de kinderhartenark
redden
40
Prachtig op tijd kwam op 18 januari om
half elf een Alouette III van het 298e
squadron van de Koninklijke Luchtmacht
aan op de provisorische landingsplaats,
die op het Malieveld in Den Haag was
ingericht. Twee burgerpassagiers stapten
uit, mr. Graaf van Lijnden van Sanden-
burg en mevrouw G. A. J. M. van Griet-
huysen-Siersema. De eerste kwam in zijn
functie van voorzitter van de Stichting
150 jaar Raiffeisen een dotatie aanbieden
aan de Nederlandse Hartstichting en de
laatste is bestuurslid van het oudercomité
Kinderhartenfonds.
De uitreiking vond plaats in de aan het
Malieveld gelegen kantine van Rijkswater
staat. De heer Van Lijnden van Sanden-
burg herinnerde eraan, dat Raiffeisen
zijn leven gewijd heeft aan het bestrijden
van de armoede. Thans zijn er binnen en
buiten Europa vele banken, die uit zijn
initiatief zijn voortgekomen.
De Stichting 150 jaar Raiffeisen wil zijn
nagedachtenis eren en er is daarom door
de ra ffeisenorganisatie een aantal jaren
geld bijeen gebracht met het doel daar
mee dotaties te verstrekken. Dotaties die
niet enkel giften zonder meer zijn, maar
die geheel in de lijn van Raiffeisen de
strekking hebben de zelfwerkzaamheid
van anderen te stimuleren. Zo is het in
de afgelopen jaren gedaan en zo ligt het
De voorzitter van de Hartstichting
neemt de dotatie in ontvangst
ook met de financiële steun aan de
Hartstichting.
Aan de voorzitter van deze Stichting, Jhr.
P. R. Feith, werd daarop door de heer Van
Lijnden van Sandenburg een cheque ad
125.000 overhandigd, bestemd voor het
project „Kinderhartenark".
In ons land komen jaarlijks ongeveer
tweeduizend kinderen ter wereld met een
aangeboren hartafwijking. Daarvan blij
ken na een aantal jaren nog zo'n
duizend kinderen in leven te zijn, die
vaak niet operatief te helpen zijn, maar
toch ondanks hun gebrek verder kunnen
en moeten leven. De Hartstichting heeft
zich het lot van deze kinderen aangetrok
ken, o.a. door het instellen van het
Kinderhartenfonds. De hartpatiëntjes met
aangeboren hartgebreken zijn tot nu toe
een veelszins vergeten groep. Men wist
tot voor kort nog nauwelijks hoeveel er
in Nederland wel zijn, terwijl het nu toch
om vrij aanzienlijke aantallen blijkt te
gaan. Onderling contact tussen de ou
ders van zo'n kind was er niet: de vader
en moeder stonden alleen voor de moei
lijkheden. Dat is gelukkig anders gewor
den door het oudercomité Kinderharten
fonds. Het contactblad van dat comité
heeft de sprekende titel Cor-daad (cor is
het latijnse woord voor hart). In het
buitenland is men hier jaloers op, want
men heeft nergens zoiets, vertelde mevr.
Van Griethuysen. Ouders van hartpatiënt
jes in België tonen al meer belangstelling
om zich bij ons comité aan te sluiten.
Een van de grootste problemen bij deze
hartpatiëntjes is het isolement, waarin ze
ten gevolge van hun handicap dreigen
opgesloten te geraken. Uiterlijk verschilt
het kind in niets van de gezonde kinde
ren, maar al die dingen, die het gezonde
kind vanzelfsprekend doet, kan en mag,
zijn maar al te vaak voor het kind
met een hartgebrek verboden of onmo
gelijk. Altijd weer moeten ze ontzien
worden en zichzelf ontzien. Ze worden
als kasplantjes behandeld en zijn daar
door voor de ouders en het gezin een
„bron van angst en spanningen".
Later, bij het ouder worden, komen er
nog andere moeilijkheden. Met een aan
gepaste leefwijze kan ook een hart
patiënt een goede werkkracht zijn. Maar
hoe vind je zo'n werkkring, welke werk
gever wil je hebben? Hoe ben je met je
gebrek „in te passen" bij de sociale voor
zieningen, bij pensioenregelingen(i)? Ook
daar ligt nog heel wat te doen voor de
Hartstichting.
Juist om het isolement van deze gehandi
capte kinderen te doorbreken, heeft de
Nederlandse Hartstichting zich achter
een vakantie/recreatieproject voor hart
patiëntjes gesteld. Men wil, naar het
voorbeeld van de Henri Dunant van het
Rode Kruis, graag een „kinderhartenark"
in gebruik nemen. Een grote woonboot,
voorzien van alle verzorging, waarop de-