwschap heeft de staatssecre-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 6